Europese aandelen verloren begin december veel van hun waarde; toen Draghi niet de verwachte royale extra verruiming bekendmaakte, gingen de beurzen met vele percenten plaag. Vreemd, want het verhaal dat Draghi afstak, was eigenlijk reuze positief.
De ECB verhoogt voor 2016 de economische groeiverwachting van de eurozone van 1,7% naar 1,9%. Ook de inflatieverwachting wordt naar boven bijgesteld. Daarnaast verlengt de ECB het bestaande verruimingsprogramma en verlaagt het de depositorente van de Europese Centrale Bank met 0,1% tot min 0,3%.
Genoeg redenen voor beleggers in Europa om blij te zijn, zou je zeggen. Niet dus. De brede koersdalingen bieden een prima instapmoment als ik de verschillende beleggingshuizen moet geloven. Net als vorig jaar verwachten zij dat Europese aandelen het het komend jaar helemaal gaan worden.
- De redenen, die zij nu aanvoeren, zijn gelijk aan die van een jaar geleden:
- Dat Europese exportbedrijven dik profiteren van de goedkope euro.
- Dat Europa aan het begin staat van een breed economisch herstel.
- Dat Europese aandelen relatief goedkoop zijn gewaardeerd.
- Dat de Europese banken doorgaat met verruimen, terwijl de Amerikaanse centrale bank, Fed, juist op het punt staat de rente te verhogen.
Risico wordt beloond
Maar als er dan in Europese aandelen moet worden belegd, welke moeten het dan wezen: smallcaps of largecaps? Uitgaande van de rendementen uit het verleden is het verleidelijk om voor het kleine grut te gaan. Smallcaps presteren op de lange duur het beste, zo hebben verschillende studies wel laten zien.
Verschillende argumenten zijn aangevoerd om deze outperformance te verklaren. Omdat smallcaps risicovoller zijn, genereren ze uiteindelijk het hoogste rendement. Het nemen van risico wordt op de beurs immers altijd beloond.
Of dat smallcaps minder door analisten worden gevolgd, waardoor de kans op onderwaardering groter is. En dat het voor klein bedrijven relatief gemakkelijk is om hun winsten explosief te laten stijgen. Zij staan immers vaak nog aan het begin van een lange ontwikkeling.
Proef op de som
Toch zijn er ook redenen te bedenken om juist voor largecaps te kiezen. Die creëren op de lange termijn misschien iets minder waarde, maar bewegen wel veel rustiger. Bovendien, de outperformance van smallcaps is het gevolg van een paar jaar van extreme outperformance, meestal in het begin van een bullmarkt.
Is zo een bullmarkt al een tijdje onderweg, zoals nu, dan renderen largecaps veelal beter. Ik leg twee breed in Europese aandelen gespreide beleggingsfondsen naast elkaar:
Beide zijn in Luxemburg genoteerd, beleggen alleen in West-Europese aandelen en worden door Morningstar hoog gewaardeerd met vier sterren. Welk van de twee rendeerde tot nu toe het beste? En hoe zit het met andere belangrijke zaken zoals risico, kosten en dividend?
Koers
- Schroder largecap: 271,77 euro
- Kempen smallcap: 44,13 euro
Rendement tien jaar (gemiddeld per jaar)
- Schroder largecap: 4,81%
- Kempen smallcap: 9,31%
Rendement vijf jaar (gemiddeld per jaar)
- Schroder largecap: 9,53%
- Kempen smallcap: 12,79%
Rendement year-to-date
- Schroder largecap: 13,57%
- Kempen smallcap: 22,60%
Dividend
- Schroder largecap: geen
- Kempen smallcap: 1,78 euro
Kosten
- Schroder largecap: 0,95%
- Kempen smallcap: 1,00%
Risico (standaarddeviatie)
- Schroder largecap: 12,63
- Kempen smallcap: 11,56
Top 3-sectoren
- Schroder largecap: Financials (22%), defensieve consumptiegoederden (15%), gezondheid (12%)
- Kempen smallcap: Cyclische consumptiegoederen (26,5%), industrie (25,5%), tech (19,5%)
Aantal posities
- Schroder largecap: 65
- Kempen smallcap: 37
Top 3-posities
- Schroder largecap: Roche, Sanofi, Imperial Tobacco
- Kempen smallcap: Wiregard, Dignity, Dunelm
Conclusies
De prestaties van het Europese largecapfonds van Schroder zijn zeker niet slecht. Dit jaar bedraagt de winst ruim 13%. Daarmee kunt u thuiskomen. Over de laatste tien jaar is het rendement bijna 5%. Dat is inclusief de kredietcrisis die menig beurs op een verlies van 50% trakteerde.
Maar toch, de rendementen steken schril af tegen dat van het geconcentreerde smallcapfonds van Kempen. Dat fonds presteerde in alle gemeten periodes een stuk beter. Over de laatste tien jaar is het rendement van het Kempenfonds bijna het dubbele, zonder dat het fonds van Kempen risicovoller is.
Ook dit jaar hebben aandeelhouders van het Europese smallcapfonds van Kempen met een plus van 22,60% geen reden tot klagen. Ook een voordeel van het Kempen European Small Cap Fund: het keert jaarlijks circa 4% dividend uit. Zogenoemde inkomenbeleggers zullen daar blij mee zijn.
Schroder doet niet aan dividend. Dat stuurt enkel op koerswinst. In kosten zijn de verschillen miniem. Het fonds van Schroders is 0,05% per jaar, duidelijk niet genoeg om het enorme rendementsverschil te compenseren.