In de afgelopen week kwam er vooral uit de Verenigde Staten een opvallende hoeveelheid meevallend economisch nieuws. Meevallend is nog niet goed, maar het gaat wel de goede kant op.
Ik zag wat commentaren van notoire beren voorbij komen, die mopperden dat het nog lang niet goed genoeg was. Zo kwam de ISM index uit op 51,6. Dat is niet briljant, maar wel een bescheiden stijging, terwijl juist een daling naar 50,3 was verwacht.
Werkgelegenheidscijfers
Een andere belangrijke meevallende indicator was de nonfarm payrolls; de toename van het aantal banen. Ook dat was een aardige meevaller. Er was een banengroei van 70.000 verwacht en het werden er 103.000.
Ook de vorige maand werd van 0 banen naar 57.000 omhoog bijgesteld. Het was nog niet de groei van 200.000 per maand die we moeten hebben om de werkloosheid substantieel te laten dalen, maar het was een verbetering.
In de grafiek hieronder staat de ontwikkeling van de banengroei en ter vergelijking heb ik die van de vorige recessie erbij gezet.
Bedenkt u daarbij wel dat de werkgelegenheid zich op hetzelfde niveau begeeft, maar dat de beroepsbevolking in de tussentijd wel gestegen is. Ook wezen de macro-economen van SNS Securities mij op het feit dat de werkweek toeneemt.
Deleveraging gaat door
Afgelopen vrijdag zagen we dat de consumentenschulden afnamen (niet zijnde hypotheek). Sinds eind vorig jaar was dat weer wat aan het stijgen, maar nu is er voor eerst weer een daling opgetreden. Voor de goede orde de consumentenschulden zijn nog altijdt 2450 miljard dollar.
Dat is op korte termijn natuurlijk geen goed nieuws. Het geeft het wantrouwen van de consument aan. Die wil toch weer liever zijn schulden aflossen dan een nieuwe auto. En die nieuwe auto is economische groei, die lagere schuld niet.
Maar op langere termijn is het wel weer goed. Hoe eerder die schulden afgebouwd zijn hoe beter. Ik heb gekeken naar de rentebetalingen als percentage van het inkomen. Door die lagere schuld en de lagere rente daalt dat in een rap tempo.
Was de gemiddelde Amerikaan in 2007 nog 14% van zijn inkomen aan rentelasten kwijt, nu is dat nog maar 11%. Dat is bijna op het dertigjarige dieptepunt. Dat geeft wat lucht. Momenteel is hij dat nog kwijt aan extra energiekosten, maar de olieprijs lijkt ook weel over het hoogtepunt heen.
Surprise
Dat alles leidt ertoe dat de economic surprise index in een rap tempo stijgt. Deze index zit op hetzelfde niveau als in mei 2011.
Want ja die goede (of beter dan verwachte) economische cijfers, daar hadden we even niet op gerekend. Helaas zien we in Europa een dergelijke opleving nog niet. De surprise index kabbelt maar een beetje voort. Logisch met al die euro-problemen.
Al met al lijkt er vooral in de Verenigde Staten economisch gezien een mager zonnetje door te breken. En zeker niet de doom en gloom waar beleggers op het dieptepunt van de AEX vanuit gingen.
Downgrades
Dat is een goed teken, maar nog altijd hangt de dreiging boven de markt hoe het eindspel in de euroschuldencrisis zal zijn. De downgrade van Italië en Spanje door Fitch maakt het er niet vrolijker op, hoewel ik me soms wel afvraag wat het nut van zo’n downgrade eigenlijk is.
De mogelijke downgrade van België door Moody’s door de Dexia-nationalisatie is reëler en zorgwekkender. En zo eindigt deze column weer somber. En het begon zo positief, het zal de tijd van het jaar wel zijn.