AMSTERDAM (AFN) - Supermarktconcern Ahold Delhaize was vrijdag opnieuw de grootste daler in de Amsterdamse AEX-index. De beurzen zelf lieten juist wat herstel zien na twee verliesdagen op rij. Beleggers waren daarnaast nog in afwachting van de Europese inflatiecijfers.
De hoofdindex op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,5 procent hoger op 521,06 punten. De MidKap klom 0,6 procent tot 796,74 punten. De beurzen in Londen, Frankfurt en Parijs stegen tot 0,8 procent.
Sterkste stijger onder de hoofdfondsen op het Damrak was uitzender Randstad met een winst van 1,6 procent. Ahold Delhaize stond onderaan met een min van 2 procent. Het aandeel verloor een dag eerder al dik 4 procent na een winstwaarschuwing van de Amerikaanse branchegenoot Kroger. Ahold Delhaize haalt ook het merendeel van zijn omzet uit de Verenigde Staten. ING haalde om die reden Ahold Delhaize van zijn Benelux-favorietenlijst.
In de MidKap ging chiptoeleveranicer Besi aan kop met een plus van ruim 2 procent. Bodemonderzoeker Fugro won 0,3 procent na het binnenslepen van een tweejarig contract bij het Zwitserse netwerkbedrijf Swissgrid. Frisdrankbottelaar Refresco sloot de rij met een verlies van 0,3 procent.
Op de lokale markt noteerde IEX onveranderd. De leverancier van online beleggersinformatie neemt de leverancier van beleggingsadviezen op basis van technische analyse Tostrams over. De overname zal naar verwachting direct positief bijdragen aan de omzet en het resultaat van IEX.
Tesco won in Londen 1,5 procent. Het grootste supermarktconcern van Groot-Brittannië heeft met de verkopen op de Britse thuismarkt afgelopen kwartaal beter gepresteerd dan verwacht en boekte de sterkste verkoopgroei in zeven jaar.
In Parijs klom Société Générale 0,6 procent. De Franse bank haalt met de beursgang van zijn autoleasetak ALD Automotive bijna 1,2 miljard euro op. De aandelen zijn verkocht voor 14,30 euro per stuk. Er kan vanaf vrijdag in gehandeld worden op de beurs in Parijs. Aan ALD als geheel komt een prijskaartje van 5,8 miljard euro te hangen.
De euro bleef vrijwel onveranderd op 1,1157 dollar. Een vat Amerikaanse olie werd 0,4 procent duurder op 44,64 dollar. De prijs van Brentolie steeg 0,6 procent tot 47,20 dollar per vat.