Het klachteninstituut voor de financiële dienstverlening Kifid constateert een groei in het aantal klachten over vermogensbeheer. Kifid ziet, bij monde van financieel ombudsman Nol Monster, een direct verband met het slechte economische klimaat. Maar stelt Monster "klagende consumenten blijken in vrijwel alle gevallen geen geschikte kandidaten om hun kapitaal aan beleggingsrisico bloot te stellen, omdat zij tientallen procenten verlies niet kunnen dragen".
Monster vindt dat vermogensbeheerders moeten kunnen vaststellen of hun cliënt een worst case scenario wel wil en kan aanvaarden. Zo niet dan dienen zij de consument iedere vorm van beleggen af te raden. Die gang van zaken is volgens Monster niet de modus operandi ‘omdat de financieel dienstverlener daarmee zichzelf benadeelt’.
Daarentegen wekken deze experts wekken juist vaak de indruk dat het geld van de consument bij hen in veilige handen is, vervolgt Monster, door te stellen dat ze een strategie hanteren die zowel bij stijgende als bij dalende koersen vruchten af zou werpen. De financieel ombudsman stelt vast dat consumenten gevoelig zijn voor dit soort wervende voorlichting, omdat zij zoeken naar risicoloze belegging met een uitstekend rendement. ‘Dat zijn vierkante cirkels’, stelt Monster.
Eén op de drie
Een andere ergernis van de financieel ombudsman is dat het verdienmodel vaak in nevelen gehuld blijft. Naast de rechtstreekse en zichtbare beloning (beheersfee) betalen klanten mee aan niet-zichtbare vergoedingen voor fondsbeheer door hun vermogensbeheerder, aan kickback fees en distributievergoedingen, somt Monster op.
De financieel ombudsman vindt de klachten over kredietbemiddelaars ernstig. ‘”In het overgrote deel van de klachten oordeelde ik dat de gegeven adviezen de toets der kritiek niet kunnen doorstaan en adviseerde ik de dienstverlener de schade te vergoeden”. Uit het jaarverslag van 2011 van Kifid blijkt overigens juist een daling van het totaal aantal klachten van 12%, van 7.347 naar 6.450.
Dat is deels toe te schrijven aan een verbeterde klachtenafhandeling bij de banken zelf. Met name het aantal beleggingszaken nam fors af, met circa 30%. Van de behandelde klachten werd in ‘ongeveer een derde’ van de gevallen een uitspraak gedaan in het voordeel van de belegger. In tweederde van de gevallen werd de bank/vermogensbeheerder in het gelijkgesteld.
Een jaar eerder (2010) kreeg de consument in 27% van de gevallen het gelijk aan zijn zijde. In crisisjaar 2009 werd een klachtenstijging met bijna een kwart gesignaleerd door Kifid. Ook toen lag het aantal toegewezen klachten iets boven de 30%.