NEW YORK (ANP) - De aandelenbeurzen in New York stonden donderdag halverwege de sessie overwegend op verlies. Dat gold niet voor de Nasdaq, die zijn recordreeks wist te verlengen. Veel aandacht ging uit naar modebedrijven. Resultaten van Abercrombie & Fitch vielen duidelijk niet in goede aarde. Dat gold ook voor die van branchegenoot PVH, het bedrijf achter onder meer Tommy Hilfiger en Calvin Klein.
De leidende Dow-Jonesindex stond omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,2 procent lager op 26.070 punten. De brede S&P 500 noteerde 0,1 procent lager, op 2911 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq won 0,3 procent tot 8131 punten.
Abercrombie & Fitch verloor 16 procent aan beurswaarde. De modeketen zette een hoger dan verwachte winst in de boeken. De vergelijkbare winkelverkopen vielen echter fors tegen. PVH deed het met een koersverlies van 9 procent niet heel veel beter. Met name toeristen lijken minder happig op de merkartikelen van het concern. Branchegenoot Guess won juist 10 procent na cijfers.
Doelwit
Campbell Soup kwam, behalve met ietwat tegenvallende cijfers, met plannen om onderdelen te verkopen en meer kosten te besparen. Beleggers zetten het aandeel daarop 2 procent lager. Het levensmiddelenconcern is al een tijd doelwit van de activistische investeerder Third Point. Die vindt dat het bestuur verkeerde keuzes maakt en wil dat het hele bedrijf in de verkoop gaat.
Webwinkelreus Amazon won 1,2 procent. Het bedrijf is hard op weg om na Apple het tweede bedrijf te worden met een waardering van meer dan 1000 miljard dollar. Het komt daarvoor nog enkele miljarden tekort. Apple, dat inmiddels circa 1100 miljard dollar waard is, won 2 procent. Op 12 september zal het concern de nieuwste iPhones onthullen.
Salesforce verloor 1 procent. Met name de verwachtingen van de onderneming voor het derde kwartaal waren minder dan waarop kenners in doorsnee hadden gerekend.
Verder verlengde automaker Tesla zijn verliesreeks. Het verloor dit keer 1,9 procent. Branchegenoot Ford speelde 2,3 procent kwijt na een negatief rapport van Moody's.
De euro was 1,1654 dollar waard, tegen 1,1647 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie steeg 0,8 procent in prijs tot 70,09 dollar. Brentolie kostte 0,7 procent meer op 77,68 dollar.