Het omvallen van de bank Lehman Brothers, aanstaande zaterdag precies 10 jaar geleden, was een keerpunt in de financiële geschiedenis. Een crisis die het financiële systeem van de wereld bedreigde en jarenlang daarna van invloed is geweest op beleggers.
Hoewel de economische teruggang al daarvoor was opgebouwd, was de val van de bank het moment dat de wereld doorkreeg wat er aan de hand was. Ook de twee hypotheekbanken Freddie Mac en Fannie Mae in de VS stonden op rand van faillissement vanwege het te laat of niet betalen door hun clientèle.
Hoewel de aandelenmarkten in Amerika sindsdien zijn gestegen naar nieuwe hoogtepunten, blijft de nasleep van die periode in ons geheugen gegrift. De brede S&P 500-index verloor bijna de helft van haar waarde in de zes maanden na de val van de Amerikaanse zakenbank.
Afwachtende houding
De reden dat deze situatie kon gebeuren had hoofdzakelijk te maken met het feit dat de Amerikaanse centrale bank destijds bewust niet ingreep. De toenmalige voorzitter van de Fed, Ben Bernanke, bleef een afwachtende houding innemen.
Zo besloot de Fed de rente niet te verlagen vanwege de positieve kijk op de economische situatie van de VS. De toenmalige economische groei lag op zo’n 3% en de werkloosheidspercentage was ruim 6%.
Ook wilde de centrale bank een duidelijk signaal afgeven aan banken. Men kon niet zomaar bij de Fed aankloppen voor hulp. Pas later in 2008 besloten de centrale bankiers de Amerikaanse rente wél te verlagen waardoor die stapsgewijs naar het historisch lage niveau van bijna nul ging.
Whatever it takes
Dat was voor ECB-president Mario Draghi een wijze les. Hij besloot ruim zes jaar geleden met zijn beroemde uitspraak "Whatever it takes" om de eurozone en haar munt koste wat kost overeind te houden.
Inmiddels is er voor een bedrag van €2600 miljard aan obligaties opgekocht en moeten de banken in de eurozone de ECB betalen om geld in Frankfurt te stallen. Dit ruime monetaire beleid heeft zijn uitwerking op onze economie en financiële markten zeker niet gemist.
De AEX is vanaf het niveau van 320 punten halverwege 2012 gestegen naar de huidige stand van 540 punten. Ook de Nederlandse economie beleeft een vitale cyclus. Het CPB gaat voor dit jaar uit van een groei van 2,8% en van 2,5% in 2019 en daarbij daalt de werkloosheid naar verwachting volgend jaar verder naar een historisch laag niveau van 3,5%.
Op eigen benen
De grote vraag is of de eurozone op eigen benen kan staan als de periode van kwantitatieve verruiming eind dit jaar stopt. Ook zijn de neerwaartse risico’s voor de wereldeconomie toegenomen.
Om er maar een paar te noemen: het verloop van de Brexit, het economische beleid in Italië, de valutaperikelen in een aantal opkomende markten en de toegenomen handelsconflicten. Met het tienjarig jubileum van de gevallen bank Lehman Brothers lijkt weer een rumoerige periode te zijn aangebroken.
Littekens proberen we te verbergen omdat het pijn doet om aan de wond herinnerd te worden. We schamen ons er zelfs voor. De littekens van de crisis leren ons dat je voorzichtig moet omgaan met economisch onzekere tijden, wat op dit moment het geval is.
Toekijken en niets doen heeft toch grote gevolgen heeft de geschiedenis ons geleerd. De vraag is nu of de ECB iets gaat doen. Gaan ze iets zeggen in komende vergaderingen dit jaar om de optie open te houden het monetaire beleid alsnog te wijzigen? We gaan het zien.