Untitled Document
Het winstje van 1,6% verandert niets aan het technisch
beeld van de AEX.
Twee tegengestelde krachten voorkomen vooralsnog een betekenisvolle koersbeweging
en houden het trendbeeld in een neutraal ogende houdgreep.
Het technische beeld van de AEX op de korte termijn is neutraal. Enkele objectieve
en subjectieve elementen binnen de daggrafiek maken dat duidelijk. Om met de
tweede te beginnen: in de laatste maanden beweegt de AEX tussen 220 en 290-300.
De laatste print van gisteren op 254,79 was precies in het midden van deze bandbreedte. Ook hierbinnen de wijzen de lagere koerstoppen en de hogere koersbodems op lethargie onder beleggers.
Een meer objectieve manier om het zijwaartse karakter van de korte termijntrend in op het Amsterdamse Damrak te duiden, is het horizontale verloop van het 50-daags gemiddelde.
Consolidatie
De AEX meandert rondom deze trendindicator. In een dergelijke trendloze omgeving verliezen doorbraken boven en onder het gemiddelde hun waarde en is het veel beter om over te schakelen op countertrendindicatoren, zoals de onderin de grafiek afgebeelde Relatieve Sterkte Indicator, de RSI.
De zijwaarts gerichte consolidatiefase is te verklaren uit twee sterke tegengestelde krachten. De neerwaarts gerichte kracht is die van de dalende lange termijntrend die nog steeds druk uitoefent op het koersverloop. Aan de andere kant voorkomt het stevige steunniveau rond 220 een verdere afwaardering van de beurskoersen.
Per saldo houden deze twee krachten de AEX in een houdgreep, wat een voorspelling op een (korte) termijn van enkele dagen onzeker maakt. Op een wat langere termijn heb ik groot respect voor de kracht van de dalende trend en houd ik eerder rekening met een koersval onder 220 dan een doorbraak boven 290-300.
BRIC?
Dan maar uitwijken naar de BRIC-landen? U weet dat dit een populaire term is die
in 2003 in het leven is geroepen door
Goldman
Sachs en die staat voor de economieën en beurzen in
Brazilië,
Rusland,
India en
China.
Jarenlang waren dit de grote lievelingen van beleggers en werden zij ook als één
groep gezien.
Ze vertegenwoordigden het nieuwe elan van de opkomende markten. Bankiers waren er natuurlijk als eerste bij om van dit populisme te profiteren door dure en ondoorzichtige (garantie)producten voor u te ontwikkelen. Goedkoper en transparanter kan het ook door gebruik te maken van trackers. In de onderste grafieken zijn deze afgebeeld.
Splitsing
De rode draad in de vergelijking is dat zij zeker niet als hecht team functioneren
en gespleten worden door de ontwikkeling op de grondstoffenmarkt. Bepalend daarvoor
is de eerste grafiek van de
tracker
op de CRB-grondstoffenindex. Deze laat vanaf 1 juli 2008 een scherpe daling zien.
Vooral Rusland en Brazilië worden daardoor geraakt.
Deze landen exporteren grondstoffen en ondervinden nadeel van de lagere prijzen
daarvan. Opvallend is dan ook ze vanaf 1 juli 2008 slechter presteren dan het
gemiddelde van de opkomende markten. In de grafieken van Rusland en Brazilië komt
dat naar voren in de relatieve sterktelijn ten opzichte van de
tracker
op de MSCI Emerging Markets.
BRIC is dood!
Daartegenover zijn India en China juist landen die grondstoffen moeten importeren.
Zij profiteren juist van een daling van de grondstoffenprijzen. Ook dat blijkt
uit het onderste deel van de grafieken van India en China. Vanaf 1 juli 2008 presteren
beide landen beter dan diezelfde tracker op de MSCI Emerging Markets.
Hierdoor ontstaat een tweedeling in de BRIC-landen en zijn ze onmogelijk te beschouwen als een uniforme groep opkomende landen. BRIC bestaat niet meer, BRIC is dood.