Van beleggers
voor beleggers
desktop iconMarkt Monitor
  • Word abonnee
  • Inloggen

    Inloggen

    • Geen account? Registreren

    Wachtwoord vergeten?

Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee

Minder risico, mooi rendement (deel 2)

De verschillen tussen een capped bonus certificaat en een putoptie

In een reactie onder mijn artikel van vorige week over het Capped Bonus Certificaat op de Eurostoxx 50 werd aangegeven dat dit certificaat niet anders is dan een geschreven put op het 2850-indexniveau. Volgens de auteur zou een dergelijke positie eenzelfde rendementsperspectief opleveren.

Het voordeel van het schrijven van een dergelijk put is dat de belegger een stuk flexibeler zou zijn, omdat gemakkelijker bijgestuurd kan worden. De liquiditeit van de opties zou superieur zijn ten opzichte van het certificaat.

De schrijver van deze reactie vraagt mij om een vergelijking te maken tussen het rendementsperspectief van het genoemde product en dat van de voorgestelde optie. Dat doe ik graag, vooral ook om een paar misverstanden uit de wereld te helpen.

Voorwaardelijke opties

Op zichzelf ben ik het met de schrijver eens dat het mooier zou zijn als de belegger zelf een optiepositie kan opzetten. Echter, de door hem gesuggereerde geschreven putoptie is niet dezelfde positie als die in het genoemde bonuscertificaat.

Het risicorendement van dat certificaat wordt gevormd door het gebruik van voorwaardelijke (knock-in en knock-out) opties. Deze opties zijn niet verhandelbaar via een reguliere beurs en zijn niet gelijk aan de via de beurs bekende put- en callopties.

Voorwaardelijke opties behouden alleen waarde als de onderliggende index (of aandeel) een vooraf bepaalde grens niet onder- of overschrijdt. In het bonuscertificaat worden bijvoorbeeld down and out-putopties gebruikt op de bonuskoers van 38,50 euro, met ondergrens van de index van 2850 punten.

Risico's verdisconteerd

Ik geef een voorbeeld over de werking van een dergelijke optie en vergelijk dat met een reguliere putoptie. Om met die laatste te beginnen, bij een actuele koers van de Eurostoxx 50 (ES50) van 3020 punten kost een putoptie met uitoefenprijs 3850 en looptijd tot en met december 2017 ongeveer 970 euro.

Met deze optie kunt u tot en met eind 2017 profiteren van een daling van de index, hoe groot die daling ook is. Een down and out-putoptie met uitoefenprijs 3850 en ondergrens 2850 punten is goedkoper.

Dat is logisch, want voor deze optie geldt dat zodra de index 2850 of lager noteert, de optie geen waarde meer heeft. Dat risico wordt in de actuele waarde van deze optie verdisconteerd.

Volgens mijn berekening heeft deze down and out-putoptie bij een indexniveau van 2850 punten een waarde van circa 100 euro. Dat is veel goedkoper dan de reguliere putoptie. Daarom kunnen met het gebruik van deze opties ook hogere rendementen worden behaald.

Maar het risico is natuurlijk ook veel groter, want op of onder de 2850 punten is de optie niets meer waard.

Rendementsperspectief

Ik bekijk nu wat het verschil is tussen het rendementsperspectief van het bonuscertificaat en de voorgestelde geschreven (reguliere) putoptie.

Bij een ES50-stand van 3020 punten noteerde het certificaat 29,60 euro. Een geschreven reguliere putoptie op 2850 punten leverde bij die indexstand, circa 250 euro op. Omdat de verhouding van het certificaat 1 op 100 is, neem ik voor een goede vergelijking de opbrengst van 2,50 euro aan.

De belegger heeft nu dus de keus 29,60 euro te investeren in het certificaat of 32,10 op een spaarrekening te zetten (inclusief de opbrengst van de geschreven putoptie).

Scenario's

Ik bekijk nu de verschillende scenario's en de opbrengst van beide posities. Ik zie daarbij af van renteopbrengsten op de spaarrekening en eventuele marginkosten.

1. De ES50 index blijft tot eind 2017 boven de 2850 punten
Het certificaat lost af op 38,50 euro, en de winst is 30,1%. De geschreven optiepositie heeft aan het eind van de looptijd een waarde van 0. Dat betekent dat de waarde van de gehele positie gelijk is aan het bedrag op de spaarrekening (32,10 euro). Op een investering van 29,60 euro is dat een rendement van 8,4%.

2. De ES50 noteert op enig moment op of onder de 2850 punten

  • ES50 eindigt eind 2017 op 2850 punten. Het bonuscertificaat lost af op 28,50 en er is een verlies van 3,7%. De optieconstructie eindigt uiteindelijk op 32,10 euro en de winst is alsnog 8,4%.

  • ES50 eindigt eind 2017 op 2960 punten. Het bonuscertificaat lost af op 29,60 en er is geen verlies of winst. De optieconstructie behoudt de winst van 8,4%.

  • ES50 eindigt eind 2017 op 3850 punten. Het bonuscertificaat lost af op 38,50 en er is alsnog een winst van 30,1% gerealiseerd. De optieconstructie heeft weer winst van 8,4%.

  • ES50 eindigt eind 2017 op 2000 punten. Het bonuscertificaat lost af op 20,00 euro en er is een verlies van 32,4%. De optie heeft een negatieve waarde van 8,50 euro en moet tegen die prijs worden teruggekocht. De eindwaarde van deze positie is 23,60 euro, waardoor het verlies gelijk is aan -20,3%.

Zoals uit de cijfers blijkt zijn er grote verschillen in uitkomsten. Het certificaat heeft meer risico en de verliezen kunnen hoger uitpakken. Maar de winstmogelijkheden zijn ook veel groter.

Flexibiliteit

Tot slot nog een opmerking over de flexibiliteit van de positie. Ik zie dat de putoptie wordt verhandeld met de stelling 250,00-254,50 euro. Het certificaat wordt gesteld op 29,58-29,60 euro.

Stel de ingenomen posities worden de volgende dag geheel afgebouwd. Het verlies is dan 2 cent op het certificaat, terwijl het terugdraaien van de optiepositie (omgerekend naar de verhouding 1 op 100) een verlies van 4,50 cent met zich meebrengt.

Daarnaast zijn de certificaten verhandelbaar in de verhouding 1 op 100, zodat ook kleine delen van de positie verkocht kunnen worden. Dat neemt niet weg dat ik het zou toejuichen dat voorwaardelijke opties ook via de reguliere beurs verhandelbaar worden.

Want dat betekent dat er geen debiteurenrisico is op de uitgevende instelling, wat met de certificaten wel het geval is.

Zolang deze opties niet via de reguliere beurs verkrijgbaar zijn, kunnen bonuscertificaten een goede rol spelen voor beleggers die specifieke risicorendementverhoudingen in hun portefeuille wensen op basis van hun visie en risicoprofiel.


Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Meld u aan voor de dagelijkse Beursupdate

Dagelijks een update van het laatste beursnieuws en beleggingskansen in uw mailbox!

 

Auteur: Marcel Tak

Marcel Tak is dé special product-specialist van IEX en IEXProfs, maar schrijft ook graag over rente, obligatiemarkt en toezicht als hij zich daartoe geroepen voelt. "De financiële sector is in belangrijke mate bezig met het verplaatsen van lucht. De werkelijke toegevoegd waarde is beperkt. In mijn columns wil ik r...

Meer over Marcel Tak

Recente artikelen van Marcel Tak

  1. dec '21 Van pindakaas tot bitcoin 10
  2. jul '21 AFM: Meer verbiedend dan bindend 1
  3. jan '21 Turbo: hoge hefboom in de ban? 41

Gerelateerd

Reacties

1 Post
| Omlaag ↓
  1. [verwijderd] 3 november 2016 10:45
    Dank Marcel voor je toelichting!
    Ik wilde zeker niet je initiële artikel cq conclusies in twijfel trekken. Voor een particulier belegger met een derivatenkennis die niet verder reikt dan de basis kan dit zeker (zeker gezien de scalability) een welkome aanvulling zijn. Het maakt in ieder geval des te meer duidelijk dat risico en rendement hand in hand gaan.
1 Post
|Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.

Lees verder op het IEX netwerk Let op: Artikelen linken naar andere sites

Gesponsorde links