Smallcapfondsen waren het afgelopen jaar de koningen van de beurs. Met dank aan de sterke performance van de AMX en AScX, die de hoofdindex AEX ruimschoots achter zich lieten. Maar die outperformance is meer dan een incident, zegt Arnoud Wolff, fondsbeheerder bij Teslin.
“De AEX verloor over de afgelopen tien jaar een slordige 20% aan waarde – inclusief dividend. De AsCX won in dezelfde periode 60% aan waarde en ons smallcapfonds Darlin zelfs 155%. Van een verloren decennium is dus niet echt sprake.” Ook andere smallcapfondsen van Delta Lloyd en Kempen deden het veel beter dan de nationale index.
“Vaak wordt de AEX als ‘de beurs’ gezien. Maar op de beurs viel de afgelopen jaren genoeg te halen – buiten de AEX. De krantenkoppen vertellen niet altijd het hele verhaal. ” De kleine bedrijven weten hun weg prima te vinden in het huidige economische klimaat, stelt Wolff. “Bedrijven ‘die dingen maken’, die vormen de echte economie en daar gaat het helemaal niet slecht mee. Veel bedrijven zijn de crisis al te boven.”
Op eigen kracht uit het dal geklommen
Volgens Wolff hebben deze bedrijven, die voor zover ze beursgenoteerd zijn vooral in de midkapindex en smallcapindex zijn terug te vinden, na de crisis de juiste maatregelen genomen en de marges en schulden weer op het niveau van voor de crisis gekregen. “In tegenstelling tot overheden en banken zijn ze snel gedraaid met de economische wind en zijn ze op eigen kracht alweer uit het dal gekomen.”
Juist de aandelen van dit type bedrijven heeft de afgelopen tien jaar dan ook voor een prima rendement gezorgd – ondanks de verschillende crises die het afgelopen decennium hebben gekenmerkt. En ondanks de outperformance van de afgelopen jaren is de waardering nog lang niet te ver doorgeschoten. Wolff: “Je betaalt nu 11 keer de winst voor deze bedrijven. Dat is niet exceptioneel hoog. Over het algemeen zijn smallcaps redelijk gewaardeerd.”
Bovendien bieden deze aandelen direct of indirect exposure aan alle trends van dit moment: grondstoffen, duurzaamheid, China. Wel erkent Wolff dat de kleine aandelen op de beurs in de regel iets cyclischer zijn. “Maar ze hebben ook meer groeipotentieel. Een kleine industriële onderneming kan relatief sneller groeien dan een bedrijf als Philips.” Wolff vergelijkt de huidige periode met de jaren ’70.
Smallcapbonanza kan ook in 2011 aanhouden
“Toen – aan het einde van een lange periode van economische groei in de jaren ´60 die eindigde met een huizencrisis en torenhoge inflatie en rentes - deden smallcaps het jarenlang veel beter dan grote aandelen. De koersen van smallcapaandelen kunnen een forse tik krijgen tijdens een crisis, maar herstellen daarna sterk omdat de onderliggende bedrijven zich sneller en beter aan passen aan de nieuwe realiteit. Dat is wat we nu weer zien”
Of de smallcapbonanza in 2011 aanhoudt? Wolff: “Ik hou niet zo van zulke grote termen, maar wat je wel kunt opmerken is dat de bedrijven er gewoon goed voorstaan, de balans op orde hebben en niet duur zijn. De uitgangspositie is prima in tegenstelling tot die van overheidsobligaties en bankaandelen. Veel meer kun je er niet van zeggen.”