NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York stonden dinsdag halverwege de sessie duidelijk op winst. Zalvende woorden van Fed-preses Jerome Powell, die open lijkt te staan voor eventuele renteverlagingen, stuwden het sentiment. Dat deden ook berichten over een vruchtbaar gesprek tussen de Verenigde Staten en Mexico na de onlangs opgelegde sancties op Mexicaanse goederen.
De leidende Dow Jones-index stond omstreeks 19.40 uur (Nederlandse tijd) 1,8 procent hoger op 25.258 punten. De brede S&P 500 noteerde 1,7 procent in de plus op 2792 punten, terwijl technologiegraadmeter Nasdaq 2,2 procent won tot 7491 punten.
De koepel van centrale banken in de Verenigde Staten staat volgens Powell gereed om waar nodig in te grijpen als de handelsstrijd met China de Amerikaanse economie raakt. Het centralebankhoofd beloofde dat de Fed "passend" zal handelen om de groei te ondersteunen geholpen door een sterke arbeidsmarkt en een inflatie in de buurt van de doelstelling van circa 2 procent. Onder meer bankaandelen zaten in de lift. Zo wonnen Citigroup, Bank of America en Wells Fargo tot 4,2 procent.
Chinese toeristen
Autobouwer Ford, die veel productielocaties heeft in Mexico, ging 2,8 procent vooruit geholpen door de bemoedigende berichten. Ook Levi Strauss (plus 3,7 procent), dat veel jeans produceert in Mexico stond bij de winnaars.
Juweliersketen Tiffany won 3,5 procent, ondanks dat het bedrijf minder winst maakte op een lagere omzet in het eerste kwartaal in vergelijking met een jaar eerder. Vooral Chinese toeristen waren minder happig op juwelen van Tiffany.
Cruisemaatschappijen
Automaker Fiat Chrysler won 3,3 procent aan beurswaarde. De bestuurders en commissarissen van branchegenoot Renault nemen op zijn vroegst woensdag een besluit over het fusievoorstel dat ze ontvingen van de Italiaans-Amerikaanse branchegenoot.
Grote cruisemaatschappijen als Norwegian Cruise Line (min 2,5 procent) en Royal Caribbean (min 1,2 procent) gingen omlaag. De VS verbieden cruisemaatschappijen om hun schepen aan te meren in Cuba. Daarmee wil Washington de communistische regering op Cuba onder druk zetten.
De euro noteerde op 1,1252 dollar, tegen 1,1238 dollar bij het slot in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,4 procent tot 53,42 dollar. Brentolie werd 0,8 procent duurder op 61,76 dollar per vat.