Exclusief - Aanklagers willen toezicht op Tod's wegens arbeidsuitbuiting

Door Emilio Parodi

MILAAN (Reuters) - Italiaanse aanklagers willen schoenmaker Tod's onder gerechtelijk beheer plaatsen wegens vermeende misstanden bij werknemers in de toeleveringsketen, de nieuwste in een reeks zaken die het imago van enkele van de grootste namen in de mode hebben geschaad.

Tod's, dat aan Reuters liet weten zich aan de wet te houden, zou het zesde high-end merk zijn dat sinds begin vorig jaar in Italië aan dergelijk toezicht wordt onderworpen.

Het nieuws over het onderzoek naar de toeleveringsketen, eerder niet openbaar gemaakt, kwam naar voren in een beslissing van het Italiaanse Hooggerechtshof, die woensdag door Reuters werd ingezien, om een datum vast te stellen voor een hoorzitting in een geschil tussen aanklagers in Milaan en een lokale beroepsrechter over de zaak.

TOD'S ZEGT ZICH AAN DE HUIDIGE WETTEN TE HOUDEN

In een verklaring aan Reuters zei Tod's dat het was geïnformeerd over de hoorzitting volgende maand, maar van geen verdere details op de hoogte is.

"We kunnen alleen herhalen dat Tod's zich houdt aan de huidige wetgeving, inclusief het arbeidsrecht, en dat er constante controles worden uitgevoerd op de werkplaatsen die we selecteren en gebruiken," aldus het bedrijf.

Voordat werkplaatsen voor Tod's aan de slag gaan, ondertekenen zij overeenkomsten die de kwaliteit van de werkomgeving van hun werknemers en de naleving van arbeidscontracten garanderen, voegde het daaraan toe.

Aanklagers stellen dat Tod's "culpoos heeft verzuimd" zijn leveranciers adequaat te controleren om hogere winsten na te streven. Het bedrijf zelf wordt echter niet onderzocht; de focus ligt op het opschonen van de toeleveringsketen.

De aanklagers stapten naar de hoogste nationale rechter na een beslissing van de rechtbank in Milaan die, hoewel zij het verzoek om gerechtelijke administratie gegrond achtte, oordeelde dat de territoriale bevoegdheid in deze zaak ligt bij de regio Marche, in Midden-Italië, waar Tod's is gevestigd.

Om te bepalen wie bevoegd is om de zaak voort te zetten, heeft het Hooggerechtshof een hoorzitting vastgesteld voor 19 november.

OVERHEID WAAKT OVER REPUTATIE ‘MADE IN ITALY’

Onderzoeken door Italiaanse magistraten hebben wijdverbreide uitbuiting van werknemers in de mode- en luxeketen aan het licht gebracht.

In reactie op de zaak rond Tod's zei de Italiaanse minister van Industrie Adolfo Urso woensdag dat de regering een wetsvoorstel heeft ingediend om een wettelijke certificering voor modebedrijven te creëren.

In het kader van deze maatregel kunnen merken, inclusief die welke onderwerp zijn van juridische stappen, voorafgaande certificering door derden verkrijgen van de naleving van de wet in hun toeleveringsketens.

"Met deze maatregel wordt het mogelijk om de Italiaanse modeketen, een bron van trots voor ‘Made in Italy’, te beveiligen en de reputatie ervan wereldwijd te beschermen," zei Urso, volgens Italiaanse media.

Het Italiaanse luxecashmerebedrijf Loro Piana en onderdelen van modehuizen Valentino, Dior (eigendom van LVMH), het Italiaanse Armani en het Italiaanse tassenmerk Alviero Martini werden eerder onder toezicht geplaatst wegens vermeende uitbuiting van werknemers.

De vroegste van deze maatregelen, met betrekking tot Armani, Dior en Alviero Martini, zijn opgeheven nadat de bedrijven hun praktijken in overeenstemming hadden gebracht met de wettelijke vereisten.

L Catterton, een private-equityfirma gesteund door de Franse luxegroep LVMH, haalde Tod's vorig jaar van de beurs in overeenstemming met de grootste aandeelhouder, de familie Della Valle.

ONDERAANNEMERS ONDER DE LOEP

Volgens rechtbankdocumenten betreft de zaak rond Tod's onderaannemers aan het einde van zijn toeleveringsketen, zowel in de regio Milaan als in de regio Marche.

Net als in andere zaken die luxemerken in Italië raken, begon dit onderzoek met inspecties door de arbeidsbeschermingseenheid van de Carabinieri.

In de regio Milaan besteedde Tod's van 2023 tot 2024 de productie van bedrijfskleding voor zijn verkoopmedewerkers uit aan een onderneming zonder productieve capaciteit, die het werk vervolgens uitbesteedde aan een ander Italiaans bedrijf. Dat besteedde op zijn beurt de productie uit aan twee fabrieken in Chinees eigendom, die na de inspectie werden onderzocht wegens uitbuiting van werknemers.

In de regio Marche contracteerde Tod's rechtstreeks twee werkplaatsen in Chinees eigendom – waarvan er één weer had uitbesteed aan een andere fabriek – voor de productie van bovenwerken en andere schoenonderdelen van januari 2024 tot januari 2025.

In die werkplaatsen bleek uit inspecties dat werknemers per stuk werden betaald, wat resulteerde in een netto-uurloon variërend van 2,75 euro ($3,20) tot iets meer dan drie euro, ruim onder de helft van de 10 euro die in het nationale contract is voorzien.

Volgens de rechtbankdocumenten werd er ook 150 euro ingehouden op het maandloon van werknemers voor huisvesting en 100 euro voor voedsel.

($1 = 0,8596 euro)

(Verslaggeving door Emilio Parodi; aanvullende berichtgeving door Elisa Anzolin; redactie door Keith Weir, William Maclean)

Bron: Reuters. Dit artikel is automatisch vertaald. Bekijk het originele artikel.