Column

Het nieuwe Facebook: p2p-lenen

Wereldwijd neemt de markt van p2p-lenen in rap tempo toe. Nederlanders zijn echter nog niet overtuigd.

Het Amerikaanse Lending Club, een online platform waarop peer-to-peer (p2p)-leningen worden aangeboden, maakte in december vorig jaar een stralend beursdebuut. De koers schoot in een dag bijna 60% omhoog en sindsdien wordt de marktwaarde van het bedrijf geschat op 5,4 miljard dollar.

Het zijn bijna Facebook-praktijken. Het toont de populariteit van peer-to-peer wel aan, maar vooral in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Beleggers in Nederland zijn nog niet overtuigd van het fenomeen.

De omvang van de wereldwijde p2p-markt wordt geschat op 70 miljard dollar, redelijk in lijn met een eerdere voorspelling van Research en Markets. Sinds 2007 blijft het aantal leningen stijgen. Maar in Nederland loopt het helemaal niet storm.

Gebrek aan transparantie

Er zou nog teveel "de kat uit de boom worden gekeken" vanwege de "risico-aversie die in Nederland heerst". Volgens Arthur Hopstaken en Willem Johannesma van beleggingsonderneming HJCO Capital Partners is dat echter niet het grootste probleem waar p2p-lenen in Nederland mee te kampen heeft.

Vooral een gebrek aan focus en transparantie bij platformen belemmeren een groei van peer-to-peer. Ook de omvang van de markt is te klein en het blijft de vraag of die ooit groot genoeg zal worden om voor beleggers interessant te zijn.

Volgens Hopstaken en Johannesma is er in Europa een gebrek aan transparantie bij platformen, omdat ze geen inzicht geven in de boeken. Er is niet altijd inzage in alle data van leningen, maandrapportages, juridische overeenkomsten, transacties en betalingen.

Meer dan een marktplaats

Voor een belegger is het daarnaast niet altijd duidelijk wat de beleggingen precies inhouden en hoe de rendementen en risico’s zijn opgebouwd. Platformen in Europa lijken daarmee niet altijd de beseffen dat er meer nodig is dan het aanbieden van een marktplaats voor kredietnemers en -gevers.

Het optimale gebruik van achterliggende technologieën om tot een nauwkeurige kredietanalyse te komen is eigenlijk nog belangrijker dan de vraag en aanbod zelf. Dit vormt ook de basis van het vertrouwen dat een belegger heeft in een platform en daarmee de kredietnemers.

Je wil er als belegger immers wel zeker van zijn dat iemand de lening kan terugbetalen. Lending Club en Prosper, de twee grootste platforms wereldwijd op het gebied van p2p-lenen, melden een default van gemiddeld 5% per jaar. Dat werkt het vertrouwen van beleggers wel in de hand.

Overigens is er wel meteen iets goed mis, wanneer u onverhoopt in die 5% heeft geïnvesteerd. Houd er rekening mee dat u dan 95% van uw inleg kunt afschrijven.

Kredietanalyse

Hoe ziet die kredietanalyse er precies uit?

Een kredietnemer wordt getoetst op enorm veel data, zo blijkt: de huidige en historische kredietsituatie, het inkomen, werkeloosheidsdata, inschrijfdata, gedragsdata en transactiedata. Ook zijn online footprint, dus de sporen die hij nalaat op bijvoorbeeld sociale media, wordt meegenomen.

Het gaat zelfs zo ver dat een kredietnemer wordt afgerekend op de snelheid waarmee hij de hoogte van de lening bepaald, aldus Hopstaken. Schuift hij de meter meteen naar de 50.000 euro of schuift hij eerst naar de 40.000 euro en dan naar de 50.000 euro? Het speelt allemaal een rol in de kredietanalyse.

Rigoureus is het wel, maar het platform moet wat doen om het default-percentage laag te houden. Clubs als Lending Club en Prosper wijzen doorgaans gemiddeld 90% van de binnengekomen kredietaanvragen af.

“Mede door de technologische voorsprong, zijn platforms beter in hun kredietcheck dan banken,” aldus Johannesma. “Voor beleggers betekent dat een beter inzicht in de risico’s van peer-to-peer lenen.”

Geen concessies doen

In het selectieproces moet een platform dus geen concessies doen. Krediet verstrekken is "een vak" en dat zien Europese platforms vaak niet in, aldus Hopstaken en Johannesma. Zij noemen het selectieproces van platforms in Europa "matig", in zoverre dat het beleggers niet kan overtuigen om te investeren in p2p-leningen.

De twee noemen het Nederlandse GeldvoorElkaar.nl als voorbeeld van een platform dat enkel een marktplaats biedt voor investeerders en kredietnemers. “Het businessmodel is niet helder, omdat er zoveel verschillende beleggingen worden aangeboden. Denk aan leningen, crowdfundingprojecten, aandelen, noem het maar op,” aldus Hopstaken.

Een platform moet zich op een taak richten, is zijn mening. Pas dan kan peer-to-peer ook een beetje in Nederland gaan spelen. Maar er is nog een grote stap te maken. Er moet bereidheid bij platforms zijn om te investeren in de juridische en technische aspecten die komen kijken bij p2p-lenen en ook het compliance-gedeelte moet in orde zijn.

Lange weg

Hopstaken en Johannesma blijven kritisch en denken dat er grof geld nodig is om de volgende Lending Club te worden. “Wanneer een platform maandelijks 50 miljoen euro per maand ophaalt, dan wordt het interessant.”

Gezien Nederlandse platforms maandelijks nog niet meer ophalen dan enkele miljoenen, is er nog een lange weg te gaan… 

Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.