IEX woordenboek U t/m Z

Klik hier voor woordenboek A t/m F
Klik hier voor woordenboek G t/m M
Klik hier voor woordenboek N t/m T

U - V - W - X - Y - Z

U

Uitbodemen
Term uit de technische analyse. Het stabiliseren van een koers na een periode van neergang.

Uitbraak
Zie doorbraak.

Uitoefenen
Gebruikmaken van het recht dat een optie geeft. Voor een call is dat de aankoop van de onderliggende waarde tegen de uitoefenprijs. Voor een put is dat de verkoop van de onderliggende waarde tegen de uitoefenprijs.

Uitoefenprijs
De vastgestelde prijs waartegen de onderliggende waarde van een optie mag worden ge- of verkocht volgens het optiecontract. (In het Engels: strike.)

Underperformer
Aandeel of sector waarvan verwacht wordt dat ze slechter zal presteren dan de markt of het sectorgemiddelde.

Underwriter
Investement bank die bij een emissie of beursgang de obligaties of aandelen overneemt van de emittent en die voor eigen rekening en risico doorplaatst op de markt.

Uptrend
Een uptrend is als een koers al langere tijd een globale beweging omhoog maakt. De trend is dus omhoog gericht.

Terug naar boven

V

Value at risk (VAR)
Deze term wordt gebruikt voor het bepalen van de risico's, en de omvang daarvan, die banken lopen met hun handelsportefeuille.

Valutaeffect
Het effect van wisselkoersveranderingen op het resultaat van internationaal opererende onderneming.

Valutarisico
Het risico dat onstaat op bezit in een buitenlandse valuta door wijzigingen in wisselkoers.

Vastgoedfonds
Beleggingsinstelling die het geld van de deelnemers belegt in onroerende zaken.

Vastrentend fonds
Een vastrentend fonds is een fonds dat belegt in effecten die op een reguliere basis vaste inkomsten genereren, meestal obligaties, geldmarktinstrumenten of preferente aandelen.

Vastrentende waarden
Verzamelnaam voor waardepapieren waarover een vaste rente wordt vergoed, zoals obligaties, deposito's en leningen.

Vega
De gevoeligheid van de optieprijs voor veranderingen in de volatiliteit van de onderliggende waarde.

Venture capital
Kapitaal dat door bijvoorbeeld participatiemaatschappijen, belegginsmaatschappijen en vermogende particulieren wordt verstrekt aan jonge, startende ondernemingen die snel kunnen groeien, zo bij een tegenslag niet meteen failliet hoeven gaan. In het Nederlands: durfkapitaal.

Vervaldag
De datum waarop het door de optie toegekende recht vervalt.

Vervroegde aflossing
Mogelijkheid van de uitgevende instelling om een structured product eerder dan de afloopdatum af te lossen. Soms is de vervroegde aflossing gekoppeld aan vooraf vastgestelde criteria, soms kan de uitgevende instelling zelf bepalen wanneer tot vervroegde aflossing wordt overgegaan.

Vijandige overname
Overname van een onderneming met instemming van de aandeelhouders, maar tegen de zin van het management.

Vlag
Zie flag.

Volatiliteit
Maatstaf voor de beweeglijkheid van de koers van de onderliggende waarde (bij opties). De standaarddeviatie is de meest gebruikte maatstaf om volatiliteit te meten. Volatiliteit en standaarddeviatie worden gebruikt als indicatie van het risico van een belegging. Hoe hoger de volatiliteit van een onderliggende waarde, des te groter is de kans dat winst gemaakt wordt met de optie en hoe hoger de tijdswaarde. Er bestaat een onderscheid tussen historische (op basis van het verleden) en impliciete (afgaande op de toekomstverwachtingen) volatiliteit.

Volume
Het aantal op de markt verhandelde stukken van aandelen, obligaties of opties.

Voortschrijdend gemiddelde
Indicator gebruikt in de technische analyse die de trend in aandelenprijzen weergeeft. Deze trend wordt berekend door het gemiddelde te nemen van een reeks koersen over een bepaalde achterliggende periode. Door de berekeningen worden fluctuaties afgevlakt of geminimaliseerd. De gemiddelden zijn voortschrijdend omdat het een opeenvolging van gemiddelden betreft. Bij elke nieuwe gemiddelde wordt er een getal aan toegevoegd, en de oudste van de serie geschrapt. Zie ook MACD.

Vreemd vermogen
Kort- en langlopende schulden van ondernemingen aan derden.

Terug naar boven

W

Warrant
Een warrant geeft het recht, maar niet de verplichting om tot een vooraf bepaalde vervaldag een onderliggende waarde te kopen (call) of verkopen (put) tegen een vooraf bepaalde uitoefenprijs.

Warrantlening
Een obligatielening waaraan warrants zijn gekoppeld.

Weekgrafiek
Grafiek die koersen op weekbasis weergeeft. In het Engels: weekly chart.

Weerstand
Een prijsniveau waarop een aandeel of de markt herhaaldelijk stopt met stijgen en begint zijwaarts te bewegen of te dalen. Een tijdelijk plafond (barrière) in de verwachte koersontwikkeling.

Weerstandslijn
Door twee relevante toppen met elkaar te verbinden onstaat een weerstandslijn. Volgens technisch analisten wordt de significantie van deze lijn pas na een succesvolle test door een derde top bewezen.

Window dressing
Verschuivingen in een beleggingsportefeuille om bij de eindejaarsrapportage een zo gunstig mogelijk beeld te kunnen laten zien. Meestal worden slecht renderende aandelen van dat jaar vervangen door goed renderende aandelen van dat jaar.

Winst per aandeel (wpa)
De winst per aandeel (wpa) of earnings per share (eps) is de totale winst van een onderneming gedeeld door het aantal uitstaande aandelen. De wpa geeft de winstgevendheid van een onderneming weer, gezien door de ogen van een aandeelhouder.

Winstclicks
Als van een structured product tussentijds (een deel van) de winst wordt vastgezet. Dit kan gebeuren als bepaalde niveaus zijn bereikt of als percentage van de koers. Dit geeft beleggers een zekere mate van bescherming.

Winstmarge
Winst uitgedrukt in percentage van de omzet.

Winstnemen
Breed aanwezig sentiment waarbij beleggers effecten of een specifiek effect verkopen omdat ze hun winst willen verzilveren.

Winstwaarschuwing
Bericht van een onderneming dat de eerder uitgesproken winstverwachting naar beneden moet worden bijgesteld.

Wisselkoers
De prijs van valuta uitgedrukt in de valuta van een ander land.

X

Geen begrippen

Terug naar boven

Y

Yield
Yield is het uitbetaalde inkomen uit een belegging uitgedrukt als een percentage. De uitbetaalde inkomsten kunnen bestaan uit dividend of rente. In het geval van een uitgekeerd dividend, wordt er ook gesproken van dividendrendement.

Yield curve
De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging en de daarop te ontvangen marktrente. Een normale yield curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over een korte termijn.

Yield spread
Het verschil in effectief rendement tussen langlopen en kortlopend schuldpapier, meestal tussen twee- en tienjarig schuldpapier. Een indicator voor de steilheid van de yield curve.

Yield ratio
Verhouding tussen het dividendrendement op aandelen en het rendement op de kapitaalmarkt.

Z

Zerocoupon obligatie
Een zero coupon obligatie is een obligatie die wordt uitgegeven tegen een koers die ver onder het uiteindelijke aflossingsbedrag ligt doordat de obligatie geen couponnen (rente) uitbetaalt tijdens zijn looptijd. Deze obligaties worden veelvuidig gebruikt in structured products om de (gedeeltelijke) hoofdsomgaranties te waarborgen.

Terug naar boven