Het Nieuwe Beleggen: 4
"Beleggers moeten weer leren om risico’s te nemen"
Brainstorm 14 februari 2012
Beleggers zijn sinds de kredietcrisis wars van risico's, maar risicoarme beleggingen als obligaties en spaarrekeningen leveren helaas nauwelijks rendement op. Om een kans te maken om toekomstige beleggingsdoelen te halen zulen beleggers moeten leren dat risico nemen toch echt part of the deal is. Of genoegen moeten nemen met minder.
Wie gaat beleggers dat uitleggen? Banken en adviseurs doen op dit moment een stapje terug of worden door regels gebonden. Toch zijn de keuzes die je nu maakt cruciaal voor je financiële toekomst. Zelf doen, dan maar? IEX zette vijf bewezen innovatieve en dwarse denkers uit de beleggingswereld aan één tafel voor een lange, intensieve brainstormsessie. Op zoek naar de grondregels voor Het Nieuwe Beleggen, aan de hand van 10 stellingen. Aan tafel:
- Pieter Kort (PK) – Hoofdredacteur IEX Media
- Kalo Bagijn (KB)– directeur Brand New Day, oprichter Binck bank
- Jean-Paul van Oudheusden (JPvO) – RBS Markets
- Peter Verhaar (PV) – fnancieel commentatot/columnist, oprichter Alex
- Lars Dijkstra (LD) – Chief Investment Officer Kempen, lid ‘Club 300’
- Jeroen Vetter (JV) – directeur Capital Guards, oprichter SNS Fundcoach
Stelling 4: Beleggers moeten weer leren om risico's te nemen
PV: Helemaal mee eens. We zitten nu midden in de discussie over hoe ons pensioen eruit gaat zien de komende jaren. Als eerste moet je daarvoor een keuze maken tussen de garantie die je zou willen hebben en het rendement wat je eruit gaat halen. Nog steeds bestaat de illusie bij mensen dat dat allebei kan: een gegarandeerd pensioen waar je heel weinig voor hoeft te betalen. Ja, daar kan je om lachen, maar het is echt zo. En dat zijn geen mensen met een gering intellect. Het gaat ons nog heel veel tijd kosten om te laten zien dat risico nemen een noodzaak zal zijn als je een bepaald doel wilt bereiken. Voor de meeste mensen geldt dat ze hun doelen alleen kunnen bereiken door een zekere mate van risico aan te gaan.
KB: Dat kan alleen als je het inzichtelijk maakt: als je laat zien wat de consequentie is van een garantie of van het aangaan van risico’s. Wat dat uiteindelijk betekent voor je ‘zekere’ inkomen. Dat zal in eerste instantie heel erg tegenvallen en dan moet je laten zien wat de verdere opties zjn. Die zullen onder andere behelzen dat je meer risico zult moeten gaan nemen.
PV: Mensen leggen iedere maand iets in en je legt uit waar je met allerlei scenario’s op uit kunt komen, maar het is niet gegarandeerd. Als mensen dan toch een bepaald bedrag gegarandeerd willen hebben moet je maar eens naar een verzekeraar gaan en vragen wat het kost om zo’n vast inkomen te garanderen. Moet je eens kijken hoe je dan gaat schrikken. En of je dan nog bereid bent om die prijs te betalen.
JV: Je moet wel onderscheid maken. Een particulier ziet zijn pensioen en wat hij zelf vrij belegt als twee verschillende dingen. Dat zijn twee aparte potjes. Ik denk dat mensen helemaal niet moeten leren om meer risico’s te nemen. Ze nemen alleen rsico’s op de verkeerde momenten. Als ze op 10.000 voet in de lucht zitten willen ze een raket en als ze beneden op de landingsbaan staan willen ze een parachute. De basisemoties zijn hebzucht en angst.
PV: Ik neem het pensioenvoorbeeld om te laten zien hoe mensen moeten nadenken over risico. In de pensioenwereld kun je zó goed zien dat die gedachten er niet zijn.
JV: Als de stelling is: beleggers moeten meer risico’s nemen, dan zeg ik: nee, dat moeten ze helemaal niet.
PK: Eigenlijk zijn mensen psychologsch ongeschikt om te beleggen. Als ze risico zouden moeten nemen willen ze veiligheid en als ze gas terug zouden moeten nemen willen ze juist meer risico nemen.
JV: Onderzoeken wijzen dat wel uit, ja.
LD: Angst en hebzucht zijn de grote valkuilen.
JV: Als de beurs omhoog gaat zijn mensen bang dat ze de boot missen.
JpvO: Je kunt niet iedereen over één kam scheren. Er is een voorhoede die het wel begrijpt.
JV: Ja, er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, maar zo’n onderzoek kijkt naar de gemiddelde belegger. Het gros van de mensen doet aan kuddegedrag.
JpvO: Ik denk dat het aanbod wel kan worden aangepast voor de mensen die er minder ervaren in zijn. Als je zo’n garantie niet kan waarderen, is het ook heel moeilijk om te bepalen of je wel of geen risico wilt lopen. Ik denk dat educatie daarbij kan helpen.
KB: Financiële instelligen dragen daar aan bij door te verkopen wat mensen willen hebben. Nu wordt sparen gepromoot, omdat dat meer tot de verbeelding spreekt.
LD: Het vermogensbeheer is steeds meer gaan draaien om productverkoop. Om producten maken, marketen en distribueren. Maar dat ontslaat je niet van de plicht om ook als vermogensregisseur fatsoenlijk te blijven nadenken. En ook nee durven te verkopen. Maar dat zie je te weinig. Hot products, zoals nu commodities en staatsobligaties, verkopen het lekkerst. Dat is wat sales het liefst verkoopt en wat de klanten het liefst willen hebben. Het is extreem lastig om dat te doorbreken. Dat komt weer door die angst en hebzucht. De Nederlandse pensioenfondsen zijn zwaar geleveraged in de duurste assetcategorie die er is, met hun swaps op Nederlandse en Duitse staatsobligaties. Professionele beleggers zijn net zo bevattelijk voor dit soort zaken als particuliee beleggers.
JV: Het enige verschil is dat ze wat meer geld tot hun beschikking hebben.
LD: Ja, maar de toezichthouders, die net zo veel last hebben van angst en hebzucht, wakkeren dat gedrag ook aan.
KB: Om dat te voorkomen zou je een strikte scheiding moeten aanbrengen tussen productverkoop en advies. Dat zal heel rücksichtslos moeten gaan gebeuren. Daarmee voorkom je het probleem van tegenstrijdige belangen tussen wat goed is voor de klant en wat goed is voor de adviseur. Of een bank adviseert, of een bank levert producten.
PV: Zoals RBS het doet – dat mag ook wel eens gezegd – is heel gezond. Daarom kon ik daar destijds bij Alex ook heel goed zaken mee doen. RBS is echt een productenfabriek. Ze doen niet aan advies. En vervolgens moeten adviseurs of regisseurs maar bepalen of die producten passen binnen een portefeuille.
JV: Het model van de regisseur is al zo oud als de weg naar Rome. Kijk maar naar family offices. Een familie neemt iemand in dienst om hun risico’s te managen. En dat model zou voor een groter publiek beschikbaar moeten worden. Het zou natuurlijk mooi zijn als we een toezichthouder hebben die Albert Heijn er op gaat wijzen dat als jij iedere dag kroketten en frikadellen koopt, zij jou erop moeten gaan wijzen dat je geen frikadellen meer moet eten. Daar gaat de financiële industrie nu naartoe. Een adviseur moet gaan zeggen wat wel en niet goed is voor de klant.
PV: Dat lijkt mij een goede zaak.
PK: In deze stelling werkt het toezicht juist contraproductief. Je wordt weggehouden van risico, terwijl je misschien wel meer zou moeten nemen.
JPvO: Daar ben ik het niet mee eens. Toezicht is toch geen push om geen risico te nemen?
LD: Nou, als je kijkt naar Solvency II voor verzekeraars en het Financieel Toetsingskader, dan zit daar een duidelijk incentive in om minder risico te nemen. Terwijl het steeds duurder wordt om garanties te kopen. Dat is ook volstrekt logisch in het licht van de angst en hebzucht. Het zijn cycli. Nu regeert de angst. Eind jaren negentig zaten pensioenfondsen voor 60% in aandelen, eind jaren zeventig zaten ze voor 40% in vastgoed. Nu zitten we voor 80% in obligaties. Wat het duurst is, zit ook het meest in portefeuilles. Daar contrair aan gaan en nu dus risico’s opzoeken omdat je daarvoor – in onze visie – wordt beloond, is de belangrijkste taak die een regisseur zou moeten vervullen.
PK: Hoe is het voor elkaar te krijgen dat die regisseurs dat ook gaan doen? Moeten ze worden opgeleid of getraind?
JV: Het begint bij het juiste businessmodel. Je ziet het bij private bankers. Die willen dit wel, maar ze komen in een conflictsituatie, omdat het niet overeenkomt met het belang van de onderneming. Je zou een klant misschien wel iets anders willen adviseren, maar dit is het snoepje van de week en dat is je jaartarget, dus er moet verkocht worden. Dat is nu aan het veranderen, maar langzaam.
KB: Het lukt alleen als je een hele strikte scheiding kan aanbrengen. Als je advies geeft mag je geen producten in de markt zetten en omgekeerd. Als dat niet gebeurt zal er altijd een zweem van belangenverstrengeling over dat hele advies blijven hangen. Maar het zal een enorme impact hebben; want dan zullen de grote banken een keuze moeten gaan maken.
JV: Veel wordt opgelegd van boven. Neem de opkomst van open architectuur bij de beleggingsfondsendistributie. Dat was voor veel bedrijven het sein om te zeggen: we gooien onze eigen fabriek de deur uit en we gaan over naar verkoop van fondsen van derden. Nu komt daar bovenop dat je binnenkort geen distributievergoedingen meer mag ontvangen. Er moet zoveel veranderen binnen die logge machines dat er veel tijd overheen gaat voor zo’n machine weer geolied draait. Nu zitten we midden in zo’n proces, waarin alle businessmodellen van banken op hun kop staan. En niemand weet echt hoe de industrie er over vijf of tien jaar uit zal zien.
KB: Zo’n verandering brengt ook een groot risico met zich mee. Want het vertrouwen van consumenten in banken en verzekeraars wordt er alleen maar minder op.