Welkom bij deel drie van deze spontane snelkookpancursus beleggen (hier deel 1 en 2), voor alle nieuwelingen op de beurs die geen benul hebben waar ze moeten beginnen. Als u nu al bent afgehaakt na de eerste twee delen, omdat het zo veel leeswerk is, bent u denk ik per definitie ongeschikt om te gaan beleggen.
Ik schreef al dat geduld hebben het allerbelangrijkste is op de beurs. Geduld om zowel goede als slechte tijden te doorstaan. Dat u niet bij de eerste beste tegenslag de benen neemt, of euforisch raakt als het juist goed gaat en u op feestjes loopt te brallen hoe geweldig u bent. Hier kwamen in het verleden de ergste brokken van.
Behalve geduld moet u ook huiswerk maken. Vooral van tevoren. Inlezen, excel-excercities maken en eindeloos vergelijkend warenonderzoek doen, het hoort er allemaal bij. Bezint voor gij begint, dit kan u op lange termijn veel geld opleveren en u ellende besparen. En u hebt het tenminste zelf gedaan als het fout gaat!
U kunt het ook allemaal aan uw bank, adviseur, vermogensbeheerder of aan de sterren over laten. Het is een kwestie van wat u het beste ligt. Niettemin kan het geen kwaad als u ook dan een beetje van toeten en blazen weet, want verdorie: we hebben het wel over uw geld! U wilt toch weten wat daarmee gebeurt?
Aandelen, obligaties, sparen of...?
Snel verder, u hebt na het lezen van deel een en twee bedacht waarom u wilt beleggen, voor hoe lang en wat voor risico u wilt nemen. Laat ik drie veel voorkomende voorbeeldporto's nemen:
- Pensioenportfolio: 30 jaar met laag tot gemiddeld risico
- Portefeuille voor studie kinderen: 18 jaar met gemiddeld tot wat hoger risico
- Speelportefeuille: hóógrisico
Die strikt persoonlijk risicofactor - noem het de rustig-slapen-indicator bepaalt in welke mate u uw geld in verschillende producten steekt, met een mooi woord asset classes. Ik gaf u het rijtje al mee. Op verzoek van de Koffiekamer neem ik derivaten mee. Lees de reacties onder deze stukken, ze zijn zeer waardevol!
- Sparen
- Staatsobligaties
- Bedrijfsobligaties
- Vastgoed
- Aandelen
- Grondstoffen
- Derivaten
Even heel snel:
- Sparen is het meest veilig, hoewel nooit 100% veilig.
- De rest spreekt voor zich en wen er maar vast aan, daar gaat het gros van uw geld inzitten. Bij aandelen bent u mede-eigenaar van een bedrijf en krijgt u een winstuitkering (dividend), als een bedrijf dat behaagt. Het is vrijwillig. Bij obligaties bent u schuldeiser en krijgt u een rentevergoeding.
- Grondstoffen (commodities) is een strikt persoonlijke keuze. U belegt puur voor de koerswinst of -verlies in goud, olie, ijzer, cacao, tarwe, varkenspens of sinaasappelsap, want het keert geen dividend of rente uit.
- Derivaten is een heel breed begrip, maar gemakshalve zit hier het meeste risico. Opties, turbo's, CFD's, CDS et cetera: het zijn soms (razend) ingewikkelde producten vooral voor profesionals en doorgewinterde doe-het-zelvers. Op IEX zeggen we altijd: beleg nooit in een product dat u niet binnen twee minuten begrijpt.
Zoek het lekker zelf uit!
Oké, u mag dit weekend uw eigen of die drie voorbeeldportefeuilles vol gaan hangen met wat waar in moet. En dat is lastiger dan u denkt. Bijvoorbeeld bij die pensioenportfolio met dat gemiddeld risico denkt u wellicht, da's gemakkelijk: gewoon 25% sparen, 25% aandelen, 25% obligaties en 25% vastgoed.
Helaas, zo werkt het niet helemaal. Risico is dynamisch. Of u nu veel of weinig wilt wagen, de truc is dat op de afloopdatum uw porto risicovrij moet zijn. Als u met pensioen gaat of uw kinderen gaan naar de universiteit, dan wilt u dat geld hebben en niet met lege handen staan, omdat die dag de beurs net crasht.
Geloof me, dit kán. Ik heb nog een mail uit najaar 2008 van een echtpaar dat mij in wanhoop schreef: één lange zin van twee A4'tjes. Al hun geld van een leven lang hard werken in eigen zaak waren ze kwijt, omdat ze al hun geld in één achteraf gebleken verkeerd beleggingsfonds hadden zitten. Zo'n mail wil ik nooit weer!
Als u echter aan het begin staat van wat een dertigjarige pensioenportfilio met een gemiddeld risico moet worden, dan kunt u in het begin juist veel risico nemen om dat in de loop van de jaren af te bouwen. Waarom in het begin niet 100% aanddelen en aan het eind 100% cash en staatsobligaties? Oké, maar, hoe moet dat?
Daar zijn gemakkelijke vuistregels voor om dat door de jaren heen aan te passen, die ik u pas in deel vier verklap. Ik ben veel te benieuwd wat er u zelf van maakt, want wie weet komt er iets slims bovendrijven. Nee, ik heb het ook nog niet over bedragen, titels en laat staan rendementen. First things first - geduld, weet u nog?
Vult u het ook in voor de studieportefeuiile. Die spelporto of van mij part gok- of hobbyportfeuille? Ach, laat maar zitten. Als u dat al overweegt, dan hebt u waarschijnlijk al iets met de beurs en weet u al behoorlijk van wanten. Ook met derivaten. Dan hebt u verder niet zoveel aan deze snelkookpancursus.
Maandag gaan we weer naar de theoretische porto's kijken en wat voor theoretische rendementen daarbij horen. Dan ziet u hoe geld werkt - want dat doet het echt - door de jaren heen op de beurs en hoe een kleine aanpassing van risico, bedrag of rendement enorme gevolgen op lange termijn kan hebben.
Dan ziet u ook in één oogopslag of het iets voor u is - als u er wakker van ligt, moet u gewoon niet gaan beleggen - of dat het misschien wel meevalt. Misschien kunt u wel meer risico verdragen dan u dacht. Omdat u misschien mede door deze stukjes namelijk veel beter weet waar u mee bezig bent.