NEW YORK (AFN) - De S&P 500-index op de beurs in New York is woensdag voor het eerst ooit voorbij de 2700 punten gegaan. Ook de andere Amerikaanse beursgraadmeters stonden tijdens de middaghandel in New York op winst. Beleggers op Wall Street verwerken onder meer sterke cijfers over de bedrijvigheid in de Amerikaanse industrie.
De Dow-Jonesindex noteerde omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,3 procent hoger op 24.887 punten. De S&P won 0,5 procent tot 2710 punten en de Nasdaq steeg 0,8 procent tot 7060 punten.
De inkoopmanagersindex voor de Amerikaanse industrie van onderzoeksbureau ISM is voor december uitgekomen op 59,7. Dat is aanzienlijk meer dan de stand van 58,2 waarop economen in doorsnee hadden gerekend. Later op de dag komen er ook nog notulen naar buiten van de meest recente beleidsvergadering van de Federal Reserve. Beleggers hopen daarin aanwijzingen te vinden voor het rentebeleid van de Fed in 2018.
AMD
Aan het bedrijvenfront viel de sterke koerswinst van chipmaker AMD op. Beleggers zetten dat aandeel meer dan 8 procent hoger vanwege vermeende technische problemen bij concurrent Intel. Volgens mediaberichten zou er in bepaalde chips van Intel een ontwerpfout zitten. Intel ging ruim 5 procent omlaag.
Energiebedrijven Dominion Energy en Scana wisten eveneens de aandacht op zich gericht. Zij kondigden aan te fuseren in een deal ter waarde van 7,9 miljard dollar, exclusief schuld. Het aandeel Scana sprong bijna 22 procent omhoog. Dominion verloor een kleine 5 procent.
Wall street
Wall Street verwerkt ook weer nieuwe cijfers over de autoverkopen. Ford en General Motors wisten in december meer nieuwe wagens te slijten dan analisten hadden voorzien. Daarop kregen ze er respectievelijk circa 1 en dik 2 procent aan beurswaarde bij.
De internationale betalingsverwerker MoneyGram International zakte verder 10 procent. De overnamegesprekken met de Chinese financiële dienstverlener Ant Financial zijn stopgezet na weerstand van de Amerikaanse autoriteiten.
Door de onrust in Iran zaten de olieprijzen in de lift. Een vat Amerikaanse olie werd 1,9 procent duurder op 61,52 dollar. Brentolie klom 1,7 procent in prijs, tot 67,69 dollar per vat. De euro was 1,2025 dollar waard, tegen 1,2026 dollar bij het Europese slot eerder op de dag.