Een indicator die het sentiment onder analisten aangeeft, staat op positieve extremen. Een alarmerend signaal. De data zijn gebaseerd op de bronnen Hulbert Financial Digest en Investors Intelligence die het sentiment in de Verenigde Staten nauwkeurig bijhouden.
Dit sentiment wordt beschouwd als een contra-indicator.
In onderstaande tabel is de performance van de S&P 500 te zien op het moment dat de indicator een waarde van 70% bereikt.
Divergentie in de RSI
Ik werp een blik op de Relatieve Sterke Index (RSI) van de AEX. De RSI geeft de verhouding aan tussen de gemiddelde stijging en de gemiddelde daling van een ingestelde periode. Een periode van 14 is het meest gebruikelijk.
Ik pak in dit geval de uurgrafiek en stel een periode van 14 uur in.
Wat in eerste instantie opvalt is dat zowel de toppen als bodems in de index een stijgende lijn vertonen. In het geval van de RSI is dit precies omgekeerd. Wat zegt dit? Negatieve divergentie.
Stijgende toppen in de index en dalende toppen in de RSI noemt men divergentie en dit is in dit geval negatief. De indicator kan de index niet bevestigen en dit geeft aan dat de stijging aan relatieve kracht verliest.
De stijging is te zwak om out of the money-calls te doen stijgen. Optiebeleggers konden dus met shortposities zelfs geld verdienen. Om dit met een concreet voorbeeld te illustreren pak ik de waarde van de november call 400.
- 21 oktober openingskoers AEX: 387,80 / openingskoers 400 call 0,65
- 1 november slotkoers AEX: 391,20 / slotkoers 400 call 0,50
Afzwakking
Wanneer de beurs een hogere bodem maakt maar de indicator een lagere bodem duidt dit op een grotere dalingskracht. Dit is echter niet negatief. Een daling krijgt doorgaans meer gestalte als beleggers dit onderschatten.
Wanneer een daling te krachtig begint zien we indicatoren als de put-callratio doorgaans ook sneller oplopen. Dit duidt erop dat beleggers zich al indekken voor een daling. Een beweging wordt vooral sterk door onderschatting en niet wanneer een groot deel van de markt al denkt dat die komt.
Kortom: de afnemende dalingskracht bij de toppen is negatief maar zo lang dit gepaard gaat met relatief krachtige correcties is dit nog niet zorgwekkend. Wanneer de AEX neerwaarts door een vorige bodem breekt met een RSI-waarde die hoger is, wees dan alert op een verdere afzwakking.
Draaipunt november
In mijn vorige column gaf ik aan rond 1 november een draaipunt te verwachten. Dit is gebaseerd op een zelf ontwikkelde formule die ook bij de belangrijke bodem van 9 oktober een draaipunt gaf. De hoogste kans had een bodem, het alternatieve scenario was een top.
Om de waarschijnlijkheid van een top of bodem te bepalen gebruik ik een simpele blik op de grafiek.
Correctie
De index maakte het afgelopen jaar om de ongeveer 40 tot 45 dagen een bodem. Deze keer is dat anders, er is inversie opgetreden. De cyclus van toppen wordt duidelijker zichtbaar en geeft een periode van 50 tot 55 dagen.
We zitten nu in het oog van de storm en op het punt ergens heen geslingerd te worden. Ik sluit niet uit dat de koers de bovenkant de komende dagen nog zal testen, maar een gezonde correctie mag verwacht worden. Er is echter nog geen shortsignaal in de grafiek verschenen.
Op dit moment verwacht ik bij een doorbraak van het 387,50-niveau een test van 382. Op de langere termijn ben ik nog niet negatief en verwacht dat we na een correctie later dit jaar nog hoger gaan.