Het zijn slimme jongens in de nieuwe Griekse regering.
Ja jongens, want vrouwelijke ministers kent het vorige week dinsdag aangetreden kabinet niet. Emancipatie is kennelijk niet aan het links radicale gedachtegoed besteed. Terwijl de jonge Griekse premier Alexis Tsipras toch een grote aantrekkingskracht op het in dit opzicht zwakke geslacht heeft.
Hoe dan ook, het zijn slimme jongens. Voor de verkiezingen beloofde Tsipras dat de hervormingen en bezuinigingen zouden worden stopgezet en teruggedraaid. Vanaf de eerste werkdag van zijn nieuwe regering is dat beleid daadwerkelijk ingezet.
Niet aflossen, maar afschrijven
Regeringspartij Syriza gaf voor de verkiezingen ook aan van de Griekse schulden af te willen. Daar is natuurlijk helemaal niets mis mee. De Griekse schuld bedraagt een kleine 180% van het bruto nationaal product (bnp).
Het is bepaald geen slecht idee daar een flink deel van af te lossen om zo die schuld te reduceren. Helaas doelde de nieuwbakken premier niet op deze ouderwetse manier van schuldreductie. Hij had een in zijn ogen beter idee: afschrijven.
Tsipras vindt het voor de Grieken beter een belangrijk deel, zeker 50%, van de schuld niet meer af te lossen. Gewoon doorstrepen. Dat zou de groei in Griekenland stimuleren. Bovendien, die Griekse schulden zijn eigenlijk de schuld van de rijke Westerse landen en het vermaledijde bankwezen aldaar.
Die schulden waren de Grieken ook maar door de strot geduwd. Nu zijn ze onhoudbaar, lijdt het volk onder aflossingen en rentebetalingen en komt zo de economische groei niet van de grond.
Bewust beleid
Met de feiten heeft deze Griekse redenering weinig van doen. Laat ik beginnen met de totstandkoming van de hoge Griekse schuld. Dat Griekenland als een vet te mesten gans de leningen naar binnen gepropt kreeg, is onzin.
De Hellenen kennen al sinds 1974 een democratisch gekozen regering die welbewust, en gesteund door de bevolking, het beleid met uiteindelijk desastreuze gevolgen gevoerd hoeft. Bij de Grieken zelf ligt de (hoofd)verantwoordelijkheid van het financieel-economische drama.
De banken, en andere beleggers, gingen uit van de goede trouw van de Griekse regering en leende, naar later inzicht natuurlijk veel te veel, tegen rentetarieven nauwelijks hoger dan die van Duitsland.
Liefst 13%
Dat de autoriteiten in het geplaagde land de boel belazerden, kan toch echt niet op het conto van anderen dan de Griekse regeringen zelf worden geschreven. Het begrotingstekort bleek in 2009 geen 4% maar 13% (latere werd een nog hoger percentage vastgesteld) te bedragen.
Tegen dergelijke fraude is geen financieel systeem opgewassen.
Een veel gehoord misverstand is dat de reddingsoperaties van de Europese Unie (EU) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de private sector heeft gevrijwaard van verliezen op Griekse schuld. Het tegendeel is waar. In 2011 ging de steunoperatie gepaard met een afschrijving (haircut) op Griekse schuld van 50%!
Die schuldmindering gold alleen voor de private sector. Schuld in handen van overheden en de ECB vielen daarbuiten! Toegegeven, de afschrijving was vrijwillig en geaccepteerd door de banken, maar het was de vrijwilligheid van de Romeinse soldaat die moest vechten tegen de onverzettelijke Galliërs.
Geen woekerrente
Dan de onbetaalbaarheid van de schuldenlast van Griekenland. Een schuldratio van 180% van het bnp is natuurlijk veel. Maar kijken we naar de gemiddelde looptijd van deze schuld: bijna zeventien jaar.
Op de Griekse begroting staat voor 2015 een bedrag van 5,3 miljard ingeboekt voor rentebetalingen op de schuld. De totale overheidsschuld bedraagt 320 miljard euro. Dat betekent dat over deze schuld gemiddeld een rente van 1,7% wordt betaald. Voorwaar geen woekerrente en ook niet onhoudbaar.
Ter vergelijking, Nederland heeft een schuldratio van ruim 70%. Dat is natuurlijk veel beter dan dat van Griekenland. Maar de gemiddelde (resterende) looptijd van onze staatsschuld is slechts 7,4 jaar. Dat betekent dat onze schuld sneller moet worden afgelost dan de Griekse.
Niet onoverkomelijk
Per jaar is de Nederlandse schuldaflossing gemiddeld 7,3% van het bruto binnenlands product (bbp), terwijl dat voor Griekenland 9,7% is. Dat is natuurlijk een verschil, maar is het zo onhoudbaar voor Griekenland?
Nederland betaalt in 2015 een kleine 9 miljard aan rente over zijn staatsschuld. Dat is een gemiddelde rente van 2,5%, flink lager dan de rente over de Griekse schuld! Als percentage van het bnp is de Nederlandse rentebetaling 1,3%, terwijl die voor de Grieken 2,5% is.
Weliswaar ook hoger dan dat van Nederland, maar niet onoverkomelijk.
Schuldenswap
De Griekse schuldcijfers vallen mee, maar de nieuwe Griekse regering wil toch schuldreductie. Maar wat is nu de slimheid van Tsipras? In een nieuw plan van de Griekse regering, een zogeheten schuldenswap, mag niet meer gesproken worden van een afschrijving.
De rentevergoedingen op de EU-leningen zouden gekoppeld moeten worden aan de Griekse economische groei. Maar het "mooie" (en slimme) van het plan vind ik het tweede deel, waarin wordt voorgesteld de leningen die ECB in bezit heeft, om te zetten naar eeuwigdurende obligaties.
Dat is lachen, nu de Europese rente naar 0% (of lager) voert. Met deze rentepercentages op eeuwigdurende obligaties is de economische waarde van de schuld duidelijk. Die tendeert naar nihil. Zonder het woord afschrijving te gebruiken, is de hele Griekse schuld in bezit van de ECB in een klap weggeswapt. Knap werk.
Terug naar de realiteit
Van Griekse droom moeten we terug naar de werkelijkheid. Griekenland moet wat mij betreft in de EU blijven. Door hard werken, verdere hervormingen en gewoon netjes afbetalen van de schuld kan het land een prima toekomst tegemoet zien.
Toegeven aan eisen van schuldreductie, of hoe ze verder ook genoemd worden, is niet nodig, slecht voor de EU, heeft een negatieve invloed op andere zwakkere eurolanden en is uiteindelijk ook slecht voor Griekenland.
Een land dat zijn schulden niet betaalt, is voor lange tijd afgesloten van de kapitaalmarkten. Want welke ongelukken er soms ook op de financiële markten plaatsvinden, een geblokkeerde toegang tot de kapitaalmarkt betekent een langdurig sterk negatief effect op de welvaartsgroei.