NEW YORK (AFN) - De aandelenmarkten in New York stonden vrijdagmiddag op duidelijke winsten. Het maandelijkse banenrapport van de Amerikaanse overheid temperde de vrees voor een snel oplopende inflatie die de Federal Reserve, de koepel van centrale banken, zou kunnen aansporen tot een agressiever rentebeleid.
De Dow-Jonesindex, met daarin de dertig belangrijkste Amerikaanse beursfondsen, stond tijdens de middaghandel op Wall Street 1,5 procent hoger op 25.260,80 punten. De bredere S&P 500 steeg 1,3 procent tot 2775,75 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq won 1,4 procent en kwam op 7530,24 punten.
De werkgelegenheid in 's werelds grootste economie nam afgelopen maand veel sterker toe dan verwacht. Afgezien van de landbouw kwamen er in totaal 313.000 banen bij, veel meer dan een maand eerder. Maar ondanks de steeds krappere arbeidsmarkt bleef de loonontwikkeling juist achter bij de verwachting van economen.
Gematigde inflatie
Dat laatste wijst op een nog altijd gematigde inflatie. Het banenrapport wordt gezien als een sterke graadmeter voor de Amerikaanse economie en heeft daarom veel invloed op het rentebeleid van de Fed. Algemeen wordt aangenomen dat de centrale bank later deze maand de rente verder zal verhogen. De vraag is vooral hoe lang de volgende rentestap op zich laat wachten.
Sterkste stijger in de Dow was chipfabrikant Intel met een plus van ruim 3 procent. Oliemaatschappij Chevron mocht zich verheugen in een oplopende olieprijs en werd eveneens 3 procent meer waard. Ook machinebouwer Caterpillar was gewild met een koerswinst van 2,7 procent. Enige daler in de Dow was telecombedrijf Verizon met een verlies van 0,3 procent.
Middenmoot
Goldman Sachs stond met een plus van 1,3 procent in de middenmoot. De bank neemt volgens The Wall Street Journal nog dit jaar afscheid van topman Lloyd Blankfein, die sinds 2006 aan het roer staat. Hij behoort daarmee tot de langstzittende bestuurders op Wall Street. De zakenkrant noemt Harvey Schwartz en David Solomon als zijn meest waarschijnlijke opvolgers.
De euro was 1,2330 dollar waard, evenveel als aan het slot van de Europese beurshandel eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg op de termijnmarkt 2,8 procent tot 61,79 dollar. Brentolie werd verhandeld voor voor 65,20 dollar per vat, een prijsstijging van 2,5 procent.