Nu het mondiale economische klimaat verslechtert en Trumps positie is verzwakt door o.a. de tussentijdse verkiezingen, is het de vraag of beleggers en investeerders nog lang geduld hebben met de verwarring die Trump en zijn regering zaaien over de koers van Amerika.
Centrale banken wereldwijd zetten langzaamaan al dollarreserves om in andere valuta’s. Dit gebeurt tegelijk met de relatieve achteruitgang van de militaire, politieke en economische Amerikaanse macht. Maar ook verzwakking van internationale instituties en afbrokkeling van regels die in elk geval tot op zekere hoogte geaccepteerd werden in de internationale arena.
Onvermijdelijke clash?
Van een G2-wereld tijdens de Koude Oorlog gingen we naar een Amerikaanse G1-wereld en nu opnieuw naar een G2-situatie – met China op de plek van de USSR. Of naar een G-Zero constellatie, waarin geen enkel land de touwtjes in handen kan hebben. Dat komt door meerdere polen en de rol van multinationals en andere niet-statelijke actoren.
In wat voor een G-wereld we ook leven, China en de VS zullen nog vaak met elkaar botsen. Mogelijk tot aan een daadwerkelijke oorlog aan toe als we het historische bewijs – verzameld door Graham Allison – in ogenschouw nemen.
Hij kwam tot de volgende conclusie: van de zestien gevallen waarbij een zittende macht werd uitgedaagd door een opkomende macht, brak 12 keer de oorlog uit in de afgelopen 500 jaar. Dat is 75%.
Het globaliseringstrilemma
Hierbij komt de worsteling met globalisering; met name vanaf de kredietcrisis. Dani Rodrik verwoordde het briljant en simpel met zijn globaliseringstrilemma. Dat houdt in dat democratie, globalisering en soevereiniteit niet alle drie samengaan. Een van de drie komt er altijd bekaaid af.
Een voorbeeld: als we kiezen voor globalisering en democratie betekent dat in verst doorgevoerde vorm een democratische wereldregering en verliest de natiestaat dus soevereiniteit. Zo kunt u de andere combinaties ook afgaan.
Met dit trilemma worstelt de wereld nu al een tijd, mede omdat is doorgedrongen dat het niet zo makkelijk is om de vele verliezers van globalisering te compenseren en helpen een nieuwe rol te vinden. Het blijft altijd wikken en wegen tussen de drie polen van de driehoek en dé optimale verhoudingen bestaan waarschijnlijk niet.
Illiberalisme als antwoord op doorgeslagen liberalisme
Wel is duidelijk dat veel van de gevestigde politieke centrumpartijen in zwaar weer zitten en niet weten hoe ze moeten omgaan met kiezersgrieven. Die partijen zijn in veel landen ook te veel op elkaar gaan lijken.
Met name vanaf de Derde-Weg-politiek van leiders als Bill Clinton, Tony Blair en Wim Kok ontwikkelden democratische staten zich tot marktstaten. Uiteindelijk zelfs tot kapitalistische staten waarin marktdenken vrijwel overal centraal staat en met (te) veel macht voor multinationals, financiële markten en centrale banken. De adviseur van Bill Clinton, James Carville, zei eens dat als hij dood zou gaan hij terug wilde komen als de obligatiemarkt; daar zit de echte macht.
Dat de onvrede onder kiezers zich de afgelopen jaren pas volop etaleert is niet verbazend. Tussen 1993 en 2005 zag 98% van de huishoudens in 25 moderne economieën de inkomens stijgen, maar in de periode 2005-2014 gold dat maar voor een derde van de huishoudens. Tezamen met de impotentie van de gevestigde orde en onzekerheid en andere negatieve gevoelens bij kiezers die komen met grote sociaal-culturele verschuivingen als gevolg van globalisering, heeft dit ervoor gezorgd dat populisten goed wortel schieten. Met Trump natuurlijk als meest in het oog springende.
Cas Mudde verwoordde het als volgt: “De populistische opmars is het illiberale democratische antwoord op decennialang ondemocratisch liberaal beleid.”
Gevaarlijk spel
De aangeslagen liberale democratie gaf Trump de kans om president te worden. Maar de angst, vernedering en woede die hem aan de macht brachten zouden nu dus door Trump beteugeld moeten worden om die vierde emotionele component bij zijn kiezers – hoop – te rechtvaardigen. Zeker nu de mondiale groei afzwakt en ook de zorgen om de Amerikaanse economie toenemen.
Dat terwijl de internationale geopolitieke verhoudingen verscherpen. Rusland onder leiding van Poetin laat zich steeds meer gelden. China heeft alle schroom afgeworpen en eist de in zijn ogen rechtmatige plaats om aan de diverse tafels waar de grootmachten de lakens uitdelen en breidt zijn invloed gestaag uit via onder meer het wereldwijde Belt & Road Initiative (BRI). Tegelijk haalt Xi de teugels aan in eigen land, waarbij censuur en onderdrukking veel intensere vormen aannemen dan onder Xi’s directe voorgangers.
Terwijl uitdagers van Amerika hun spel spelen, kiest Washington ervoor om de meest voor de hand liggende bondgenoten – o.a. Canada en de EU – tegen zich in het harnas te jagen. Ook maken ze allerlei naar binnen gekeerde bewegingen, die de mondiale stabiliteit en het vertrouwen in de VS niet ten goede komen.
Tegenwind
Met de wind mee kon Trump wegkomen met zaken nalaten, ontmantelen en op de kast jagen. Als de wind tegen zijn haren inwaait, wordt meer gevraagd van Trump dan het ontmantelen en saboteren van de overheid en vuurtjes stoken om die vervolgens zelf weer uit te slaan en zich dan presenteren als redder in nood.
Die tegenwind komt nu opzetten. De groei zwakt af, de monetaire munitie om de economie te stutten is grotendeels verschoten en gezien de hoge schulden is fiscaal ook weinig ruimte om te stimuleren. In deze omstandigheden kunnen problemen met krakende sociale vangnetten, pensioen- en zorgstelsels, overheidsfinanciën en schuldenbergen niet meer zo makkelijk verdoezeld worden.
Dat Trump de man is die samen met zijn team een afdoende antwoord heeft op de bovengeschetste problemen is niet waarschijnlijk. Dit betekent dat waar Amerika de afgelopen paar jaar de lieveling van de aandelenmarkten was, beleggers de komende twee jaar het geduld met Trump kunnen verliezen.