Welkom nieuwe beleggers (6)

Nee, ik ga u geen boodschappenlijstje geven. Dan moet ik namelijk voor iedere lezer afzonderlijk maatwerk leveren, want beleggen is o zo individueel. U las dat al in de eerste delen van deze spontane serie beleggen voor beginners, die nu massaal - dat zeggen de banken en brokers - een beleggersrekening openen.

Kort resumerend: in deeltjes 1, 2, 3, 4 en 5 legde ik u uit wat de takken van sport zijn op de beurs: van kort handelen tot langste termijnbeleggen. Hoe u als iemand die niets van de beurs weet, toch portfolio's kunt samenstellen, waarmee u zonder kopzorgen en zonder de krant te lezen uw vermogen kunt laten groeien.

Daar kwam een plan bij kijken, een tijdshorizon en een risicoprofiel. In deel vijf legde ik u uit dat u daarbij niet zozeer op rendementen moet letten. Toekomstige rendementen weet niemand en daarom is het slimmer naar de grootste rendementsverwoesters te kijken, uw kosten. Vandaag gaan we de portfolio's inrichten.

Ik ga uit van twee lange termijnportfolio's, voor pensioen (dertig jaar of meer) of studie van de kinderen (vijftien tot twintig jaar). Handelen en speculeren op kortere termijn laat ik buiten beschouwing. Dat is om de eenvoudige reden dat wie niks met de beurs heeft en niet 24/7 achter de koerschermen zit dit beter niet kan doen.

U mag het rustig proberen als u het leuk vindt - want dat is het zeker! - u leert er veel van, lekker adrenaline in de aderen, maar de kans dat u echt iets gaat verdienen is heel klein. Maar goed, als u denkt dat u het beter kan dat al die haute finance traders en bedrijven met hun supersoftware en toeters en bellen, ga uw gang!

De ellende begint

Weet u, de meeste van al die handelaren en beursmannetjes hebben zelf ook precies dezelfde portefeuilles, als die ik nu optuig. Op een simpele, domme, maar effectieve en ook veilige manier van beleggen extra pensioen of vermogen opbouwen. Niet sexy, niet spannend, maar wel heel effectief.

U zit al klaar met uw laagrisico pensioenportfeuille en kortere studieporto voor uw kinderen om daar nu stukjes voor te kopen. Hier begint de ellende. Ja, e.l.l.e.n.d.e. Wat en hoeveel moet u in vredesnaam kopen? Moet u tien aandelen hebben, of honderd, of beter één beleggingsfonds, of is een stuk of dertig veiliger?

Om de verwarring nog groter te maken: er zijn wereldwijd tienduizenden aandelen en obligaties. Wilt u het gemak van een beleggingsfonds of tracker/ETF (automatisch beleggingsfonds zonder manager), dan zijn er zelfs nog meer! En hoe weet u nou of iets een heel risicovol product is, of heel veilig met een dik dividend?

Kijkt u voor de gein eens op Morningstar. De site houdt álle beleggingsfondsen bij. Het gaat u dagen kosten, voordat u hier een beetje wijs uit wordt. Dit gaat dus niet werken en ik geef u daarom maar een stappenplan mee, om in ieder geval een eerste grove selectie te maken.

Bepaal eerst hoe vaak u wilt gaan beleggen

Doe wat u wilt, maar het gemakkelijkste en het slimste is om net zo te beleggen als u wellicht ook spaart. Gewoon met een machtiging voor uw bank of broker om eens in de zoveel tijd (liefst maandelijks) een vast bedrag te beleggen. Dat kan al vanaf 20 euro per maand! Dit heeft een paar grote voordelen:

U doet niet aan timing: staat de markt nu op een top of een bodem? Achteraf is het gemakkelijk, maar nu weet niemand het. Als u periodiek een vast bedrag belegt, koopt u veel stukjes als de beurs laag staat en weinig als de markt piekt. U krijgt nu bijvoorbeeld twee keer zo weinig AEX voor uw geld dan vijf jaar geleden.

Op deze manier dempt u automatisch al die wilde bewegingen op de beurs. De eerste jaren gaat u nog één op één mee op die woeste baren, maar dat effect wordt door de jaren heen steeds minder. Na vijftig jaar leest u dan zelfs beurskrachs amper meer aan uw portfolio af. Echt waar!

Hoeveel geld wilt u beleggen?

Dit kunt u op twee manier bepalen. U kunt een gewenst eindbedrag voor uw portfolio's bepalen en door met inleg, rendement (hoe hoger, hoe meer risico, dus hoe meer kans dat meer wordt of juist minder!) en tijdshorzion te spelen. U ziet zo hoeveel geld u maandelijks moet inleggen om daar ongeveer op uit te komen.

Uiteraard kunt u ook gewoon het geld inleggen dat u kunt missen en dan maar zien waar u op uitkomt. Full disclosure, ik beleg zelf ook op deze manier. Ik houd m'n 70ste aan als richtleeftijd om met pensioen te gaan. Valt m'n porto tegen, dan werk ik langer door. Als het meevalt ook, want ik vind werken veel te leuk. :-)

Waarin wilt u beleggen?

Ik had de selectie al tot risicovolle aandelen (zo veel mogelijk in het begin en zo weing mogelijk aan het eind van de looptijd van uw portfolio) en veilige obligaties (precies andersom) beperkt. In deel vijf had ik u ook al verteld dat u beter (kosten!) in beleggingsfondsen dan losse stukken kunt beleggen.

Bepaal welke thema's, landen en sectoren u aanspreken:

• Alleen Nederlandse aandelen, of ook Europese, Amerikaanse, Japanse of zelfs wereldwijd? Wat kosten en moeite betreft, maakt het anno nu allemaal niet meer uit waar u zit.
• Vindt u het ook interessant om ook in opkomende en zelfs ontwikkelingslanden landen te beleggen? Net zo gemakkelijk als bovenstaande landen, maar het risico ligt veel hoger! Het is vaak hollen of stilstaan daar.
• Wilt u groeiaandelen (hoogrisico) of dividendaandelen (lager risico)? Groeiaandelen zijn bedrijven als Google, Facebook, Twitter, GoPro, maar ook dicht bij huis ASML of TomTom. U moet het echt hebben van koerswinst, want dividend betalen ze niet. Dividendaanden wel, maar die laten nooit de grootste koerswinsten zien.
• U kunt ook in thema's en sectoren beleggen als energie, duurzaam, consumentengoederen, farma, eten en drinken en noem maar op.

Maak het u zelf niet te moeilijk hierbij. De kunst is om u te beperken, want uiteindelijk maakt het per saldo allemaal bitter weinig uit voor uw totaalrendement. Een naam die u zeker gaat tegenkomen is de wereldindex. Daar zijn talloze fondsen en trackers op en dan zit u al in de 1650 ofzo grootste bedrijven ter wereld.

Bij obligaties kiest u tussen bedrijfsobligaties met hoog en laag risico (en dus hoge en lage rentes), ofwel high yield en junk zoals het zo mooi wordt gezegd. Bij staatsobligaties geldt hetzelfde: er zijn mandjes met degelijke AA(A) landen als Nederland, Duitsland en VS en risicovollere naties als Spanje, Italië en noem ze allemaal maar op.

Het gote gevaar: u!

Kijk, zo komen we al ergens. U hebt nu portfolio's met een tijdshorizon, risicoprofiel, misschien hebt u al een broker uitgezocht en nu hebt u al in grote lijnen helder wat u voor stukken u wilt hebben, waarbij u bij de daadwerkelijke selectie gefixeerd bent op de kosten en niet de rendementen uit het verleden.

Tot zo ver kan ik u helpen, want, zoals gezegd, voor iedere lezer moet ik weer een eigen portfolio maken. Morgen ga ik er wel zelf eentje invullen als voorbeeld. Als u van mijn serie op een avond of middag even serieus werk maakt, dan komt u al beslagen ten ijs bij uw bank, adviseur of vermogensbeheerder.

Die weet dan ook meteen dat u geen krabber bent! Morgen besluit ik met wat u aan rendementen mag verwachten - maar je die nooit kunt claimen! - en wat de belangrijkste valkuilen zijn. Oh ja, uiteraard stip ik ook nog even het grootste gevaar op de beurs aan: nee, dat zijn niet beursdalingen en krachs, maar... uzelf! Morgen weet u waarom.