De banken vervallen weer in hun oude gewoontes. Dat stelde voormalig minister van Financiën Wouter Bos voor de commissie De Wit. Het moest maar eens afgelopen zijn met hun streven naar wereldwijde ongebreidelde groei. Oorzaak? De banken rekenen erop dat ze toch wel gered worden door de belastingbetaler. Dat is voorsorteren op een nieuwe crisis, zo kan uit de woorden van Bos worden geconcludeerd.
Bos heeft gelijk. Banken hebben niets geleerd van de kredietcrisis en nemen weer onverantwoorde risico’s. Zo hebben de banken de afgelopen jaren een enorme hoeveelheid giftige financiële instrumenten op hun balans genomen: Europese staatsobligaties. Dat zou verboden moeten worden. En dan durfden ze het ook nog aan in groten getale hypothecaire leningen uit te geven.
Allemaal speculatief. Waar is de tijd gebleven dat de banken zich veilig laafden aan die leuke Amerikaanse kredietpakketjes? De opvatting van Bos staat haaks op die van de European Banking Authority (EBA). Volgens de bankenautoriteit dreigt er inderdaad weer een kredietcrisis, maar niet om de reden die ex-politicus aangaf. Volgens de EBA zijn de banken juist te veel risicomijdend. Banken durven geen geld meer uit te lenen.
Niet gekker worden
Ze plaatsen hun overtollige liquiditeiten bij de ECB in plaats van bij hun collega’s. Ook de particulieren en bedrijven hoeven voor leningen niet mee bij het bankwezen aan te kloppen. Banken die geen geld meer (aan elkaar) uitlenen; het moet inderdaad niet gekker worden. Het is alsof de bakker is gestopt met het verkopen van brood (maar nog wel doorbakt) of de slager geen vlees meer in zijn winkel aanbiedt (maar de slacht wel voortzet).
Tussen de opvattingen van Bos en de EBA lijkt een wereld van verschil te liggen. Bos’ redenering, en hij staat daarin niet alleen, is dat banken weer in de oude fouten vervallen omdat de belastingbetaler uiteindelijk de helpende hand reikt. Ik geloof niet in die theorie. De oud minister wijst met name op Engeland en Canada. Maar juist aan de bereidheid dat de Britste overheid te allen tijde (volledige) steun zal geven aan banken in de problemen wordt door de markt getwijfeld.
Dat zou het oude gedrag toch moeten verminderen. Ik kan mij niet voorstellen dat een bankbestuurder met de wetenschap van eventuele staatssteun, niet geïnteresseerd zou zijn in de gevolgen van het nemen van (te) hoge risico’s. Veel belangrijker is zijn eigen belang bij de mogelijk hoge winsten die voortvloeien uit het nemen van risico. Tegen die uit de hand gelopen bonuscultuur wordt gelukkig geageerd. Dat heeft wel enig effect gehad, maar de beloningen zijn nog altijd riant.
Angst te verliezen
Ik weet ook niet of een lagere beloning het risicomijdende gedrag tempert. Als het om beleggen gaat spelen angst en hebzucht een cruciale rol. Terwijl de hebzucht leidt tot een soms ongecontroleerde jacht op rendement, heeft de angst juist invloed op de risicobereidheid. In de poging riskant gedag te beperken moet dus niet gekeken worden naar elementen die de hebzucht beïnvloeden, zoals beloning en bonussen, maar naar mogelijkheden de angst te vergroten. Pas dan zal werkelijke invloed op risicogedrag worden bereikt.
In mijn ogen zijn maatregelen effectief waarbij de top, maar ook andere verantwoordelijken binnen de bank, hoge boetes moeten betalen als er verliezen worden geleden door te hoge risico’s. Laat de bonussen maar in tact, maar hoe hoger de mogelijke bonus, hoe hoger de boete voor de bestuurder als het mis gaat. De angst geld te verliezen heeft een vele grotere impact dan het eventueel verminderen van een bonus.
En wat de riskante financiële producten op de bankbalansen betreft. De staatsleningen en hypothecaire leningen zouden natuurlijk de solide basis van een bankbalans moeten zijn. De EU moet er voor zorgen dat met name staatsobligaties die functies zo snel mogelijk weer gaan vervullen. Dat is een eerste, maar essentiële stap, naar een gezond bankwezen dat zich bezighoudt met zijn kerntaken.