Terwijl zowel ING als BNP Paribas ervoor kiezen de tactische asset allocatie aan te passen nu de onlusten in Noord-Afrika en het Midden-Oosten vopor hogere olieprijzen en lagere risicobereidheid onder beleggers zorgen, weigert het Amerikaanse Pioneer het roer om te gooien. Een belangrijk geopolitieke gebeurtenis hoeft geen belangrijke financiële gebeurtenis te zijn, stelt de vermogensbeheerder in de maandelijkse Outlook.
Wel erkent Pioneer dat voor verschillende belangrijke Noord-Afrikaans bedrijven de toekomst iets minder rooskleurig geworden is. Veel van die bedrijven zijn dochterondernemingen van Europese multinationals en op die manier wordt de wereldwijde asset allocatie van Pioneer toch wel wat beïnvloed. Maar beleggers hoeven volgens de vermogensbeheerder niet bang te zijn dat de wereldwijde economsiche groei gevaar loopt.
Italië kwetsbaar
Het langetermijngroeiverhaal blijft intact, hoewel opkomende markten wel met inflatie kampen. Reden voor Pioneer om in het begin van het jaar de weging voor Opkomend Azië wat af te bouwen. Hoewel Europese multinationals de winsten in Noord-Afrika zien afnemen, moet het effect van de onlusten op deze bedrijven ook weer niet worden overschat, vindt Pioneer.
Deze bedrijven hebben, wat opkomende markten betreft, vooral exposure naar Azië. De inflatie in China is daarom een groter probleem dan de revoltes in de Arabische wereld. Voor bedrijven in enkele Zuid-Europese landen, met name Italië, gaat die vlieger overigens niet op,waarschuwt Pioneer. Zo haalt oliebedrijf ENI 12% van winst uit activiteiten in Noord-Afrika.
De enige echte beweging waartoe Pioneer zich laat verleiden is de overweging voor Europese aandelen af te bouwen van overwogen naar neutraal. In de VS blijft Pioneer overwogen.