Deze maand ben ik net als vorig jaar met een aantal collega’s in Londen geweest om een aantal investment banks te bezoeken. Kijken wat zij denken. En net als vorig jaar was er weer geen tijd om te shoppen.
Helaas bleek er - door een fikse vertraging - wel genoeg tijd om op het vliegveld rond te hangen. Het viel me op dat er groepen vliegveldvrienden zijn. Zij treffen elkaar op maandagochtend vroeg om naar de City te gaan.
Het kostte mij vijf uur om in Londen te komen en weer vijf uur om er weg te gaan. En ik maar klagen als ik in de file sta. Zo'n vertraging is wel goed voor je sociale contacten en dat heeft een autofile dan weer niet.
In die twee dagen hebben we vijf banken gezien en in totaal twaalf economen en strategen gesproken. Er waren een aantal terugkerende thema's in deze gesprekken.
Grote depressie
De eerste daarvan was de recessie in de Verenigde Staten. De officiële house view is over het algemeen niet te negatief, maar als je naar hun persoonlijke mening vraagt, druipt het pessimisme er vanaf. Ik was blij dat de ramen potdicht zaten.
Wellicht dat veel werknemers bij deze banken flink beïnvloed zijn door de problemen bij hun eigen werkgever. De meeste economen verwachten dat de Verenigde Staten in een recessie komen. Een enkeling wees zelfs op een herhaling van de jaren 1929 - 1932. Een tweetal wees ook op de uitspraken van Bernanke in 2004 over de Great Depression.
Hij is zich ervan bewust dat het de Federal
Reserve was die de Great Depression great maakte. En hij heeft er dus van geleerd. Hoewel de Verenigde Staten 28% van de totale wereldeconomie beslaat, is het nog steeds the center of the economic universe. Over dat laatste was iedereen het eens, hoewel een paar mensen op de soft coupling wezen.
Niet eenduidig
De wereldeconomie steunt steeds minder op de Verenigde Staten. Over Europa zijn de meningen verdeeld. Sommigen denken dat we in Europa te maken krijgen met een fall out van de Amerikaanse recessie en anderen denken weer dat we een heel eind op eigen en Aziatische kracht kunnen komen.
Bovendien kan in Europa de consument nog een helpende hand bieden. Er zijn ook genoeg argumenten te bedenken om wat minder positief over Europa te zijn. Vooral de mogelijke gevolgen van een eventuele crash op de Engelse, Ierse en Spaanse huizenmarkten kunnen een duidelijk negatieve factor voor de Europese economie zijn.
Eén econoom wees op de effecten van minder fiscale druk. In de afgelopen jaren is de Europese economie flink gedrukt doordat de Europese landen aan de Maastricht-normen moesten voldoen. Deze druk valt nu een beetje weg.
Een échte recessie
Bij een echte Amerikaanse recessie zullen er meer dan 300.000 wekelijkse aanvragen voor een werkloosheidsuitkering zijn (jobless claims), negatieve payrolls, de inkoopmanagersindex (ISM) zal lage veertigers te zien geven en de non-manufacturing ISM hoge veertigers.
Over onroerend goed (in the City praat men dan altijd over Engels onroerend goed) waren de meningen verdeeld. De een zei dat een discount van 30 tot 40% een screaming buy was. En bovendien het enige wat in deze sombere dagen nog koopwaardig was.
Een ander verwachtte dat de waarde van onroerend goed verder zou dalen en de discount voorlopig nog even gelijk zou blijven. Dat is een normaal patroon in bear markets. Bovendien duren bear markets in onroerend goed altijd een jaar of drie en we hebben pas één jaar achter de rug.
Veel te duur
Een ander terugkerend thema was China. Een bank dacht dat het nog een flink stuk door kon lopen. Anderen vonden de Chinese aandelen veel en veel te duur. Een signaal om in de gaten te houden is de sociale onrust (bijvoorbeeld omdat de yuan sterker wordt en er meer inflatie komt.
En de inflatie is al zo hoog in China. De meeste strategen kijken naar de Olympische Spelen als belangrijk evenement. Hoewel de Spelen slechts beperkt bijdragen aan de economische groei, is het psychologisch zeker van belang.
Veel informatie
Nog een aantal overige aardige opmerkingen:
Je kan aan een aantal markten de kans op een recessie inschatten. Men neme de maximale afwijking en kijkt waar de markten nu noteren. De obligatiemarkten geven een kans van 40% aan, de kredietmarkt 100% en de high yield obligatie-markt 50%.
Ook wees er iemand op de relatie tussen het Japanse dividendrendement en dat van de rente op de obligatiemarkt. U weet wel die simpele indicator waar ik een tijdje over schreef.
Al met al waren het weer volle dagen, de informatie kwam aan het einde van ons bezoek wel zo'n beetje onze oren uit. Veel tegengestelde meningen en veel diepgaande analyses. Over een ding was er echt consensus: die Amerikaanse recessie lijkt onvermijdelijk. We gaan het zien.
Corné
van Zeijl is senior portfolio manager bij SNS
Asset Management, waar hij verantwoordelijk is voor de Nederlandse aandelenportefeuilles.
Van Zeijl schrijft zijn columns op persoonlijke titel. Professioneel houdt
hij posities aan in de meeste grote Nederlandse beursfondsen. Een overzicht
van de over- en onderwegingen vindt u hier.
De informatie in zijn columns is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies
of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie is welkom
op vanzeijl@iex.nl.