Ik heb de eer gehad om met goede collega’s en klanten te hebben gewerkt. Ondanks dat ik mijn focus heb verlegd van institutionele naar particuliere beleggers, werk ik nog steeds met veel van hen samen.
De ervaringen met deze analisten (onder andere de beste op financials, uitzenders en oil services), traders (onder meer rooie Niels, Jetzers en Mark “laat zien dat je de beste bent”, Dennis the Menace), sales traders (Lord of the skies Erem), de handelaren op de derivatendesk (waaronder Hissink & Joost) hedgefundmanagers, pensioenfondsen en natuurlijk de bedrijven (AEX, AMX, Bel20), hebben niet alleen voor leuke anekdotes gezorgd, maar ook tot aardig wat kennis en inzicht.
Sinds 2011 is één van mijn doelstellingen deze professionele knowhow te delen met de particuliere belegger. Vandaag een column over vier verschillende long-shortstrategieën.
Short gaan klinkt exotisch
Voor veel particuliere beleggers is short gaan net zoiets als een “lauwe geitenbrie met een organische notenmix gedrapeerd op een bedje van waterkers op een glutenvrij bruin toastje” en voor een stockbroker: te hoog flipflap gehalte.
Maar waar de stockbroker het, naar mijn mening, hier bij het juiste eind heeft, wil ik de particuliere belegger toch op het hart drukken dat het niet gebruiken van de mogelijkheid om short te gaan, hem gehandicapt maakt.
Nu kan een particuliere belegger niet direct short gaan; het verkopen van ingeleende aandelen is voorbehouden aan de professionele beleggers. Echter, met behulp van opties en (of) turbo’s kan de particuliere belegger nu wel, via omweg, short gaan en dus profiteren van koersdalingen.
Verlies mijden, maar geen winst maken
Stel u verwacht dat de beurzen gaan dalen, dan is het verkopen van de gehele aandelenportefeuille het enige wat gedaan kan worden door de belegger die geen short wenst te gebruiken. Zo wordt het verlies gemeden, maar winst wordt er niet gemaakt. Met een short kan de belegger dat dus wel.
Een positie innemen die alleen long (verwachting: stijgende koers) of short (verwachting: dalende koers) is, heeft een te hoog casino-gehalte. Als ik enorm overtuigd ben, dan wellicht wil ik wel alleen op rood of zwart inzetten, maar meestal prefereer ik om mijzelf in te dekken; tegenover iedere short zet ik een long en vice versa.
Nu is het wel zaak wat voor tegengestelde positie te kiezen natuurlijk. Hier zijn vier voorbeelden.
1. Technische long-short
Een long-short kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op technische analyse. Een dergelijke analyse kan bijvoorbeeld opleveren dat ING, na oversold te zijn geweest, een mooie herstelbeweging heeft laten zien, maar sectorgenoot Aegon niet, terwijl de technische analyse wel aangeeft dat Aegon rijp is voor een dergelijke beweging omhoog.
Dan kan u dus bijvoorbeeld een turbo long op Aegon nemen en een turbo short op ING (beide hefboom 1 voor het gemak). Mocht Aegon dan uiteindelijk de verwachte herstelbeweging ook maken, dan loopt Aegon het verschil ten opzichte van ING.
Dus stel dat na het innemen van deze positie ING nog 2% is gestegen en Aegon met 12%, dan heeft u 2% verlies op ING en 12% winst op Aegon, ofwel 10% winst.
Mocht de herstelbeweging van ING vals zijn geweest, dan zou ING weer gedaald zijn naar het niveau voor de herstelbeweging en weer in lijn handelen met Aegon. Ook in deze situatie pakt de beleggeru dus uw winst (maar nu op de short in plaats van de long).
2. Fundamentele long-short
U kan ook de mening zijn toegedaan dat bij het aankomende cijferseizoen, Aegon prachtige cijfers zal laten zien die de markt niet verwacht, waar ING juist zal teleurstellen. In dit geval zou u dus een Tturbo Llong op Aegon kunnen kopen en een turbo short op ING.
Komt uw verwachting uit, dan pakt u winst aan twee kanten, want zowel de short alsmede de long leveren geld op.
3. Fusie-en-overname long-short
Normaal gezien, moet een bedrijf dat een ander bedrijf overneemt een premie betalen bovenop de geldende aandelenprijs. De overnemende partij krijgt dan te maken met een dalende aandelenprijs. Deze situaties zijn dus geknipt voor en long-short.
Stel u denkt dat Reed Elsevier Wolters wil overnemen (vergeet even de kartel-problematiek), dan is een turbo long op Wolters en een turbo short op Reed Elsevier de positie om te hebben. Pas echter wel op voor de uitzonderingen.
Zo gaat Altice na iedere overname omhoog (totaal nuts in mijn boekje). Maar soms is er wel degelijk een goede reden voor, omdat de prijs die betaald wordt veel lager is dan de waardering van de overnemende partij.
Stel een bedrijf doet 20 keer de winst, maar koopt een bedrijf tegen 10 keer de winst (met goedkope financiering), dan zullen beide aandelen stijgen.
4. Long-short als verzekering
Long-short als verzekering is de vierde categorie, maar daar heb ik al eens een column over geschreven.
Kortom, er is meer gereedschap beschikbaar voor de belegger en het is zonde om die niet te gebruiken.