Van beleggers
voor beleggers
desktop iconMarkt Monitor
  • Word abonnee
  • Inloggen

    Inloggen

    • Geen account? Registreren

    Wachtwoord vergeten?

Ontvang nu dagelijks onze kooptips!

word abonnee

biotechnologie in Amsterdam

17 Posts
| Omlaag ↓
  1. [verwijderd] 19 januari 2012 17:00
    Leuk item over de biotech op RTLZ. Flinke groei in de sector, daling in de omzet. Prosenza komt ook nog met een mooi verhaal. De drive is toch vooral de patient. En dus niet het grote geld dat op dit forum op dit moment het enige onderwerp is. Het bedrijf kan over 10 jaar een grote doorbraak hebben gehad, of.....het bestaat niet meer.

    Dat laatste zou iets meer benadrukt mogen worden. Mijn ervaring is de laatste jaren dat er geld geklopt wordt uit de zak van beleggers met een goed hart en daar komt weinig voor terug. Errol Keiner heeft er vorig jaar een leuk stukje over geschreven in Effekt. Dat is veel zinvoller dat het geleuter op dit forum van de laatste paar dagen, want dat is echt ergerlijk :(

  2. flosz 20 januari 2012 09:12
    quote:

    Kiloknaller schreef op 19 januari 2012 17:00:

    Errol Keiner heeft er vorig jaar een leuk stukje over geschreven in Effekt. Dat is veel zinvoller dat het geleuter op dit forum van de laatste paar dagen, want dat is echt ergerlijk :(
    Zo is dat!

    Voor biotechbedrijf AMT dreigt het einde oefening te zijn
    MANAGEMENT HEEFT TE ZWAAR INGEZET OP ÉÉN PRODUCT
    De fantastische verhalen van AMT over een baanbrekende gentherapie en een geweldig medicijn dat bijna op de markt kwam draait hoogstwaarschijnlijk uit op een fiasco.
    Amsterdam Molecular Therapeutics, oftewel AMT, staat aan de rand van de afgrond.

    De afwijzing van het belangrijkste product door de Europese registratieautoriteit, EMA, komt het waarschijnlijk niet te boven.

    Meteen vanaf de beursintroductie in 2007 was duidelijk was dat de biotechonderneming zwaar leunde op het succes van slechts één geldverslindend product.
    Achteraf bezien is een belegging in AMT niet veel anders geweest dan een grote gok.

    Slecht management
    Hoewel AMT ook nog andere gen-producten in de pijplijn heeft, zijn deze nog ver verwijderd van marktintroductie. Opbrengsten zullen nog lang uitblijven, de kosten lopen door.

    Het management valt te verwijten dat het te zwaar afhankelijk is gebleven van het al dan niet slagen van Glybera.

    Een smalle basis, omdat de werkwijze van de EMA, Europees keurmeester van medicamenten en therapeuten, even belangrijk als lastig te doorgronden is.

    CEO Jörn Aldag heeft vanaf het begin van zijn aanstelling, drie jaar geleden, weliswaar getracht de risico's terug te brengen, maar is daar onvoldoende in geslaagd.

    Zo is er gezocht naar commerciële partners voor Glybera en werden enkele andere programma's stopgezet om de uitstroom van cash te verminderen. Allemaal veel te mager.

    AMT kan ook worden verweten dat het beleggers te weinig op deze risico's gewezen heeft en veel te veel geld heeft ingezet op één paard.

    Geldverslinder
    Bij de beursgang, die gepaard ging met een aandelenemissie, had AMT 56 miljoen euro in kas.

    Dat leek veel, maar het biotechbedrijf joeg er jaarlijks 18 miljoen euro doorheen. Twee jaar na de beursgang werd nog eens 5 miljoen euro opgehaald en weer twee jaar later 14,3 miljoen euro.

    Op 12 december 2011 zat er nog slechts 2,1 miljoen euro in kas en heeft het geen enkele kredietlijn meer tot zijn beschikking.

    Na de afwijzing door de EMA hoopte AMT nog 10 miljoen euro lost te peuteren bij zijn grootaandeelhouders, voornamelijk durfkapitalisten. Deze hebben blijkbaar de deur dicht gehouden.

    Inmiddels is ook het eigen vermogen van AMT onder nul gezakt en komt een faillissement dichtbij.

    Wat rest
    AMT voert nog altijd gesprekken met farmaciebedrijven en wellicht dat het volgend jaar een partner weet te vinden voor het hemophilia B (in- en externe bloedingen) programma. Dat zou de ´cashburn´ kunnen drukken.

    De zoektocht naar andere bronnen van financiering gaan door, waarbij ook gedacht wordt aan de verkoop van bedrijfsonderdelen.

    AMT heeft al de helft van zijn personeel ontslagen. Verdere kostenbesparingen zijn nauwelijks mogelijk, omdat dit nadelige effecten zal hebben op de nog lopende programma's.

    De enige overlevingskans is dat de nog lopende programma's volledig gefinancierd worden door nieuw geld. Maar dan nog zal het jaren duren alvorens een product naar de markt gebracht kan worden, met wederom de onzekere goedkeuringsprocedure.

    Elke vorm van financiering zal in ieder geval het winstpotentieel voor bestaande aandeelhouders fors doen verwateren.

    Het lijkt daarmee een uitzichtloze situatie. Baanbrekende technologie is geen garantie op succes, terwijl het tussentijdse vertrek van belangrijke personen, waaronder ceo Ronald Lorijn, ook geen goed teken is geweest.

    www.iex.nl/Forum/Topic/1274834/3/Dece...
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Beurs/K...

    Meer leesvoer van Errol:
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Effect/...
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Home/Ni...
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Home/Ni...
  3. ch@rter 20 januari 2012 23:45
    quote:

    flosz schreef op 20 januari 2012 09:12:

    [...]
    Zo is dat!

    Voor biotechbedrijf AMT dreigt het einde oefening te zijn
    MANAGEMENT HEEFT TE ZWAAR INGEZET OP ÉÉN PRODUCT
    De fantastische verhalen van AMT over een baanbrekende gentherapie en een geweldig medicijn dat bijna op de markt kwam draait hoogstwaarschijnlijk uit op een fiasco.
    Amsterdam Molecular Therapeutics, oftewel AMT, staat aan de rand van de afgrond.

    De afwijzing van het belangrijkste product door de Europese registratieautoriteit, EMA, komt het waarschijnlijk niet te boven.

    Meteen vanaf de beursintroductie in 2007 was duidelijk was dat de biotechonderneming zwaar leunde op het succes van slechts één geldverslindend product.
    Achteraf bezien is een belegging in AMT niet veel anders geweest dan een grote gok.

    Slecht management
    Hoewel AMT ook nog andere gen-producten in de pijplijn heeft, zijn deze nog ver verwijderd van marktintroductie. Opbrengsten zullen nog lang uitblijven, de kosten lopen door.

    Het management valt te verwijten dat het te zwaar afhankelijk is gebleven van het al dan niet slagen van Glybera.

    Een smalle basis, omdat de werkwijze van de EMA, Europees keurmeester van medicamenten en therapeuten, even belangrijk als lastig te doorgronden is.

    CEO Jörn Aldag heeft vanaf het begin van zijn aanstelling, drie jaar geleden, weliswaar getracht de risico's terug te brengen, maar is daar onvoldoende in geslaagd.

    Zo is er gezocht naar commerciële partners voor Glybera en werden enkele andere programma's stopgezet om de uitstroom van cash te verminderen. Allemaal veel te mager.

    AMT kan ook worden verweten dat het beleggers te weinig op deze risico's gewezen heeft en veel te veel geld heeft ingezet op één paard.

    Geldverslinder
    Bij de beursgang, die gepaard ging met een aandelenemissie, had AMT 56 miljoen euro in kas.

    Dat leek veel, maar het biotechbedrijf joeg er jaarlijks 18 miljoen euro doorheen. Twee jaar na de beursgang werd nog eens 5 miljoen euro opgehaald en weer twee jaar later 14,3 miljoen euro.

    Op 12 december 2011 zat er nog slechts 2,1 miljoen euro in kas en heeft het geen enkele kredietlijn meer tot zijn beschikking.

    Na de afwijzing door de EMA hoopte AMT nog 10 miljoen euro lost te peuteren bij zijn grootaandeelhouders, voornamelijk durfkapitalisten. Deze hebben blijkbaar de deur dicht gehouden.

    Inmiddels is ook het eigen vermogen van AMT onder nul gezakt en komt een faillissement dichtbij.

    Wat rest
    AMT voert nog altijd gesprekken met farmaciebedrijven en wellicht dat het volgend jaar een partner weet te vinden voor het hemophilia B (in- en externe bloedingen) programma. Dat zou de ´cashburn´ kunnen drukken.

    De zoektocht naar andere bronnen van financiering gaan door, waarbij ook gedacht wordt aan de verkoop van bedrijfsonderdelen.

    AMT heeft al de helft van zijn personeel ontslagen. Verdere kostenbesparingen zijn nauwelijks mogelijk, omdat dit nadelige effecten zal hebben op de nog lopende programma's.

    De enige overlevingskans is dat de nog lopende programma's volledig gefinancierd worden door nieuw geld. Maar dan nog zal het jaren duren alvorens een product naar de markt gebracht kan worden, met wederom de onzekere goedkeuringsprocedure.

    Elke vorm van financiering zal in ieder geval het winstpotentieel voor bestaande aandeelhouders fors doen verwateren.

    Het lijkt daarmee een uitzichtloze situatie. Baanbrekende technologie is geen garantie op succes, terwijl het tussentijdse vertrek van belangrijke personen, waaronder ceo Ronald Lorijn, ook geen goed teken is geweest.

    www.iex.nl/Forum/Topic/1274834/3/Dece...
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Beurs/K...

    Meer leesvoer van Errol:
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Effect/...
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Home/Ni...
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Home/Ni...

    Mijn Complimenten!!!
    Eindelijk een echte realistische post.

    Plaats deze komende week nog maar een paar keer, dat beperkt het aantal slachtoffers op de beurs.

    gr
    Ch@rter
  4. flosz 21 januari 2012 00:17
    Ter aanvulling.

    Lees vooral “Biotech zelden rendabel voor particulieren”!!!
    www.veb.net/content/HoofdMenu/Effect/...

    *****************************

    Met biotech verlies je meestal

    Afgelopen vrijdag maakte biotechbedrijf AMT bekend dat haar medicijn Glybera vooralsnog is afgekeurd. Aan het eind van de handelsdag kon het aandeel met 67 procent korting worden gekocht. Welkom bij biotech.

    Ter herinnering, de meeste potentiële medicijnen geraken niet door de jarenlange goedkeuringsprocedures en komen dus nooit op de markt. Het enkele medicijn dat na 10 jaar onderzoek en testen toch wordt goedgekeurd, heeft al vele honderden miljoenen euro gekost, voordat er maar een euro is verkocht.

    Gezien het ontbreken van omzet en de enorme kosten over vele jaren, is een sterke financiële positie essentieel voor ieder biotechbedrijf. Helaas is dit zelden het geval.

    Veel van dit soort bedrijven zijn daarom gedwongen om frequent verwaterende aandelenemissies te plegen, of akkoord te gaan met wurgcondities met financiers. Bestaande aandeelhouders worden dan niet beloond voor het verstrekken van (zeer) risicodragend vermogen.

    De biotech sector heeft veel weg van een roulettespel. Alleen kun je niet op rood/zwart (bijna 50 procent kans op winst) inzetten, maar slechts op een nummer (minder dan 3 procent). Meestal verlies je, maar als je wint, loop je binnen.

    Verstandige beleggers die geloven in de sector, spreiden liever het risico en bouwen een portefeuille van biotechaandelen. Hiermee hopen ze dat de winst van die ene winnaar het cumulatieve verlies van de overige aandelen ruim compenseert.

    Bestuurders van biotech bedrijven hebben trouwens een veel gunstigere verhouding tussen risico en (potentieel) rendement. Naast een basissalaris, krijgen ze structureel opties of aandelen.

    Indien er al prestatiecriteria gelden op de opties en aandelen, zijn ze vaak boterzacht of volstaat het blijven ademen van de bestuurder gedurende een jaar. Wanneer de aandelenkoers keldert, worden het volgende jaar gewoon nog meer opties of aandelen toegekend. Mocht de onderneming een zeperd blijken, is in ieder geval jarenlang een mooi basissalaris ontvangen.

    Indien de onderneming een succes wordt, haalt de bestuurder de jackpot binnen dankzij de opgespaarde “gratis” opties en aandelen tegen zeer lage koersen.

    Toch zijn er ook beleggers die in dit casino kunnen profiteren van hun investering in biotech. Het betreft de aandeelhouders van het eerste uur (private equity), dus voordat het aandeel op de beurs genoteerd staat. Zij kunnen (een deel van) hun aandelenpakket bij of vlak na de beursintroductie te gelde maken, waarbij vaak een veelvoud van de investering is terugverdiend.

    De kopers zijn dan veelal particuliere beleggers, naïef hopend goedkoop een winnend lot te hebben bemachtigd.

    Bij de Nederlandse beursintroducties in biotech en farmasector van de laatste jaren blijken geen hoofdprijzen te zitten. Crucell komt nog het dichtst in buurt van een winnend lot, met een koersrendement van bijna 36 procent over een periode van ruim 10 jaar.

    Toegegeven, het is op jaarbasis allesbehalve spectaculair, maar veel beter dan de AEX, die in deze periode 45 procent daalde (maar waarvan de onderliggende aandelen wel dividend uitkeerden, in tegenstelling tot Crucell).

    Het relatieve succes van Crucell is echter ontoereikend om de misère van de overige beursintroducties te compenseren, ondanks dat Galapagos het nog prima droog hield (17 procent koerswinst over 6 jaar, versus -7 procent voor de AEX exclusief dividend).

    De rest is kommer en kwel: CryoSave (-28 procent over 2 jaar), OctoPlus (-75 procent over 5 jaar), AMT (-94 procent over 4 jaar) en Pharming (-99 procent over 12 jaar).

    Dus handen af van biotech, tenzij u er bestuurder bent of tot de selecte groep van private equity-investeerders behoort. Of van gokken en vaak verliezen houdt.
    www.iex.nl/Forum/Topic/1267145/8/PB-G...
  5. [verwijderd] 22 januari 2012 13:13
    Wat een onzin van de VEB. Achteraf is altijd gemakkelijk. Doe met mij het volgende gedachten experiment: ons eigen College ter Beoordeling van Geneesmiddelen maakt zijn blunder ongedaaan. 16 voor, 15 tegen ipv andersom en Glybera wordt geregistreerd....Hoe zien bovenstaande stukken er dan uit? Met 100 miljoen meer dan 1 product ontwikkelen is een wensdroom in de farma. Aldag heeft het prima gedaan. De uitkomst is een soort randomness.
    De VEB wil een soort ANWB voor beleggers: bij pech wordt u direct geholpen. Dit hoort bij kapitalisme: vaak heb je geen geluk, soms word je heel rijk.
  6. [verwijderd] 22 januari 2012 13:23
    Herhaling van wat ik schreef op een andere discussie:
    Gooi dit stuk van de VEB maar in mijn pet. Achteraf weten we het allemaal beter. Iedereen die iets van Farma weet en begrijpt beseft dat 70 miljoen een grijpstuiver is om een product te ontwikkelen. Dus om met zo weinig geld in kas op meerdere paarden te wedden, dat zou pas dom zijn. Glybera eerst was een goede keus. Dat Glybera met 16-15 wordt afgestemd (mede dankzij Nederland zelf! Leve het innovatieplatform) is gewoon bad luck en een bureaucratische dwaling. Komt Glybera er alsnog dan is de technologie 'levensvatbaar' en gaan anderen instappen.

    Een gevaar is wel dat AMT door firma's met gevestigde belangen in b.v. de hemofiliebehandeling voor goedkoop wordt gekocht en 'op de plank gezet' (shelving). Dan lopen de patienten alsnog een 'genezende' behandeling mis.

    Ik denk nog steeds dat er een redelijke kans is dat een big pharma bedrijf AMT koopt. Zelfs op een tientje per aandeel kost het nog maar 300+ miljoen euro (peanuts voor big pharma, kijk maar naar de lijst van 10 grootste overnames in 2011, daarvan zijn er 3 farma), en dan haal je wel een breed technologisch gen-therapie platform in huis, dat ook nog scalable is.
  7. flosz 22 mei 2012 19:33
    Wie wordt de nieuwe Crucell?
    In 2011 betaalde Johnson & Johnson 1,75 miljard dollar voor Crucell uit Leiden. Verscheidene Nederlandse bedrijven staan te trappelen om dit succes te herhalen. Wie lost de belofte als eerste in?

    Hans Schikan wil van zijn biotechbedrijf Prosensa dolgraag een wereldspeler maken. Daarvoor timmert hij behoorlijk aan de weg. Het Leidse bedrijf, dat geneesmiddelen tegen de zeldzame spierziekte Duchenne ontwikkelt, heeft onder zijn leiding bijvoorbeeld een deal gesloten met het grote GlaxoSmithKline (GSK), een overeenkomst die in het ideale geval alleen al aan zogeheten ‘mijlpaalbetalingen’ 680 miljoen dollar oplevert. Licenties en royalties uit verkopen van GSK zitten daar nog niet eens bij.
    Eerder dit jaar haalde Prosensa ook nog eens 23 miljoen euro aan investering op, onder andere bij NEA (New Enterprise Associates), naar eigen zeggen de grootste durfkapitalist ter wereld. Prosensa’s doel? “We willen deels kunnen evenaren wat Genzyme, een van de grootste biotech¬bedrijven ter wereld, heeft bereikt”, zegt Schikan, zonder blikken of blozen.

    Belofte
    Mooie, ambitieuze woorden. Maar op dit moment is Prosensa nog steeds niet veel meer dan een belofte. “We zijn in 2002 begonnen en voor de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel staat gemiddeld 12 tot 15 jaar”, zegt Schikan. “Dus reken maar uit wanneer ons eerste product op zijn vroegst op de markt zou kunnen komen. Het vergt een lange adem, maar elke week boeken we weer wat vooruitgang.”
    Wat Prosensa zijn investeerders momenteel te bieden heeft, is één groot pakket hoop en verwachting, met een uitkomst die heel rijk kan zijn, maar tegelijk ook heel onzeker is.
    Dat weet ook iemand als Rein Strijker maar al te goed. De ceo van DNage zag zijn bedrijf, dat werkt aan technologie om DNA-schade te repareren, in 2006 overgenomen worden door zijn voormalig werkgever, farmareus Pharming. Succes bleef echter uit. Pharming besloot in 2010 het bedrijf weer af te stoten, om zich te kunnen richten op andere producten én omdat er geen geld meer was om de DNage-medicijnen enkele stapjes verder te brengen. Strijker: “We wilden een nieuw geneesmiddel ontwikkelen voor patiënten die snel verouderen, maar dat bleek financieel een te grote stap.”

    Mastodonten
    Terwijl de medicijnbelofte van DNage inmiddels in rook is opgegaan, hopen nieuwe Nederlandse ontwikkelaars als Prosensa nog steeds the next big thing te worden. Uiteraard met als eerste doel om patiënten te genezen, maar als nevendoel toch op zijn minst ook om net zo succesvol worden als Crucell.
    De kansen van deze relatief kleine ontwikkelaars liggen vooral in de hulpeloosheid van grote farmabedrijven. Die zogenoemde Big Pharma’s hebben te maken met aflopende patenten op hun succesmedicijnen en zoeken naarstig naar nieuwe knallers. Zulke prijsnummers hopen ze te vinden tussen die kleine biotechpareltjes, zegt Stijn Vanacker, analist global healthcare bij Robeco.
    Vanacker: “Als de mastodonten uit de industrie aantrekkelijke groeicijfers willen tonen, hebben ze meerdere nieuwe blockbusters per jaar nodig. Dat geeft druk op deze bedrijven. Zij zoeken dus allemaal naar interessante nieuwkomers.”

    Big Pharma
    De meeste nieuwkomers richten zich op niches: zeldzame ziektes die vragen om specifieke, gerichte geneesmiddelen. “Daar is de medische noodzaak het hoogst”, zegt Schikan. “En als je daarin succesvol bent, is de kans ook het grootst dat je waarde creëert voor patiënten en aandeelhouders.”
    Ook de farmareuzen hebben dit door. Zij accepteren daarom dat vijf keer een medicijn voor een kleine groep mensen net zoveel omzet oplevert als één algemene blockbuster. Op hun beurt beseffen de Nederlandse biotechbedrijfjes maar al te goed dat de grote jongens zoekend zijn. “Mijn businessmodel kan niet zonder Big Pharma”, zegt Willem van Weperen zelfs.

    Partneren
    Van Weperen is ceo van to-BBB, een bedrijf dat zich specialiseert in technologie waarmee medicijnen makkelijk in de hersens van patiënten gebracht kunnen worden. “Zoals de tijdlijn nu is, kunnen we in 2017 ons eerste product op de markt brengen, maar het is te duur om alles zelf te doen. Wij partneren dus bij voorkeur zo snel mogelijk.” Ook het Amsterdamse DCPrime, dat werkt aan een vaccin tegen terugkerende kanker, vestigt de hoop op samenwerkingen, vertelt chief business officer Marcel Zwaal. “Elke stap die we zetten, maakt het makkelijker een deal te maken met Big Pharma. Je moet dus meteen internationaal denken, anders kun je geen business bouwen.” DCPrime ontwikkelt technologie waarmee op industriële schaal vaccins te produceren zijn gebaseerd op zogeheten dendritische cellijnen, die momenteel alleen als maatwerk beschikbaar zijn. “Die maatwerkoplossingen zijn moeilijk te maken en veel te duur”, legt ceo en oprichtster Ada Kruisbeek uit. “Daarom denken we dat onze technologie een kans van slagen heeft.”

    Internationaal denken
    Een deal met een Big Pharma-partij omvat meestal een licentiemodel, waarbij kleine, kansrijke biotechbedrijfjes als een soort externe r&d-afdeling worden ingeschakeld. Zo heeft GSK een licentie op één potentieel Duchenne-medicijn van Prosensa en een optie op nog eens drie andere Duchenne-medicijnen, waarbij mijlpaalbetalingen zijn afgesproken als een bepaald punt in het ontwikkeltraject wordt behaald. Tegelijkertijd heeft het Leidse biotechbedrijf zelf de rechten voor een klein Europees afzetgebied behouden voor twee van deze kandidaat geneesmiddelen en ontwikkelt het bedrijf zelfstandig nog eens twee mogelijke Duchenne-medicijnen. “Zo houden we de optie open om zelf door te groeien”, zegt Schikan.
    Dat doen de meeste biotechbeloftes, bevestigt Van Weperen van to-BBB. “We kijken naar verschillende scenario’s, want we hebben wel de ambitie om een eigen bedrijf op te bouwen. Ik kan me voorstellen dat we met de inkomsten van goede deals uiteindelijk ook zelfstandig producten kunnen ontwikkelen.”

    Inkomsten
    Inkomsten. Daarmee komen we bij een lastig punt in dit verhaal. De meeste biotechbedrijfjes hebben namelijk helemaal geen inkomsten. Vandaag niet, morgen niet, en waarschijnlijk overmorgen nog steeds niet. “Alles in de medische biotechnologie is front loaded”, zegt Zwaal. “Je hebt eerst een flinke investering nodig voor je de eerste stappen kunt zetten.”
    Dat is een groot verschil met de startups uit die andere beloftevolle industrie: die rond het (mobiele) internet. Daar kan iedereen vanaf zijn zolderkamer een mobiele applicatie op de markt brengen zonder veel voorinvesteringen. Instagram bijvoorbeeld, dat in april voor een miljard dollar door Facebook werd gekocht, is ook nog een belofte. Ook dat bedrijf draait immers nog geen dollar omzet op zijn fotoapplicatie. Toch is er een essentieel verschil: Instagram heeft al een product op de markt, met een gebruikersgroep van zo’n 30 miljoen mensen. Zover zijn Prosensa, to-BBB en DCPrime nog lang niet. Kruisbeek: “We praten hier over miljoenen, voordat het echt van start gaat.”

  8. flosz 22 mei 2012 19:33
    Geld wegspoelen
    Waarom duurt het zo lang om een nieuw geneesmiddel op de markt te brengen? Een medicijn maken is veel trial and error natuurlijk, zegt Zwaal bijvoorbeeld. Maar er is meer. Zo is er allereerst de strenge regelgeving vanuit de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) en de European Medicines Agency (EMA). De periode tussen eerste tests en uiteindelijke goedkeuring van een nieuw geneesmiddel kan al snel meer dan 10 jaar omvatten, waarbij de uitkomst continu onzeker blijft. Zo kreeg het Nederlandse AMT recentelijk wederom géén goedkeuring van het EMA voor een ontwikkelde gentherapie. Au.

    Zorgverzekeraar
    Een tweede moeilijkheid is dat een nieuwe therapie moet passen in de strategie van zorgverzekeraars en ziekenhuizen. “Zij moeten de therapie uiteindelijk betalen”, zegt Kees Recourt, investment manager bij Mibiton en adviseur van biotechbedrijven. “Maar of dat gebeurt, varieert per land. Daarnaast kan ook de visie van een verzekeraar over 5 jaar alweer zijn veranderd.” Het Amsterdamse Agendia kwam daar in 2010 achter, toen het te horen kreeg dat het Nederlandse College voor Zorgverzekeraars (CVZ) hun borstkankertest niet in het basispakket van de ziektekostenverzekering opneemt, omdat deze niet zou aansluiten bij de bestaande behandelmethodes. Gevolg: de Nederlandse markt blijft voor Agendia’s product gesloten. In het ergste geval zorgen de twee drempels er dus voor dat miljoenen euro’s aan investeringen door de wc gespoeld kunnen worden.
    Durfinvesteerders
    En dat geld is in deze tijden sowieso niet makkelijk voorradig, zegt Zwaal. “Het financiële systeem zit op slot. De overheid doet niets en bij durfinvesteerders komen we moeilijk aan geld, want zij willen pas instappen op een bepaald moment, bij een bepaald risico.” Zelf klaagt hij niet, met “de steun door dik en dun” van venture capital-investeerder Thuja Capital. Maar hij mag dan ook van geluk spreken. In de Verenigde Staten besteden durfinvesteerders steeds minder aan biotechbedrijven. In 2009 ging nog 18,1 procent van hun geld naar de biotechs, een jaar later was dat gedaald naar 12,2 procent. De zogenoemde Web 2.0-startups gingen er in dezelfde periode juist sterk op vooruit, van 10,3 tot 18,4 procent van het totaal beschikbare vc-kapitaal, zo blijkt uit een rapport van Ernst & Young. Vandaar dat NEA’s recente investering in Prosensa ook zo bijzonder is, zegt diens ceo Schikan. Een beursgang dan maar? Ook dat is lastig “op dit moment”, zegt Van Weperen. Hij komt daarom vorig jaar onder meer uit bij zogenoemde business angels. “Al zie ik wel dat financiering momenteel steeds makkelijker gaat, nu we verder zijn in de ontwikkeling. Daardoor is ons risicoprofiel kleiner geworden.”

    Synthon
    Een bedrijf dat een totaal andere strategie hanteert dan de (nog) relatief kleine biobeloftes Prosensa, DCPrime en to-BBB is Synthon, dat al meer dan 20 jaar aan de weg timmert als geneesmiddelenproducent. Het Nijmeegse bedrijf, actief in 11 landen en in 2011 goed voor een omzet van 260 miljoen euro, heeft zich in die periode gespecialiseerd in de productie en vermarkting van generieke medicijnen, geneesmiddelen die hun succes hebben bewezen én waarvan de patenten zijn verlopen. Deze geneesmiddelen zijn gebaseerd op kleine moleculen, die chemisch exact na te maken zijn. Synthon kan ze daardoor één op één kopiëren en als merkloos product tegen een flink lagere prijs verkopen. “Sinds 2007 mikken we ook een paar stapjes hoger”, vertelt ceo Rudy Mareel.

    Organon bedankt
    Het eerstvolgende stapje is bijvoorbeeld de ontwikkeling van een biologisch medicijn dat precies hetzelfde doet als een bestaand medicijn, maar omdat het biologisch is niet voor 100 procent uit dezelfde bestanddelen bestaat, een zogenoemde biosimilar. Zo maakte Synthon in maart bekend dat haar eigen variant van borstkankermedicijn trastuzumab door de eerste klinische testfase is gekomen. Mareel: “Het doet hetzelfde als een geneesmiddel van Genentech, maar is niet generiek aan dat medicijn. Wij kunnen hierdoor een nieuw product van gelijkwaardige kwaliteit tegen een voor de patiënt betere prijs verkopen.”
    Daar blijft het niet bij als het aan Mareel ligt, want Synthon werkt ook al aan de overtreffende trap: het helemaal zelf ontwikkelen van nieuwe biofarmaceutische geneesmiddelen. Daarvoor richtte het niet alleen een aparte bedrijfstak op, maar kocht het ook biotechbedrijf Syntarga, goed voor kennis en technologie op het gebied van tumordodende mechanismen. Ook Organons overname was indirect goed voor Synthon, aldus Mareel. “Dat was een spijtige zaak, niet goed voor Nederland, maar wij hebben daardoor veel hooggekwalificeerde mensen kunnen aannemen.”

    Eigen fabriek
    Synthon investeert daarnaast ook flink in nieuwe faciliteiten. Zo ging in mei 2011 een nieuw laboratorium open, waar 130 onderzoekers aan de slag gingen, en maakte Synthon eerder dit jaar bekend nóg een fabriek te willen bouwen. “Hiermee zetten we de stap naar de productie van nieuwe biofarmaceutische medicijnen”, zegt Mareel. “Ter illustratie: voor een generiek medicijn heb je een investering van 2 tot 4 miljoen euro nodig, voor een gelijkwaardige versie van een biologisch medicijn kom je op 80 miljoen euro en voor een totaal nieuw medicijn heb je nog veel meer geld nodig.” Hoeveel? Onderzoekers houden het op een bedrag van gemiddeld 800 tot 1.000 miljoen euro, bij een ontwikkelduur van 12 jaar.
    In tegenstelling tot de kleinere biobeloftes kan Synthon dit geld zelf ophoesten, aldus Mareel: “Wij hebben een solide basis waarmee we cashflow genereren. De winst kunnen we gebruiken om onze innovatieve projecten te financieren.”
    Toch is de tak van het Nijmeegse bedrijf dat zich richt op nieuwe biologische en chemische entiteiten op dit moment net zo’n onzekere belofte als de projecten van de kleinere biotechbedrijven. Ook Synthons nieuwe geneesmiddelen moeten het volledige klinische onderzoekstraject doorlopen en zullen dus minstens 10 jaar op zich laten wachten. Dat lange traject zorgt ervoor dat de meeste medische biotechbedrijven graag wat slagen om de arm houden over hun success rate. Zo zegt Schikan over de kansen van Prosensa: “Veel kleine bedrijven zullen sneuvelen, slechts een paar zullen de nieuwe Organon worden. Ik zeg niet dat wij dat zullen zijn, want er is nog een lange weg te gaan. Alles loopt op rolletjes, maar pas als ons eerste product op grote schaal op de markt komt, zijn we er echt.”

    Eerste doosje
    Met andere woorden: nog even geduld, aub. Dat is een uitspraak die Rein Strijker niet meer hoeft te gebruiken. Hij heeft sinds dit jaar wél een product op de markt. Na het Pharming-drama besloot hij zijn koers te verleggen naar de industrie van voedingssupplementen. Daarbij is de onderliggende DNA-technologie hetzelfde – nog steeds richt Strijker zich op het afremmen van veroudering, maar een voedingssupplement heeft geen jarenlang traject van goedkeuring en testen nodig. Daardoor is er minder risico en een snellere terugverdientijd. “Ik heb alle elementen uit DNage die te maken hadden met de ontwikkeling van dit soort supplementen in een nieuw bedrijf ondergebracht, dat nog steeds DNage heet”, vertelt Strijker.
    In het eerste kwartaal van 2012 draaide hij met dat bedrijf zijn eerste omzet. “Dat eerste doosje versturen, dat was wel een feestje. Ik heb 20 jaar in de life sciences gewerkt en ben al die tijd alleen maar bezig geweest met de ontwikkeling van medicijnen. Dan is het wel een mooi moment als je opeens een echt product aan iemand kunt verkopen.”

    www.techbusiness.nl/1/1419/home/wie-w...
  9. [verwijderd] 23 mei 2012 08:38
    wo 23 mei 2012, 05:00
    ’Overnames biotech op loer’
    door Sonny Duijn
    AMSTERDAM - Een jaar na het overnamespektakel rond Crucell staan we aan de vooravond van een golf in acquisities en fusies rond biotechnologie en overige life sciences. Die golf zal de als risicovol beschouwde industrie in een aanzienlijk positiever daglicht zetten bij beleggers. Dat zegt zakenbank Kempen op basis van een internationaal onderzoek onder institutionele beleggers.
    Maandag stonden er Chinezen bij Kempen op de stoep. Een Chinese bank welteverstaan. Die heeft een zak duiten over om te investeren in ’kansrijke’ sectoren, waaronder gezondheidswetenschappen, en kwam eens informeren. „Beleggers, durfinvesteerders, private equity en ook het bedrijfsleven, allemaal zijn ze bereid de beurs te trekken voor life sciences”, zegt Oscar Izeboud van Corporate finance bij Kempen. Investeerders zien vooral kansen rond preventieve middelen, denk aan diagnostiek en vaccins.
    Een fusie- en overnamegolf kan voortkomen uit de moeilijkheden binnen de gehele farmaciewereld. De regulering is streng en een nieuw medicijn kan pas na een erg lange ontwikkelingstijd op de markt worden gebracht. Bovendien lopen in 2012 en 2013 patenten van belangrijke medicijnen af, waarna goedkopere generieke geneesmiddelen voor grote prijsdruk kunnen zorgen.
    „Farmaceuten moeten zich beschermen tegen die patentcliff door in hoog tempo nieuwe medicijnen te ontwikkelen”, stelt Kempen. „Maar het is moeilijk voor de grote bedrijven om innovatief te zijn. Een oplossing is het overnemen van biotechbedrijven.” Bij de Franse farmaciereus Sanofi viel dat kwartje, getuige het inlijven van biotechbedrijf Genzyme (VS) voor $20,1 miljard in 2011. Kempen voorziet dat farmaceuten vaker gaan shoppen in de biotechhoek.
    Aan het onderzoek nam een veertigtal Europese en Amerikaanse partijen deel (vermogen samen zo’n €10 miljard) die zich in grote of kleinere mate richten op life sciences.
    Uit het onderzoek blijkt dat 48% van de beleggers een fusie- en overnamegolf voorziet. Ongetwijfeld zal een x aantal naar de eigen portefeuille toepraten. Toch is het opmerkelijk dat 75% positieve verwachtingen heeft voor de sector in de komende twaalf maanden, en 63% nu een gunstig klimaat ziet voor een beursgang voor de life sciences-bedrijven.
    „Ik hoor mensen wel eens zeggen dat we terug moeten naar een echte maakindustrie. Willen we terug naar de jaren 50?”, zegt Izeboud, die aangeeft meer brood te zien in sectoren als life sciences. Hij staat niet alleen; marktvolgers spreken van de ’eeuw van de biotech’ en verwachten een doorbraak in de bestrijding van moeilijk te genezen ziekten.
17 Posts
|Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met je emailadres en wachtwoord.

Direct naar Forum

Indices

AEX 882,01 +0,83%
EUR/USD 1,0689 -0,12%
FTSE 100 8.090,66 +0,57%
Germany40^ 18.181,40 +0,24%
Gold spot 2.316,27 -0,25%
NY-Nasdaq Composite 15.696,64 +1,59%

Stijgers

VIVORY...
+22,50%
ASMI
+11,66%
RANDST...
+4,22%
NX FIL...
+3,85%
BESI
+3,78%

Dalers

ALLFUN...
-9,08%
ING
-5,49%
WDP
-2,13%
Avantium
-1,78%
Euroco...
-1,64%

Lees verder op het IEX netwerk Let op: Artikelen linken naar andere sites

Gesponsorde links