China moet nu iets doen om de exportmarkten en daarmee de eigen groei veilig te stellen. In een nieuwsupdate gaat econoom Steen Jakobsen van Saxo Bank in op de ontwikkelingen in het land. Het opwaarderen van de yuan zou een oplossing zijn, omdat het de binnenlandse consumptie en de export van landen met zwakkere munteenheden verhoogt.
Jakobsen werd door een collega gewezen op het verrassende nieuws dat Hong Kong waarschijnlijk in het derde kwartaal een recessie in ging. Mads Koefoed, macro-econoom bij de Saxo Bank, zette het bbp van China en Hong Kong naast elkaar en ontdekte dat de twee van elkaar afhankelijk zijn. Dat betekent dat als de voorspellers gelijk hebben en Hong Kong geen groei meer ziet, de bijbehorende groei voor China 6% of minder is, terwijl 8,6% werd voorspeld.
Dat zou een dramatisch effect hebben, en het risico op deflatie verhogen. China zoekt naar productiecapaciteit, en mobiliseert goedkope arbeid en kapitaal om de economie te laten groeien. Dat resulteert in een stijgend bbp en een verbeterde levensstandaard. Het probleem is dat de opbrengsten van kapitaal negatief zijn geworden, doordat de capaciteit de vraag nu overstijgt. Dat moet veranderen, omdat het systeem anders zichzelf om zeep brengt.
China moet het pad van industriële evolutie volgen, waarbij het evolueert van een semi-industrieel tot volledig industrieel land. Dat is de moeilijkste fase, omdat de economie moet transformeren van het inzetten van middelen en arbeid tot een economie waarin intellectueel eigendom wordt erkend zodat innovatie kan worden beloond. Daarnaast moet China zijn markten volledig openstellen om echte concurrentie te creëren en het model van door de staat gereguleerde banken en financiering te beëindigen.