Van beleggers
voor beleggers
desktop iconMarkt Monitor
  • Word abonnee
  • Inloggen

    Inloggen

    • Geen account? Registreren

    Wachtwoord vergeten?

Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee

Leer meer over optiebeleggen

Speciale lezersaanbieding:
AEX-opties voor maar 1 euro!

Optiebeleggen

De belangrijkste optiebegrippen in het kort, uitgelegd door specialist John van der Schenk

  • Optie: het op de optiebeurs verhandelbare recht om een bepaalde vaste hoeveelheid onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen) te kopen of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs gedurende een bepaalde periode. Het verkopen van opties wordt ook wel schrijven van opties genoemd.
  • Putoptie: geeft de houder het recht om de onderliggende waarde te verkopen tegen de vooraf afgesproken uitoefenprijs. De verkoper gaat ten opzichte van de koper hiermee een verplichting aan.
  • Calloptie: verhandelbaar recht om op een bepaald moment in de toekomst een afgesproken hoeveelheid van een onderliggende waarde te kopen tegen een vooraf afgesproken prijs.
  • Strangle: tegelijkertijd kopen of verkopen van call- en putopties op eenzelfde aandeel met dezelfde expiratiedatum, maar met verschillende uitoefenprijzen.
  • Straddle: tegelijkertijd kopen of verkopen van call- en putopties op eenzelfde aandeel met dezelfde expiratiedatum en uitoefenprijs.
  • Butterflyspread: een combinatie van opties gericht op een beperkte beweging van de koers van de onderliggende waarde. Bijvoorbeeld door het gelijktijdig schrijven van een put met een lagere uitoefenprijs en een call met een hogere uitoefenprijs.
  • Putspread: het kopen van een put die het dichtst bij de huidige koers ligt en het verkopen van een put verder out-of-the-money. Hiermee speelt de belegger in op de verwachting dat de onderliggende waarde zal dalen in koers. Het verschil met het kopen van een losse put is dat de koper in de spread een deel van de mogelijke winst afstaat in ruil voor een lagere investering.
  • Callspread: het kopen van een call in combinatie met het verkopen van een call met een hogere uitoefenprijs. De maximale winst is het verschil tussen de uitoefenprijzen. Er is geen margineis.
  • Tijdspread: is opgebouwd uit twee opties op dezelfde onderliggende waarde met dezelfde uitoefenprijs maar verschillende uitoefenmaanden en meestal met dezelfde uitoefenprijs, maar daar kan van worden afgeweken. Naast een lagere investering kan het ook zijn dat de visie bij een tijdspread is dat de onderliggende waarde op korte termijn slechts in beperkte mate zal bewegen.
  • At-the-money optie: een optie waarvan de uitoefenprijs rondom de beurskoers ligt.
  • In-the-money optie: een optie met veel intrinsieke waarde. Callopties zijn in-the-money als de uitoefenprijs lager is dan de koers van de onderliggende waarde. Bij putopties geldt het omgekeerde.
  • Out-of-the-money optie: een optie met alleen verwachtingswaarde zonder intrinsieke waarde. Callopties zijn out-of-the-money als de uitoefenprijs hoger is dan de koers van de onderliggende waarde. Bij putopties geldt het omgekeerde.

Kijk voor meer optiebegrippen ook in het
IEX Beleggerswoordenboek
Alle beleggingstermen overzichtelijk op een rij.

Gerelateerde onderwerpen

behavioral finance, Lynx, Mijnbroker, Opties, Saxo Bank, Today's Brokers, TradersOnly

Lees verder op het IEX netwerk Let op: Artikelen linken naar andere sites

Gesponsorde links