Instroom en uitstroom zijn belangrijke drijfveren van koersen. Het werkt eenvoudig.
Wil een substantieel deel van de beleggers een bepaalde belegging kopen, dan ontstaat er een geldstroom en daardoor stijgen de koersen.
Dumpen beleggers aandelen en is er bijna niemand om de stukken over te nemen, dan vindt er uitstroom plaats en het gevolg is dat de koersen een duikvlucht nemen.
Meekijken
Bank New York Mellon is een hele grote Amerikaanse asset servicing-partij. Dit is een bedrijf dat voor haar klanten tientallen financiële diensten levert. Een voorbeeld is dividend incasseren en zorgen dat een (gedeelte) van de dividendbelasting terugkomt.
Er gaan enorme bedragen door de systemen van Bank New York Mellon en af en toe als er dingen opvallen dan publiceren zij deze cijfers. In de volgende grafiek ziet u van de S&P 500 de instroom en de koers.
Divergentie
De bodem van de aandelenmarkt ligt in 2009 en sindsdien is de S&P 500 bezig met een enorme rit omhoog. Tot het voorjaar van 2013 ging dit hand in hand met een stijgende instroom. De koersen kregen in 2011 een tik, maar de instroom bleef toenemen.
De grafiek laat nu divergentie zien. De S&P 500 blijft namelijk bezig met het neerzetten van nieuwe hoogtepunten maar dit wordt niet ondersteund door de instroom.
Dit wil niet zeggen dat de koersen niet hoger kunnen. Als er maar beleggers zijn die willen kopen voor een hogere koers en wat kreeg ik vandaag in mijn mailbox?
Te laat
Het is natuurlijk niet de Nederlandse particuliere belegger die de S&P 500 hoger zet, maar het zou zomaar de Amerikaanse particuliere belegger kunnen zijn. In de geschiedeis is het namelijk regelmatig voorgekomen dat de particuliere beleggers iets te laat op het feest arriveerden.
Maar wat wil dit zeggen? Dat de stijging bezig is met het verliezen van kracht. En dat is het eerste signaal dat de trend binnenkort gaat veranderen.