Het is een van de mysteries van deze zomer: het Midden-Oosten staat in brand, van Gaza tot Irak, en het westen is in een nieuwe koude oorlog verzeild geraakt met oliegrootmacht Rusland. En toch dáált de olieprijs.
Waar is de tijd gebleven dat iedere schermutseling in de buurt van een olieveld de grondstoffenmarkt in een fit deed schieten? Dit gebeurde er de afgelopen drie maanden met Amerikaanse ruwe olie:
En met Europese Brentolie verliep het al niet veel anders.
Waarom schrikt de oliemarkt niet meer van wapengekletter en oorlogsdreiging? Vooral omdat er nog altijd genoeg aanbod is, zeggen analisten. De schalierevolutie heeft ervoor gezorgd dat in ieder geval Amerika weer in de olie zwemt en inmiddels zelfs weer exporteur is.
De lagere prijzen kunnen ook een teken zijn van een vertragende economische groei - zie de recente cijfers uit Europa en China - en het wordt interessant om te zien welk effect de dalende olieprijs op de inflatie gaat hebben. In Amerika geeft lagere inflatie de Fed wat meer lucht, maar in Europa ligt de inflatie al griezelig dicht bij het nulpunt. Mario Draghi houdt zijn hart vast.
Maar het lijkt toch vooral de groeiende olieplas in Amerika te zijn die de prijzen drukt. Sterker, de schalie-boom in de VS zou nog wel eens een van de grote drijvende krachten achter het economische herstel in Amerika kunnen zijn geweest.