Waarom belegt u eigenlijk? Dat is een belangrijke vraag als u, met veel of weinig risico en voor korte of langere termijn, aandelen of obligaties koopt. Veel beleggers zullen die vraag niet goed kunnen beantwoorden. "Het is gewoon belangrijk een kapitaaltje voor later op te bouwen", zal de gedachte zijn.
Toch is het niet gek concrete doelen aan te geven voor het geld dat u met risico op de financiële markten uitzet. Het doel en de termijn waarop u dat doel wilt bereiken, bepalen namelijk in hoge mate het risico dat u met uw beleggingen aangaat. Uiteraard wel binnen het kader van uw eigen risicoprofiel.
Het is niet gemakkelijk een portefeuille samen te stellen met een risicoprofiel en verwacht rendement dat precies past bij uw doelstellingen. Vermogensbeheerder Velthuyse & Mulder tracht via Doelbeleggen dit probleem voor de belegger op te lossen.
Doelmeter
Op de website van Doelbeleggen wordt plastisch de doelmeter gepresenteerd. De belegger kan zijn beleggingsdoel aangeven, de termijn waarop hij dat doel wil bereiken en de wijze waarop de inleg plaatsvindt (ineens en (of) in termijnen).
Vervolgens wordt direct de haalbaarheid van het doel aangegeven. Ik vul in dat ik over tien jaar een bedrag beschikbaar wil hebben, bijvoorbeeld voor de aanschaf van een boot, van 60.000 euro. Ik bezit nu 20.000 euro. De doelmeter geeft aan dat ik een kans van 18,3% heb dat ik mijn doel haal.
Bovendien heb ik een risico van 15 op de schaal van 25. Dat is een hoog risico, het hoogste van de door doelbeleggen gepresenteerde risicoprofielen. Het aardige is dat ik aan de hand van deze uitkomsten mijn beleggingsvariabelen kan veranderen.
Haalbaarheid aangepast
Ik vind bijvoorbeeld de kans van 18,3% te laag en besluit mijn beleggingshorizon te verruimen van tien naar vijftien jaar. Kijk eens aan, de haalbaarheid neemt toe naar 41,7%.
Vervolgens bepaal ik, naast de inleg van 20.000 euro, maandelijks 150 euro opzij te leggen. De haalbaarheid neemt fors toe tot 92,3%, terwijl mijn risico veel lager wordt, namelijk 6. Dat betekent dat vooral door de maandelijkse storting mijn doel met veel meer zekerheid en minder risico in zicht komt.
De doelmeter laat telkens het risicoprofiel zien met de hoogste haalbaarheid het doel te bereiken. De door doelbeleggen samengestelde portefeuille wordt dagelijks bekeken op haalbaarheid van de doelstelling.
Bij tegenvallende rendementen wordt geadviseerd om bijvoorbeeld extra middelen bij te storten of een hoger risicoprofiel te kiezen.
Andersom, als meer dan het benodigde rendement behaald lijkt te worden, wordt geadviseerd het risicoprofiel te verlagen om zo met meer zekerheid het doel te behalen. Ook zal het risicoprofiel een aantal jaar voor de einddatum worden verlaagd.
Portefeuille zelf
De portefeuille zelf bestaat uit een aantal indexfondsen op de MSCI World Index, euro-obligaties en vastgoed. Daarnaast kan nog een beperkte hoeveelheid liquiditeiten worden aangehouden. De mix tussen deze categorieën is afhankelijk van het risicoprofiel.
Ik moet zeggen dat deze methode van beleggen erg inzichtelijk is, en de belegger een uitstekend inzicht geeft hoe doelstelling, tijd en tussentijdse inleg samenhangt met risico en haalbaarheid.
Het systeem laat ook zien dat een forse koersdaling voor een langetermijnbelegger niet betekent dat het doel helemaal uit beeld verdwijnt. Een iets hoger risicoprofiel of een beperkte (periodieke) bijstorting is dan al gauw voldoende corrigerend.
Kanttekeningen
Daarmee wordt angst en emotie tegengegaan dat er vaak voor zorgt dat beleggers op hoge koersen kopen en juist op lage koersen verkopen. Ik maak echter wel een paar kanttekeningen bij deze beleggingsmethodiek.
De belangrijkste betreft de toekomstige rendementen die worden gehanteerd om de haalbaarheid van het doel te berekenen. Uit navraag blijkt dat het om historische rendementen over de afgelopen decennia gaat.
Op zichzelf is dat geen probleem als het om aandelen gaat. Maar met obligaties ligt dat anders. Met de huidige rente, die in sommige gevallen richting 0% tendeert, geven historische rendementen weinig of zelfs een verkeerd inzicht.
Prognoserendementen
Zo bereken ik dat doelbeleggen voor (Europese) obligaties de komende vijftien jaar een (netto) rendement van circa 4% wordt verondersteld. Dat is onhaalbaar vanaf de huidige renteniveaus. Doelbeleggen geeft aan dat ze bezig zijn de prognoserendementen verder te optimaliseren (zie note onder deze column).
Een tweede opmerking betreft de looptijd waarover het prognoserendement wordt gehanteerd. Als bij een vijftienjarige termijn een hoog risicobelegging wordt geselecteerd om het doel te bereiken, geldt het bijbehorende (hoge) prognoserendement voor de gehele periode.
Echter, enkele jaren voor de einddatum wordt het risicoprofiel verlaagd en zou ook een daarbij passend lager prognoserendement moeten worden gehanteerd.
Ingrijpen mogelijk
Een derde kanttekening is dat het gevaar dat de belegger de gehanteerde haalbaarheidpercentages te absoluut neemt. Het zijn op statistische gegevens gebaseerde cijfers, die op basis van de werkelijke ontwikkelingen toch heel anders uit kunnen pakken.
Ook een 87% kans op haalbaarheid geeft geen garantie dat de doelstelling zonder majeur tussentijds ingrijpen wordt behaald. Grote verliezen blijven ook dan gewoon mogelijk.
Daar staat wel tegenover dat door het voortdurend bijhouden van het gerealiseerde rendement ten opzichte van de prognose, ruimschoots op tijd kan worden ingegrepen om de doelstellingen bij tegenvallende tussentijdse resultaten alsnog bereikbaar te houden.
Kosten
Niet onbelangrijk zijn de kosten van deze beleggingsmethodiek. Doelbeleggen rekent een vaste vergoeding van 0,75%. De transactiekosten bedragen 0,1% over de waarde van de transactie. De indexfondsen ten slotte rekenen gemiddeld 0,20% aan kosten, zodat over het eerste jaar de totale kosten 1,05% bedragen.
In latere jaren zullen de transactiekosten lager zijn dan 0,1%, en worden door doelbeleggen op 0,03% geschat. De totale kosten komen dan fractioneel onder de 1% (0,98%) op jaarbasis uit.
Let wel op dat in mijn onderzoeken naar de kosten van ETF's blijkt dat de werkelijke kosten van de passieve fondsen vaak hoger liggen dan de opgegeven kosten. Houdt u er rekening mee dat deze ETF-kosten, en daarmee de totale kosten van doelbeleggen, circa 0,1% hoger uitvallen.
Wat vindt Tak?
Mijn conclusie is dat doelbeleggen een goed concept is met voor de belegger toegevoegde waarde. Anders dan vermogensbeheer waarbij getracht wordt met selectie van aandelen en (sector) allocatie beter te presteren dan de benchmark (hetgeen zelden lukt), wordt bij doelbeleggen veel meer aandacht besteed aan risico en de gevolgen voor het eindresultaat van de (doel)belegging.
Het systeem valt en staat echter met de aannames van de prognoserendementen. Daar heeft doelbeleggen zeker nog een slag te maken. De uitkomst van een dergelijke slag is dat als de keuze op een risicomijdend profiel valt, de haalbaarheid van het doel flink zal slinken.
Note: Inmiddels heeft doelbeleggen die slag gemaakt en de prognoserendementen voor obligaties aangepast. In plaats van 4% op jaarbasis, groeit het rendement nu lineair in tien jaar van 0,0% naar 4,0%.
Daardoor zijn de uitkomsten van het voorbeeld in deze column iets anders dan in deze column aangegeven.