NEW YORK (AFN) - De Amerikaanse aandelenbeurzen stonden donderdag tijdens de middaghandel in New York licht in de plus. Beleggers verwerkten onder meer cijfers van zakenbank Morgan Stanley en verfproducent PPG Industries. Ook hield Wall Street de ontwikkelingen rond de voortdurende shutdown van de Amerikaanse overheid nauwlettend in de gaten.
De Dow-Jonesindex noteerde omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,1 procent hoger op 24.173 punten. De brede S&P 500 won 0,3 procent tot 2625 punten. Techbeurs Nasdaq kreeg er eveneens 0,3 procent bij, op 7055 punten.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington heeft veel ambtenaren opgedragen toch weer aan het werk gaan. Ondanks dat er nog altijd geen akkoord is over het beëindigen van de shutdown, zou veel personeel wel gewoon betaald kunnen worden.
Morgan Stanley
Morgan Stanley publiceerde als laatste van de grote Amerikaanse banken zijn kwartaalcijfers. De bank deed afgelopen kwartaal tegenvallende zaken met de handel in obligaties. De inkomsten uit obligatiehandel daalden met 30 procent tot 564 miljoen dollar op jaarbasis. Dat was de sterkste daling van de vijf grootste zakenbanken op Wall Street. Het aandeel Morgan Stanley verloor een kleine 4 procent.
Verfproducent PPG kwam met een tegenvallende vooruitblik, maar won toch zo'n 4 procent. Het bedrijf wees op de toenemende economische onzekerheid in de wereld. Juweliersketen Signet Jewelers ging bijna 23 procent omlaag, na een verlaging van de verwachtingen. Signet heeft een tegenvallend feestdagenseizoen gedraaid.
Sears
Sears leverde verder ruim 5 procent aan beurswaarde in. Het noodlijdende Amerikaanse winkelbedrijf heeft bevestigd dat voorzitter Eddie Lampert als winnaar uit de bus is gekomen bij de faillissementsveiling van de retailer. Door zijn bod ter waarde van 5,2 miljard dollar lijkt Sears gered. Een rechter moet de deal nog wel goedkeuren.
De euro was 1,1386 dollar waard, tegen 1,1381 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 0,6 procent tot 51,99 dollar. Brentolie kostte 0,2 procent minder op 61,23 dollar per vat.