Beperktedijkbewaking schreef op 13 augustus 2020 17:12:
[...]Duidelijk. Nog wel iets over de breedtegraad-afhankelijkheid.
Je zegt dus: hoog-energetische protonen komen (veel) minder vaak voor maar produceren in de atmosfeer (veel) meer neutronen. Daarom is de totale neutronenflux net als de protonenflux bij hoge energie (zeg plm > 5 GeV) niet erg gevoelig voor de zonneactiviteit, en eveneens (neem ik aan) tamelijk isotroop qua richtingsverdeling. Dat die neutronen in het bedoelde plaatje geteld zijn bij Antarctica is dus niet essentieel?
Maar geldt dit alles ook voor de secundaire producten (m.n. muonen) die verantwoordelijk zijn voor de ionisaties in de (lagere) troposfeer? Worden die niet meer (of relatief meer) via tussenproducten geproduceerd
door laag-energetische protonen? Ik vraag dit ook omdat veel energie van de hoog-energetische protonen op een andere manier 'verdwijnt', hetzij de aardkorst in, hetzij via gammastraling en neutrino's weer het heelal in.
Omdat die laag-energetische protonen vooral op hogere (magnetische) breedtegraden 'naar beneden komen', zou dat dus ook voor de muonen gelden?
Als dat zo is, speelt het door R. Engels bedoelde effect dus vooral op hogere breedtegraden, en veel minder nabij de evenaar. Dat maakt het nog minder belangrijk dan ik om andere redenen al denk, omdat het effect op het albedo (waar het uiteindelijk om gaat)op hoge breedtegraden minder interessant is vanwege de schuinere (dus zwakkere) inval van het zonlicht daar. Mee eens?