De derde in de grote rij der optimisten van SocGen was Andre Laptorne. Hij zette eerst een aantal constateringen op een rij.
- De rendementen zijn heel laag. En een gemiddelde portefeuille houdt bij lange na de inflatie niet bij. Een portefeuille met 40% overheidsobligaties, 50% aandelen, 5% bedrijfsoblgiaties en 5% cash heeft sinds 1950 nog niet zo'n laag direct rendement gehad (2%).
- Beleggers zijn niet geïnteresseerd in rendement, maar vooral in risico. En daar willen ze zo weinig mogelijk van.
- Fondsmanagers zijn tegenwoordig meer gefocust op het behouden van hun baan dan op het maken van rendement. Ik ben het er niet mee eens, maar Andrew vindt het wel.
Rommelen met rekenrente
En het rare is dat Amerikaanse pensioenfondsen nog steeds rendementen van 10% verwachten. Onzinnig, maar het betekent dat pensioengerechtigden in de Verenigde Staten wel naar hun pensioen kunnen fluiten. Dit rendement gaan ze dus nooit halen.
Dat krijg je nou als je met de rekenrente gaat zitten rommelen, zoals sommigen in Nederland ook hebben voorgesteld. Gelukkig zag ik ook een aantal pensioenfondsen in de zaal zitten. Ik hoop dat ze dit zich goed beseffen.
Het leuke of trieste, zo u wilt: als je het aan CFO’s vraagt dan blijkt dat ze zelf verwachten maar 6% op aandelen te verdienen (dit blijkt uit een enquête van de Duke University). En de obligaties zitten daar qua rendement nog ver onder.
Maar ja, als je je verwachte rendement lekker hoog inschat, hoef je niet zoveel premie te storten en is je winst hoger. Lapthorne snapt dat beleggers zoveel meer op risico dan op rendement gefocust zijn.
Immers de klappen die je op de aandelenbeurs oploopt zijn de laatste jaren zoveel groter.
Ik heb een grafiekje gemaakt van de verliezen ten opzichte van het hoogste punt ergens in de vijf jaar daarvoor. Het zwarte lijntje zijn Europese aandelen, het rode lijntje zijn Duitse obligaties. Als ik een pensioenfonds was, dan wist ik het wel.
Maar let wel op dit is achteruitkijken. En beleggen is vooruitkijken.
Klik op de grafiek voor een grote versie
Minder risico
Dit zijn niet de risico’s die beleggers willen lopen. Daarom heeft Lapthorne ook een aantal oplossingen. Dat kan door
- income funds, bijvoorbeeld de hoogdividendfondsen
- stel een portefeuille samen, waar u de niet-dividend betalers uit laat
- maak een mandje met bedrijven met goede balansen
Over het nut van aandeleninkoop liet hij zich niet uit. Hij zei wel dat bedrijven net zo’n waardeloze timers zijn als gewone beleggers. Hij liet een grafiek zien met het percentage van de cashflow besteedt aan share buyback (zwarte lijn) en de S&P 500 (rode lijn).
Logisch als het goed gaat, staat de index hoog en hebben bedrijven een hoop geld over. Dan kunnen ze meer geld uitgeven aan share buy backs. Maar dan kopen ze dus als aandelen hoog staan.
Dat klinkt niet als een verstandige strategie. Je moet juist laag kopen en juist hoog verkopen. Maar als koersen laag staan dan is er meestal wat aan de hand en houden beleggers liever de hand op de knip.
Ik ben een voorstander van aandeleninkoop bij overmatige cash, maar inderdaad als het op deze manier wordt besteed, dan heeft het een waardevernietigend effect.
Verder wees Lapthorne er nog op dat fundmanager zijn nu ongelooflijk moeilijk is. Het is vooral de macro-omgeving die telt. Hij adviseerde dan ook om nu wat bèta (risicovolle) namen op te nemen.
Meestal doen kwaliteit- en inkomensnamen het goed, maar die zijn nu al zo populair geworden dat het op op korte termijn misschien beter is om naar de wat mindere kwaliteit te kijken.