Gast-columnist Martine Rommen van RBS Markets geeft u in de komende twee weken belangrijke lessen over het beleggen in turbo's.
In deze eerste column van Martine Rommen leest u de tien meest voorkomende misverstanden over turbo’s. Zij geeft uitleg: hoe zit het nu écht?
1. Wanneer een turbobelegger verlies maakt op zijn positie betekent dit een winst voor RBS en vice versa.
RBS dekt haar positie in de turbo’s af door een positie in de onderliggende waarde in te nemen. Stel dat u een ArcelorMittal turbo long koopt van RBS. Deze turbo zal met 1 euro in waarde stijgen voor iedere euro die het aandeel ArcelorMittal stijgt. RBS kan deze positie afdekken door zelf aandelen ArcelorMittal te kopen.
Stijgt het aandeel ArcelorMittal, dan stijgt zowel de waarde van het aandeel ArcelorMittal dat RBS heeft gekocht als de waarde van de turbo die RBS aan u heeft verkocht. Het maakt dan voor RBS niet uit of de waarde van het aandeel stijgt of daalt.
RBS rekent financieringskosten over het deel van de belegging dat zij voor u financiert en kan inkomsten behalen uit de spread, het verschil tussen de bied- en de laatprijs van een turbo.
2. De restwaarde van een turbo wordt altijd berekend op basis van het verschil tussen het stoplossniveau en het financieringsniveau.
Wanneer een turbo het stoplossiveau bereikt wordt de handel in de Turbo beëindigd. RBS zal vervolgens de positie in de onderliggende waarde afwikkelen. De gemiddelde prijs waarop RBS de positie kan sluiten is bepalend voor de hoogte van de restwaarde.
Voorbeeld: Stel dat u een turbo long heeft gekocht op het aandeel ArcelorMittal met een stoplossniveau op 14,00 en een financieringsniveau op 13,00. De koers van het aandeel ArcelorMittal daalt tot 14,00 euro en de turbo bereikt het stoplossniveau. RBS zal vervolgens de aandelen ArcelorMittal die zij had aangekocht om deze turbopositie af te dekken verkopen. De restwaarde wordt berekend op basis van de gemiddelde koers waarop RBS de aandelen verkoopt.
Stel dat RBS de aandelen ArcelorMittal verkoopt tegen een gemiddelde koers van 13,95, dan wordt de restwaarde in principe berekend als: 13,95 – 13,00 = 0,95 euro. Ook wanneer er wordt afgewikkeld boven het stoplossniveau wordt de restwaarde op deze wijze berekend.
Dus stel dat RBS haar positie in ArcelorMittal kan afwikkelen bij een gemiddelde koers van 14,05 euro, dan is de restwaarde: 14,05 – 13,00 = 1,05 euro. In het meest negatieve scenario is de restwaarde nul. Voor de bovenstaande turbo op ArcelorMittal zou de restwaarde nul zijn wanneer RBS de aandelen ArcelorMittal verkoopt tegen een gemiddelde prijs op of onder 13,00 euro.
3. Het is gunstig voor RBS wanneer een turbo het stoplossniveau bereikt.
Wanneer een turbo wordt beëindigd betekent dit dat RBS niet langer financieringsopbrengsten ontvangt over deze turbo. Daarom is het ook voor RBS niet gunstig wanneer een stoplossniveau wordt bereikt. Door de buffer tussen het stoplossniveau en het financieringsniveau van een turbo loopt RBS pas risico als de koers van de onderliggende waarde onder het financieringsniveau komt bij een turbo long, en erboven bij een turbo short.
Wanneer een turbo het stoplossniveau bereikt zal RBS proberen de positie in de turbo te sluiten en zo snel mogelijk berekenen of er een restwaarde is. Hoe snel dit gebeurt hangt af van marktomstandigheden zoals de liquiditeit.
Wanneer bijvoorbeeld een turbo op Fugro het stoplossniveau bereikt en RBS een groot aandelen Fugro moet verkopen om de positie af te wikkelen, zal zij niet direct bestens de gehele positie in Fugro verkopen zodra de turbo het stoplossniveau heeft bereikt. Het is namelijk zeer waarschijnlijk dat dit een te sterke invloed zou hebben op de koers van het aandeel Fugro.
In plaats hiervan zal de handelaar van RBS de positie in kleinere delen sluiten. RBS heeft maximaal de dag waarop het stoplossniveau wordt bereikt en de daaropvolgende handelsdag de tijd om de positie te sluiten.
4. De waarde van een turbo®is altijd gelijk aan het verschil tussen het financieringsniveau en de koers van de onderliggende waarde.
Alleen wanneer de ratio 1 is en de onderliggende waarde in euro’s noteert is de waarde van de turbo gelijk aan het verschil tussen het financieringsniveau en de koers van de onderliggende waarde.
Wanneer de ratio geen 1 is of de onderliggende waarde in een andere valuta is genoteerd, moet hiermee rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de turbo. Met de formules in het kader hieronder is het mogelijk om de waarde van een turbo te berekenen:
5. Turbo’s zijn alleen geschikt voor kortetermijnbeleggers.
Turbo’s kunnen worden gebruikt om in te spelen op verwachte koersstijgingen of dalingen van een aandeel, grondstof, valuta, index of obligatie. Veel turbobeleggers maken gebruik van de turbo’s met de hoogste hefbomen en gebruiken deze om voor een korte periode in te spelen op een koersstijging of daling.
Steeds vaker zien we dat beleggers vooral de turbo’s met de lagere hefbomen ook voor langere termijn gebruiken. Daarnaast kunnen turbo’s ook worden gebruikt om een portefeuille af te dekken.
6. Een Turbo kan het stoplossniveau enkel bereiken binnen de handelstijden voor turbo’s.
Een turbo bereikt het stoplossniveau op het moment dat de koers van de onderliggende waarde het stoplossniveau bereikt of doorbreekt. Een turbo op bijvoorbeeld goud of euro-dollar kan dus 24 uur per dag het stoplossniveau bereiken.
7. Als er weinig wordt gehandeld in een turbo betekent dit dat ik deze wellicht niet kan verkopen wanneer ik dat wil.
RBS is Liquidity Provider voor de turbo’s. Dit betekent dat zij onder normale marktomstandigheden een bied- en een laatprijs afgeeft voor iedere turbo, zodat u ook wanneer er geen andere kopers of verkopers zijn kunt handelen tegen de prijzen van RBS.
8. Wanneer ik een turbo long op een Nederlands aandeel koop houdt RBS een deel van het dividend in.
Voor turbo’s op Nederlandse aandelen geldt dat het volledige dividend wordt verrekend met de turbobelegger door het financieringsniveau te verlagen met het uitgekeerde dividend.
Stel dat u een turbo long op Royal Dutch Shell koopt en Royal Dutch Shell 1 euro dividend uitkeert. RBS zal dan op de ex-dividenddatum het financieringsniveau met 1 euro verlagen. Voor turbo’s op buitenlandse aandelen wordt het financieringsniveau van turbo’s long doorgaans verlaagd met 85% van het uitgekeerde dividend.
9. Wanneer de onderliggende waarde van een turbo nog niet geopend is, wordt de waarde gebaseerd op de slotkoers van de voorgaande dag.
De onderliggende waarde van turbo’s op Amerikaanse aandelen is voor 15:30 uur niet verhandelbaar, terwijl de turbo’s dan wel verhandelbaar zijn. Voor bijvoorbeeld turbo’s op Apple kan RBS voor 15:30 haar prijzen baseren op het aandeel Apple dat op de Duitse beurs wordt verhandeld, en voor de turbo’s op bijvoorbeeld de S&P 500 baseert zij doorgaans haar prijzen op de S&P future. RBS prijst de turbo’s niet op basis van de slotkoers van de vorige dag.
10. Een turbo wordt verhandeld per 100 eenheden.
Optiebeleggers zijn vaak gewend aan een contractgrootte van 100. Voor turbo’s is dit echter niet van toepassing; turbo’s worden per stuk verhandeld. Wanneer u een order opgeeft voor 1 turbo, koopt u daadwerkelijk 1 turbo.
Dit artikel is eerder verschenen in RBS Markets Magazine.