NEW YORK (AFN) - Jager Microsoft en overnameprooi LinkedIn zorgden maandag voor vuurwerk op een verder sombere beursdag in New York. Net als eerder op de dag in Europa en Azië overheersten zorgen om de groeiperspectieven voor de wereldeconomie.
De toonaangevende Dow-Jonesindex eindigde 0,7 procent lager op 17.732,48 punten. De bredere S&P 500 ging 0,8 procent omlaag tot 2079,06 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq zakte 0,9 procent tot 4848,44 punten.
Amerikaanse beleggers zijn terughoudend in afwachting van de beleidsvergadering van de Federal Reserve. Verwacht wordt dat de koepel van centrale banken woensdag besluit de rente nog niet te verhogen. Een recent zwak rapport over de arbeidsmarkt heeft beleggers gesterkt in die overtuiging.
Aanvulling
LinkedIn werd een kleine 47 procent meer waard. Microsoft ziet het zakelijke sociale netwerk als een goede aanvulling op het eigen aanbod aan software en diensten voor bedrijven en heeft er meer dan 26 miljard dollar voor over om het internetbedrijf in te lijven. Dat bod ligt bijna de helft boven de slotkoers van vrijdag.
Microsoft zelf stond onder druk. Het aandeel zakte 2,6 procent en was daarmee de sterkste daler onder de hoofdfondsen in New York. Beleggers vrezen dat het bedrijf zich voor de aankoop van LinkedIn wel erg diep in de schulden gaat steken. Kredietbeoordelaar Moody's waarschuwde daar ook al voor.
Coca-Cola
Andere grote dalers onder de hoofdfondsen waren frisdrankmaker Coca-Cola en de creditcardmaatschappijen American Express en Visa, met verliezen van 1,9 tot 2,2 procent. Bovenaan stond olieconcern ExxonMobil met een winst van 0,7 procent.
Ook wapenfabrikanten als Smith & Wesson (plus 6,9 procent) en Sturm Ruger (plus 8,5 procent) zaten in de lift. Na geruchtmakende vuurwapenincidenten, zoals de aanslag op een homobar in Orlando afgelopen weekeinde, gaan vaak de wapenverkopen omhoog omdat liefhebbers vrezen dat de regels voor wapenbezit worden aangescherpt.
Olie
De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 1 procent tot 48,58 dollar. Brentolie werd ook 1 procent goedkoper, en werd verhandeld voor 50,05 dollar per vat. De euro was 1,1295 dollar waard, tegen 1,1280 dollar aan het einde van de Europese beurshandel eerder op de dag.