Het is bij IEX de Week van de Technische Analyse. Het is toevallig ook de week dat de technische aandelen een serieuze koerstik krijgen te verwerken. Daar zullen de grafieken, neem ik aan, tijdig voor gewaarschuwd hebben. Of toch niet?
Dat is voor mij, en veel andere geïnteresseerden, de grote vraag. Werkt technische analyse (TA) en kunnen, gebruikmakend van deze techniek, bovengemiddelde rendementen worden behaald? Laat ik voorop vaststellen dat TA erg populair is.
Kijkt u maar eens naar het aantal views dat technisch analist Bas Heijink, die overigens deze week afscheid neemt van IEX, dagelijks weet te genereren. Daar kan een gewone columnist als ondergetekende alleen maar van dromen, tenzij bitcoins of andere controversiële onderwerpen aan de orde komen.
Gegeven de populariteit van TA zou u de conclusie kunnen trekken dat er op zijn minst enige toegevoegde waarde van deze manier van analyseren moet zijn.
Toegevoegde waarde?
Het vreemde is dat, bij mijn weten, er geen wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is dat onomstotelijk vaststelt dat met TA bovengemiddeld, voor risico gecorrigeerd, rendement is te behalen. Maar ook het tegendeel, dat TA zeker niet werkt, is volgens mij nooit aangetoond.
Voor fundamentele analyse (FA), min of meer het tegendeel van TA, zijn die gegevens er wel. Volgens veel onderzoek slaagt zeker 75% van de actief beheerde beleggingsfondsen er niet in de passieve benchmark-index te verslaan.
Dat betekent dat gemiddeld genomen FA geen toegevoegde waarde heeft en de beleggingsresultaten niet verbetert. Daarmee hebben we gelijk een belangrijke reden van de populariteit van TA te pakken. Als FA niet tot bovengemiddelde resultaten leidt, gaan beleggers zoeken naar alternatieven.
Beleggen en geneeskunde
Dan komt TA als vanzelf naar boven drijven. Wat dat betreft zou u FA kunnen vergelijken met reguliere geneeskunde en TA met de alternatieve. Daar waar de reguliere geneeskunde voor patiënten geen resultaten kan bereiken, is er alle ruimte voor de alternatieve therapieën. Zo werkt dat ook voor beleggers.
Nu is er wel een belangrijk verschil tussen beleggen en geneeskunde. In het laatste geval werken de reguliere therapieën in heel veel gevallen wel, en is er dus maar beperkte ruimte voor de alternatieven.
In de beleggingswereld blijkt FA echter gemiddeld niet te werken, en zou TA analyse zelfs de plaats van FA kunnen innemen. Dat is echter zeker (nog) niet het geval. Kennelijk is lang niet iedereen overtuigd van het nut van TA. Dat is maar goed ook voor de technisch analisten.
Als iedereen er gebruik van zou maken, is het zeker dat er geen toegevoegde waarde meer is. Alle technische informatie zit dan in de koersen, en alleen niet in de TA opgenomen onverwachte schokken kunnen dan nog leiden tot underperformance dan wel outperformance.
Laag kopen, hoog verkopen
Afgezien van de (wetenschappelijke) vraag of TA werkt, heeft het voor mij als belegger iets tegennatuurlijks. Ik koop het liefst aandelen als ze op een lage koers staan en verkoop als ze flink in prijs zijn gestegen. Volgens de TA mag ik aan dit basisgevoel niet zomaar toegeven.
Een aandeel dat in een flinke duikvlucht zit, kan ik beter niet oprapen, want het kan een vallend mes zijn. Ik moet met mijn aankoop wachten tot de koers weer flink is gestegen en het gevaar voor een verder dalende koers is geweken.
Wat mij betreft is er op elk moment gevaar voor dalende koersen, zeker als de koers weer (fors) is gestegen. Een dergelijke manier van handelen zit dus niet in mijn genen. Maar dat zegt natuurlijk nog niets over de waarde van TA.
Wetenschappelijk onderzoek
Eigenlijk kan die waarde alleen maar worden vastgesteld via uitgebreid wetenschappelijk onderzoek. Op zichzelf leent TA zich daar prima voor. De toppatronen, omkeerpunten, terugtests, shooting stars, bearish engulfing en meer van deze vaktermen, zijn relatief makkelijk en objectief vast te stellen.
Zelfs met terugwerkende kracht kan bekeken worden of de TA in een bepaalde periode tot betere dan wel slechtere resultaten zou hebben geleid ten opzichte van een passieve buy and hold-belegging.
Misschien moet IEX, in lijn met de passief-actief battle, een strijd tussen technische analisten tegen de passieve index organiseren. Zo kan worden vastgesteld of TA inderdaad tot betere resultaten leidt.
De passief-actief strijd wijst sinds de start in 2012 uit dat de passieve index, conform de verwachting, beter scoort. Maar ook dat is nog geen garantie dat dit consistent voor alle jaren geldt. Dit jaar heeft de actieve Fonds 40 een opmerkelijk grote voorsprong van 2,3% op de passieve Index20+.
Zelfs de langetermijnvoorsprong, nu nog 1%, komt door deze ontwikkeling in gevaar…
Grillig en onvoorspelbaar
De conclusie moet misschien wel zijn dat de wetenschap maar beperkt kan helpen te duiden of bepaalde beleggingstechnieken toegevoegde waarde hebben.
De financiële markten verlopen zo grillig en onvoorspelbaar dat beleggingstheorieën, die altijd gebaseerd zijn op het verleden, nooit de toekomstige ontwikkelingen goed kunnen aangeven.
Noch als het om fundamentele analyse, noch als het om technische analyse gaat. De belegger moet ermee leren leven. Hij zal zijn eigen weg op de financiële markten moeten vinden en kiezen voor het analysevoertuig waar hij zich het meest comfortabel bij voelt.