2011 Is het zogenoemde pre-election jaar in de Verenigde Staten. In de jaren ‘30 was het John Maynard Keynes die Franklin D. Roosevelt tipte dat de sleutel tot herverkiezing een sterke economie was. Fiscale en monetaire stimulus vormen daarbij het gereedschap tot economische groei.
Om de burger te bewegen om de zittende president opnieuw te verkiezen boven de andere gegadigden, wordt daarom tijdig economische stimulans ingezet. Lagere belastingen, meer banen en een hoger besteedbaar inkomen blijken al snel genoeg te zijn om de zittende president weer te kiezen.
Sleutel van Keynes
Deze stimulans blijkt niet alleen positief te werken voor kiezers in de Verenigde Staten maar werkt ook door in de financiële markten. Dit kunnen we meten doordat de sleutel van Keynes in de daaropvolgende jaren door presidenten in de VS altijd gebruikt is. Op dit moment zien we ook weer een enorme economische impuls om de VS aan de gang te houden. Het is zeer waarschijnlijk dat deze stimulans in 2011 wordt voortgezet. Dit heeft historisch gezien een behoorlijke impact gehad op de koersontwikkeling van de aandelenmarkten.
Onderstaande tabel toont de performance van de Amerikaanse S&P 500 aandelenindex tijdens het pre-election jaar van een nieuw zittende president. Alle getoonde jaren laten een dubbelcijferig positief koersrendement zien. 1971 Was het zwakste jaar met een jaarwinst van 10,8 procent. Het sterkste jaar bracht in 1935 een positief rendement van 41,4 procent.
Kijk ik ook naar de jaren van de herverkiezing van een al zittende Amerikaanse president, dan zijn deze in bijna alle gevallen eveneens positief gestemd. Nieuw of niet nieuw aan het roer maakt eigenlijk niet zoveel uit. Wel is de koersuitslag bij nieuwkomers groter dan bij zittende presidenten. Kennelijk neemt de urgentie van monetaire stimulus dan enigszins af.
Na het bevestigde januari-effect neemt mijn vertrouwen in een verder aandelenmarktherstel toe naar aanleiding van dit effect van de presidentscyclus.