Het blijft spannend in euroland. De Spaanse aandelenindex IBEX 35 bereikt steeds nieuwe dieptepunten en staat voor dit jaar al ruim 28% in de min. Italië, dat even iets minder negatieve aandacht krijgt, zag zijn MIB-index dit jaar ook al met 14% terugvallen.
Over de laatste twaalf maanden gemeten is het slagveld rond de Middellandse Zee nog veel groter. Spanje en Italië hebben beide rond de 40% van hun indexwaarde zien verdampen en de vraag is wanneer deze daling stopt.
Over dalen gesproken. Een andere vraag die mij vooral bezighoudt is wanneer het stopt met het dalen van de rendementen op Duitse en Nederlandse staatsobligaties. Het zakt en zakt maar verder.
Goed voor de beurs
Nu is een lage rente goed voor de beurs, althans zo leerde ik dat vroeger uit de boeken. Aandelen hebben het, volgens het boekje, op te nemen tegen het risicovrije rendement op staatsobligaties en dus is de rente hét bepalende argument om wel of niet te willen beleggen in aandelen.
Maar de werkelijkheid is weerbarstiger!
De zeer lage lange rente in Nederland en Duitsland helpt de koersen van de Nederlandse aandelen helemaal niet. Ik durf bijna te zeggen dat ondanks de lage rente beleggers nog steeds op zoek zijn naar de veiligheid van de (staats)obligaties in plaats van te gaan voor een belegging in solide aandelen.
Japan-scenario
Er is dus blijkbaar een vlucht naar veiligheid gaande en de vraag is wanneer dat stopt. Nu is de huidige onrustige situatie op de Europese beurzen niet iets unieks want we hebben het al eerder gezien in Japan.
Toen in Japan eind jaren tachtig een vastgoedzeepbel uiteenspatte ontstond een situatie die erg veel lijkt op wat ons momenteel in Europa overkomt. En plots ben ik weer bij de vraag die mij zo bezighoudt.
Zakken de rendementen op Duits en Nederlands staatspapier nog verder? Het antwoord lijkt ja! Japan beleefde in 1988 (+16%) en 1989 (+25%) nog goede jaren op de beurs. De Japanse economie hobbelde vooruit en de Nikkei bereikte in de laatste dagen van 1989 het hoogterecord van bijna 40.000.
Maar toen het in 1990 over bleek te zijn met de oplopende prijzen op de Japanse vastgoedmarkt ging alles heel snel:
- in 1990 daalde de Nikkei al met ruim 10%
- in 1991 en 1992 daalde de index met respectievelijk 25% en 29%
Duitse rente
De lange Japanse rente had eind 1990 nog een even stand van ongeveer 4,5% bereikt om zeven jaar later voor het eerst onder de 1% te vallen. Rendementen, ook voor staatsobligaties met een looptijd van tien jaar, kunnen dus onder de 1% vallen en zelfs dan kan het nog verder dalen.
In Japan bereikte het rendement op tienjarige staatsobligaties in 2003 zelfs een niveau van rond de 0,5%! En weet u wat zo jammer is?
De Duitse lange rente lijkt vanaf 2005 qua ontwikkeling zo veel op de Japanse lange rente vanaf 1988 dat we niet mogen uitsluiten dat de Duitse rente dus ergens in de komende jaren ook onder de 1% zal duiken.
Bron: Deutsche Bank, Bloomberg.
Onder druk
Het grote probleem is echter dat de dalende rente in Japan geen positief momentum creëerde op de Nikkei maar helaas het gevolg was van vluchtgedrag van grote beleggers op zoek naar zekerheid tijdens grote economische onzekerheid.
Japanners kochten, terwijl de rente verder daalde geen aandelen, maar haalden juist steeds meer Japanse staatsobligaties in hun effectenportefeuilles. Een verdere daling van de Duitse lange rente is dus zeer goed mogelijk als de Europese economische onrust niet ophoudt.
Overigens zijn het niet alleen de Duitse en Nederlandse rendementen die onder druk staan maar valt ook vooral het rendement op het tienjarige Zwitserse staatspapier op. Terwijl ik deze column schrijf noteren de tienjarige Zwitserse staatsobligaties op een rendement van 0,62%.
Dat een al lage lange rente toch nog flink kan dalen, en nog snel ook, blijkt wel uit de daling van het rendement vanaf 1,80% op tienjarige Zwitserse staatsobligaties twaalf maanden terug.
Ook de Zwitserse centrale bankiers ervaren de vlucht naar veiligheid en zien elke dag kopers in Zwitserse franken. De Swiss National Bank (SNB) verkoopt daarom dagelijks voor fortuinen aan vers gedrukte Zwitserse franken om zo de afgesproken verhouding van minimaal 1,2 Zwitserse franken per euro in stand te houden.
Al enkele weken lang koopt de SNB dagelijks voor ongeveer 1 miljard euro op de valutamarkten terwijl het voor dezelfde tegenwaarde aan Zwitserse franken verkoopt. Vorige week woensdag was plots de verkoop van 5 miljard euro aan Zwitserse franken nodig om de kracht uit de frank te halen.
Meevluchten
Vluchtende beleggers zochten en zoeken dus nog duidelijk de zekerheid van Zwitserse franken. Voor een vermogensbeheerder valt het niet mee om niet in de waan van de dag mee te vluchten.
Vluchten in de Zwitserse frank doe ik even niet omdat het de innige wens van de SNB is om de Zwitserse frank op termijn verder te verzwakken om zo nog een aantrekkelijke handelspartner te blijven. Toch moet de SNB dagelijks ingrijpen om de Zwitserse frank niet te sterk te maken.
Ik durf wel te stellen dat als er geen afspraak lag ik waarschijnlijk even zou proberen te profiteren van de onrust die de Zwitserse frank zo maar weer had kunnen laten stijgen tot een pariteit met de euro.
Rugwind
Het tweede probleem voor mij als vermogensbeheerder is dat ik het bijzonder moeilijk vind om geschikte (bedrijfs)obligaties te vinden voor mijn klanten. Het kopen van bedrijfsobligaties die maar 3% opleveren blokeert mij terwijl ik dus eigenlijk beter moet weten.
De financiële onrust zal voorlopig nog wel even duren en dat zal de rendementen op obligaties alleen maar verder doen dalen. Dát moet mijn favoriete aandelen met hun mooie dividendrendement en internationale aanwezigheid rugwind gaan geven!