Ondanks alle overheidstimulering wil de economie maar niet echt groeien. Ten einde raad grijpen overheden naar het laatste redmiddel: depreciatie van de valuta.
Er wordt gesproken van een aanstaande valuta-oorlog. In verschillende landen heeft de overheid alle registers opengetrokken om de groei te stimuleren:
- Cash for clunkers
- premie voor starters op de woningmarkt
- fiscale voordelen om bedrijven te stimuleren om personeel langer in dienst te houden
- premie op bedrijfsinvesteringen
- banken overeind houden middels kapitaalinjecties en garanties
- en niet te vergeten de officiële rentetarieven richting nul brengen
De fiscale stimuleringsmaatregelen kennen een natuurlijke rem: de obligatiemarkt. Die rebelleert tegen oplopende overheidstekorten, zeker als er geen uitzicht is op een verbetering van het huishoudboekje.
In Europa ondervinden bijvoorbeeld de Griekse, Portugese en Ierse overheden dat elke dag aan den lijve.
Tegenvallend resultaat
Het financieren van het gat dat geslagen is in de overheidsfinanciën wordt steeds moeizamer omdat de rentevergoeding die de obligatiemarkt vraagt, stijgt. Tot ontzetting van de overheid valt het resultaat van al dat gestimuleer tegen.
Na een korte opleving is de groei weer teruggevallen. Nu zelfs onorthodoxe maatregelen te weinig effect sorteren, wordt een oude bekende van stal gehaald: devaluatie. Zuid-Europese landen zoals Frankrijk, Spanje hanteerden dit wapen om hun zwakke concurrentiepositie te compenseren.
Met de komst van de euro kan dat niet meer. De invloed van de strenge Duitse monetaire politiek is binnen de Europese Centrale Bank (ECB) leidend: inflatiebestrijding en stabiliteit (alle aandacht gaat ook vandaag nog uit naar het Europese Stabiliteitspact) staan met stip nummer één.
Handelspartners
Dat is wel anders in bijvoorbeeld Amerika waar de centrale bank ook verantwoordelijk is voor het bewaken van de economische groei. Depreciatie van de valuta betekent een stimulans voor de export. Zo kan een overheid de groei in een land stimuleren.
Dat dit ten koste van de handelspartners gaat, is dan maar jammer. Deze beggar thy neighbor-mentaliteit lijkt wortel te gaan schieten. De Braziliaanse minister van Financiën Guido Mantega waarschuwde onlangs voor een valuta-oorlog.
Het startschot is gegeven door het fanatisme waarmee de Japanners uit alle macht de yen via valuta-interventies naar beneden proberen te duwen. Hij merkt op dat ook China, Taiwan en Zuid-Korea hun munt kunstmatig laag proberen te houden.
Onvoorspelbaarheid
Singapore, Colombia en zelfs Zwitserland waarschuwen dat zij ook ontevreden zijn met de - in hun ogen - te sterke munt. Wat zou een valuta-oorlog betekenen voor beleggers? Niet veel goeds. Chaos en een toename van de onvoorspelbaarheid van economische ontwikkelingen.
Er is weing zeker op de kapitaalmarkt behalve dat een toename van de onzekerheid de waardering van effecten niet ten goede komt. Nu maar hopen dat de strijdlust tijdig ingeperkt wordt en dat landen hun economisch beleid weer op elkaar afstemmen in plaats van op elkaar te richten als een wapen.
Gegeven de houding van de ECB, die zelfs haar Zwitserse broeders niet langer aan hun kant ziet staan, kunnen de gevolgen van de valuta-oorlog voor de Europese markten zelf nog negatiever zijn: niet alleen de onzekerheid neemt toe, ook de exportmotor valt dan ook nog eens stil.
Dr Fred Huibers is directielid van Het Haags Effektenkantoor en Safe Harbour Fund Management, alsmede fondsmanager van onder meer het HEK European Value Fund. Hij houdt privé geen posities aan in individuele aandelen die in deze column genoemd worden. Er is een grote kans dat dit wel het geval is bij beleggingsfondsen die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. De informatie in zijn columns is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Klik hier om een bericht te sturen aan de auteur.