Speelgoedmakers in trek op groen Wall Street

NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York lieten maandag halverwege de handel weinig beweging zien. Beleggers reageerden verheugd op het vooruitzicht van een mogelijke samensmelting in de speelgoedbranche door Mattel en Hasbro. Verder werd gekeken naar de afwijzing van het overnamevoorstel van chipgigant Broadcom op branchegenoot Qualcomm en stond General Electric in de schijnwerpers wegens een strategie-update.

De leidende Dow-Jonesindex stond omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,1 procent hoger op 23.442 punten. De brede S&P noteerde ook 0,1 procent in de plus op 2584 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq stond eveneens 0,1 procent hoger op 6755 punten.

Hasbro zou vrijdag zijn interesse in een overname van Mattel kenbaar hebben gemaakt. Mattel, bekend van onder meer Fisher Price, Barbie en de auto's van Hot Wheels zag zijn beurswaarde met dik 20 procent stijgen. Hasbro, bekend van onder meer Monopoly en Cluedo, won 5,6 procent.

Qualcomm omhoog

Qualcomm werd beloond met een stijging van 2,3 procent voor het afwijzen van Broadcom (min 0,5 procent). De chipgigant liet weten geen heil te zien in het overnamevoorstel ter waarde van 130 miljard dollar van branchegenoot Broadcom. Qualcomm is van mening Broadcom niet nodig te hebben om waarde te creëren voor investeerders.

Zwaargewicht GE verloor bijna 8 procent. Het industrieel conglomeraat maakte onder meer bekend dat het voor de derde keer in zijn 125-jarige geschiedenis het dividend zal verlagen en dat het het mes zet in het personeelsbestand.

Boeing wint

Bij de overige bedrijven steeg vliegtuigmaker Boeing 0,4 procent. Het bedrijf wist een miljardenorder van luchtvaartmaatschappij Emirates binnen te slepen.

Tyson Food profiteerde met een plus van 1,4 procent van een beter dan verwacht kwartaalbericht. Verder maakte investeerder Brookfield Property Partners (min 3,7 procent) bekend de resterende aandelen die het nog niet bezit in eigenaar van winkelcentra GGP (plus 8,2 procent) over te nemen.

De euro was 1,1664 dollar waard, tegen 1,1657 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie was nagenoeg ongewijzigd op 56,73 dollar. Brentolie kostte 0,7 procent minder en werd verhandeld voor 63,10 dollar per vat.