Ik schreef eerder op IEX dat 2011 een zogenoemd pre-election jaar is in de Verenigde Staten. Historisch gezien is dit zeer gunstig voor de aandelenmarkten. Gemiddeld steeg de beurs sinds 1964 in zo'n jaar met 23 procent.
Jeremy Grantham van GMO behandelt dit fenomeen in zijn laatste nieuwsbrief ook. QE2 doet daarbij goed zijn werk en alles lijkt er op dat we de komende maanden rustig verder feest kunnen vieren op de aandelenbeurzen.
Fundamentele waarde S&P500
Toch waarschuwt Grantham om niet te enthousiast te worden. Er is nog wel opwaartse ruimte van enkele tientallen procenten, maar daarna is het tijd om het feest op zijn hoogtepunt te verlaten. Fundamenteel is de Amerikaanse S&P500 volgens hem maar 900 punten waard. Terwijl we nu rond de 1300 punten noteren. Een versnelling naar de 2007-top ligt dit jaar nog binnen de mogelijkheden, dat betekent een 1500-1600 puntenniveau.
Daarna kunt u veilig hoogtevrees ontwikkelen gezien de fundamentele onevenwichtigheden wereldwijd. Met name stevige inflatie vanuit de opkomende markten zorgt voor sterk stijgende voedselprijzen. Dit betekent meer onrust onder de burgers en toenemende ongeregeldheden in die landen. Uiteindelijk resulteert dit in meer inflatie en hogere rentes in het Westen.
Grote val in aandelenmarkten
Toch waarschuwt Grantham dat dit proces meestal lang op zich laat wachten voordat het werkelijkheid wordt. Uiteindelijk zal een sterk oplopende korte rente de aandelenmarkt ruimschoots op tijd de waarschuwing geven. Pas dan komt er een grote val in de aandelenmarkten naar voren.
Grantham is duidelijk in zijn visie en ik kan me er wel in vinden. Via Twitter zal ik u op de hoogte houden van de meest recente renteontwikkelingen. Volg ons daarom ook hier.