Bijna een maand geleden deed ik de boude uitspraak: "Charts voorspellen niets". Een citaat van een chartist in het Financieel Economisch Magazine uit 1987.
"Als de chart een aanwijzing geeft van de mogelijkheid van een trendwijziging dan signaleren wij dat. Voor de technisch analist geldt, evenzeer als voor zijn fundamentele vakbroeder, dat alle beurswijsheid ten slotte achteraf is."
In mijn eerste column voor IEX besprak ik de combinatie van de beurskoers met de afgeleide 20-daags en 120-daags simpele koersgemiddelden. De trend is dalend als:
- de beurskoers zowel onder beide gemiddelden sluit
- en het 20-daags gemiddelde onder het 120-daags gemiddelde noteert
Vorige week donderdag stelde ik op basis van deze criteria een trendwijziging in de AEX-index vast: het 20-daags gemiddelde kruiste onder het 120-daags koersgemiddelde. En nogmaals, het voorspelt niets; het is een constatering.
Pessimistischer
In de technische analyse zijn de volgende drie trends te bedenken:
- stijgend
- zijwaarts
- dalend
Deze trends zorgen voor slingerbewegingen door de tijd heen. Optimisme wordt afgewisseld door pessimisme en pessimisme door optimisme. Klaarblijkelijk zijn beleggers in de afgelopen vier handelsweken (= 20 handelsdagen) pessimistischer geworden.
De haast om te verkopen is toegenomen en/of de bereidheid om te kopen is afgenomen. De laatste keer dat dit fenomeen resulteerde in een trendwijziging zoals hierboven besproken was een jaar geleden.
Op 12 mei 2011 zakte het 20-daags gemiddelde onder het 120-daags gemiddelde. De AEX daalde in de maanden daarna met circa 100 indexpunten van 357,52 naar 256,36.
Sell in May
Volgens de Stock Traders Almanac is de periode mei tot en met oktober voor aandelenbezitters de minst winstgevende periode is. Daarentegen worden in de maanden november tot en met april volgens de beursstatistieken bovengemiddelde rendementen gerealiseerd.
Het signaleren van een trendomslag in de AEX mag dan ook niet onvermeld blijven. Wat ook niet onvermeld mag blijven is het concept van relatieve sterkte. Beleggers willen in de regel in een stijgende trend de winnaars in portefeuille hebben en in een dalende trend de verliezers zoveel mogelijk mijden.
Op basis van de besproken koersgemiddelden in het relatieve sterkte-concept noemde ik in mijn eerste column:
- in positieve zin Fugro en Unilever; deze aandelen zijn sindsdien met 4,06% respectievelijk 0,78% gestegen, terwijl de AEX met 1,77% is gedaald.
- de dalende hoofdtrends in Air France-KLM en KPN; deze aandelen zijn sindsdien met 14,03% respectievelijk 9,01% in waarde gedaald
Op basis van de slotkoersen op Koninginnedag noteren dertien aandelen uit de AEX in een stijgende trend, waarvan er vier voldoen aan het criterium van outperformance:
Van twee kent u het technisch verhaal al, maar van DSM en Randstad nog niet. Let op de beurskoers in relatie tot het 20-daags en 120-daags gemiddelde en kijk naar de ontwikkeling van de relatieve sterkte-lijn (en/of hiervan afgeleide MACD) ten opzichte van de AEX.
Klik op de grafiek voor een grote versie
Klik op de grafiek voor een grote versie
Grafieken voorspellen niets, maar ze geven wel onderscheidende informatie.