Vorige week sprak Shell-CEO Ben van Beurden op een bijeenkomst in New York, de Barclays CEO Energy-Power Conference in New York. De toon was opvallend positief, en rechtstreeks gericht aan de aandeelhouder. Shell wil weer een world class investment case worden.
Stijgende vraag naar energie
Straks meer over de visie van Shell voor de komende jaren, maar eerst een paar opvallende conclusies die we uit het betoog van de Shell-topman kunnen trekken:
- De vraag naar olie en gas gaat in de komende decennia alleen maar groeien
- De kostprijs voor nieuwe investeringsprojecten ligt al rond de 45 dollar
- Organische negatieve cashflow blijft (gemeten naar de laatste twaalf maanden) beperkt tot 6 miljard dollar
De uitgezette strategie heet, zeer ambitieus: Let's make the future. Het plan ziet er als volgt uit:
Met HSSE wordt bedoeld Health, Safety, Security en Environment.Het terugdringen van de CO2-uitstoot bij een groeiende energievraag is één van de belangrijkste vraagstukken van de toekomst.
Van olie naar gas
Shell denkt daar een voorname rol in te kunnen spelen. De routewijziging van olie naar gas is een uitvloeisel daarvan. Eerst maar eens kijken naar de onderliggende omgevingsfactoren voor de Koninklijke:
Een groeiende wereldbevoking, die ook nog eens welvarender wordt, gaat zorgen voor een grotere vraag naar energie. Die energievraag zou verdubbelen tussen 2000 en 2050. Olie en gas blijven nodig. Daarnaast moet de energie van de toekomst minder CO2 uitstoten.
Iedereen heeft de mond vol van alternatieve energie, kamerleden roepen zelfs op tot het terughalen van pensioengeld dat in Shell en soortgelijke bedrijven is geinvesteerd, maar de olie- en gasindustrie denkt daar dus heel anders over. En, voegt van Beurden toe, vergeet de petrochemische industrie niet.
Van Beurden valt nergens te betrappen op een mening over de olieprijs. Die wordt 'volatiel' genoemd. Voor de jaren 2020 en verder gerekend wordt met 60 dollar (Brent, momenteel 49 dollar).
Drastische maatregelen
Om de magere jaren door te komen is een aantal drastische maatregelen genomen. Shell ziet 2016 als een 'transition year'. De cashflow is belangrijk: in de afgelopen twaalf maanden kwam die uit op een negatieve 13 miljard dollar, en zonder de overname van British Gas mee te rekenen nog steeds op een negatieve 6 miljard dollar.
De overname van BG was gedurfd, en had qua timing misschien wat beter gekund, maar dat is kennis achteraf. Gelukkig werd BG grotendeels met aandelen gefinancierd.
Maar de overname heeft ook grote voordelen. De aanvankelijk beraamde synergie van 3,5 miljard dollar per jaar is inmiddels verhoogd naar 4,5 miljard dollar.
En het geeft Shell een veel betere positie in de gasmarkt, waar de combinatie nu de grootste is, voor Exxon, BP en Total. Met Liquefaction wordt bedoeld het omzetten van gas in vloeistof.
Dit jaar komt Shell waarschijnlijk nog geld tekort, en zal het een deel van de dividenden moeten betalen uit de reserves. Voor de komende jaren moet dat anders worden.
De meeste bedrijven koppelen de uit te keren dividenden toch wel op één of andere manier aan de onderliggende winst. Bij Shell is het dividend heilig. Daarom moet de cashflow op een andere manier worden aangevuld.
Stoppen met inkopen eigen aandelen
Verscheidenen besparingsrondes zijn al uitgevoerd en is het inkopen van eigen aandelen is een halt toegeroepen. De investeringen worden drastisch naar beneden bijgesteld.
Back in the old days (2013) gaven BG en Shell gezamenlijk 58 miljard dollar uit. Vanaf dit jaar wordt dat max. 30 miljard dollar.
En mocht dat noodzakelijk zijn dat gaat Shell er nog een keer met de bezem door, en wordt het plafond op 25 miljard dollar gezet. Door een aantal dure, prestigueuze projecten (Alaska) werd al een streep gehaald. U ziet hieronder een overzicht van Shell van de huidige projecten in ontwikkeling.
De projecten met een rood kruisje is een streep doorgehaald: gestopt, dan wel verkocht. FID staat voor Final Investment Decision. Dat is wanneer de Raad van Bestuur er een klap op geeft, zeg maar.
En, belangrijk, van de projecten die wel doorgaan, is de break-even prijs inmiddels behoorlijk verlaagd. BOE staat voor Barrel of Oil Equivalent, en wordt gebruikt om de kostprijs in de prijs voor een vat olie uit te drukken.
Dan gaat Shell de komende jaren voor 30 miljard dollar (10% van haar olie- en gasproductie) verkopen, waarbij het uit verschillende productielanden vertrekt. Het houdt bijvoorbeeld de 600 benzinestations in Argentinie tegen het licht. Shell en Argentinie is overigens nooit een gelukkig huwelijk geweest.
Ook een belang in een aantal MLP's in de VS wordt verkocht. MLP staat voor Master Limited Partnership. Hier leest u daar meer over.
Uiteindelijk moet dat allemaal leiden tot een opnieuw stevige cashflow in de jaren na 2018. Voor het gemak gaat Shell dan maar uit van een gemiddelde prijs van 60 dollar voor een vaatje Brent tegen die tijd. Hoger dan nu, maar ik zou dat niet durven shorten.
Want alles staat of valt natuurlijk met die olieprijs. Die is nog steeds volatiel, maar schommelt inmiddels toch rond een aanzienlijk hoger niveau dan die 28 dollar van half januari, bij de verticale streep.
- Brent olie (bron: Bloomberg)
Politiek wordt momenteel alles op alles gezet door een aantal olie-exporterende landen om de productie op een lager niveau te krijgen, lees: de olieprijs omhoog te krijgen. Het laat de koersen van de oliegiganten vooralsnog redelijk onverschillig.
- Brent olie (oranje) en oliebedrijven, afgelopen maand (bron: bloomberg)
Gezien over het afgelopen jaar hobbelen de oliemaatschappijen echter wel plichtmatig met de olieprijs mee. De Brent olie is de oranje lijn.
- Brent olie en oliebedrijven, afgelopen jaar (bron: bloomberg)
Ik schreef een half jaar geleden al dat wanneer de olieprijs dusdanig laag bleef als in januari van dit jaar, het royale dividend voor Shell op termijn niet te handhaven was. Nu, ruim een half jaar verder, was dat exact het dieptepunt van de olieprijs dit jaar.
Dividendfutures trekken aan
Met het gematigde herstel van de olieprijs is daarom ook de dividendzekerheid weer wat toegenomen. Op de Duitse beurs Eurex wordt dat dividend dagelijks verhandeld middels dividendfutures. De stand van die futures toen en nu:
expiratiedatum |
ingeprijsd dividend 20 januari (euro) |
ingeprijsd dividend nu |
december 2016 |
1,40 |
1,68 |
december 2017 |
0,95 |
1,47 |
december 2018 |
1,00 |
1,23 |
december 2019 |
1,00 |
1,23 |
december 2020 |
1,00 |
1,23 |
Het 2016 dividend is zo goed als op de kant getrokken, het laatste deel gaat 8 november van de koers af. Voor de jaren daarna is het ook alweer enigszins bijgetrokken. Grotendeels komt dit herstel op het conto van de olieprijs, maar Shell zelf heeft zich ondertussen ook niet onbetuigd gelaten.
Conclusie
Vergeleken met begin dit jaar is Shell in een stuk rustiger vaarwater terechtgekomen. Het dieptepunt van de olieprijs in januari is inmiddels ver weg, wat de ergste pijn bij de oil majors wegneemt. Het bedrijf lijkt toch wel geschrokken van de druk op de cashflow, en heeft navenante maatregelen genomen.
Daardoor is het dividend houdbaar. Verder lijkt het voor nu een slapende reus, die pas ontwaakt bij een significante stijging van de olieprijs. Tot die tijd zullen we genoegen moeten nemen met die 7,5% aan dividend. Ook geen straf.
De infographics komen van de website van Shell. U vindt ze hier (Capital Markets Day juni'16), hier (KW2-cijfers juli '16) en hier (Barclays symposium sept '16).
Inberg heeft een longpositie in Shell.