“Compound interest is the most powerful force in the universe”
Albert Einstein
Heeft hij echt bestaan? Meneer S.P. Fivehundred, een Amerikaan uit de vorige eeuw. Vast niet, daarvoor is deze rekenexercitie te theoretisch.
Niet minder interessant alleen en ik denk een stevig hart onder de riem van iedere lange termijnbelegger die investeert volgens het principe van middelen.
Middelen is niets anders dan iedere maand een vast bedrag - let wel, geldbedrag en niet aantal stukken – in een of meerdere beleggingsfondsen steken. Voor alle duidelijkheid, ik doe het zelf ook.
Deze methode is de perfecte manier om te beleggen voor iedereen die niet bovenop de markt zit, maar wel van de beurs wil profiteren. Het heeft een paar grote voordelen.
Black Thursday
U koopt met dat consequent zelfde bedrag automatisch weinig als de markt duur is en veel als de beurs goedkoop is. Bovendien speelt timing geen rol. Het is een eeuwige discussie hoeveel aandelen op lange termijn opleveren: 7%? 8%? Meer of juist minder? Zegt u het zelf maar. Ik vind het niet zo interessant.
Hoe lucratief namelijk het middelen van in dit geval aandelenbeleggingsfondsen meestal is, illustreert het voorbeeld van mijn fictieve Amerikaan S.P. Fivehundred. Zijn geboortejaar en sterfjaar doen er niet zoveel toe, wel dat hij in 1954 met pensioen ging. In dat jaar cashte hij ook zijn beleggingsportefeuille.
Die portfolio was hij 25 jaar eerder begonnen - en laat u uw rugharen nu maar overeind komen - in oktober 1929, ofwel de beruchtste aller beursmaanden: die van Black Thursday. Ja, ook Fivehundred werd in dat jaar aangestoken door dat almaar stijgende Wall Street en hij besloot te gaan middelen voor zijn pensioen.
Depressie, oorlog en ellende
Hij besloot om elke maand 100 dollar in de voorloper van de
S&P 500 (S&P 90?) te steken. Die oktober legde hij zijn eerste geld in op een indexstand van 31,40. De krach van 1929, de bodem van 1932 (
-85%), de depressie, deflatie, Hitler, Pearl Harbour, Hiroshima, Stalin, Mao, Korea - Fivehunderd maakte alle Armageddons mee.
Onverstoorbaar bleef hij iedere maand die 100 dollar in de S&P 500 schuiven, ongeacht koers en (wan)toestand in de wereld. Daar hield hij pas in september 1954 mee op, toen hij met pensioen ging. Juist die maand kwam de index op 31,45 pas weer boven de stand van oktober 1929 uit. Al die tijd fluctueerde de prijs daaronder.
Wie had ongelukkiger kunnen timen, dacht ik in eerste instantie bij mijzelf. Ik niet alleen trouwens, dat was ook de reactie collega’s en professionals. Totdat de keiharde cijfers uitsluitsel brachten. De niet aflatend behulpzame Corné van Zeijl plunderde voor mij de website van de onvolprezen Robert schiller.
11,3% per jaar?!
Deze Amerikaanse professor is zo vriendelijk ruim een eeuw aan Amerikaanse beursdata op zijn site gratis en voor niets aan te bieden. Doe er uw voordeel mee. Van Zeijl zette de S&P 500-koersen van oktober 1929 tot en met september 1954
én de dividenden voor mij in een Excel-sheet.
Voilá, daar was het pensioen van Fivehunderd. Geloof het of niet, hij kreeg 169.770,59 dollar in zijn handje. Hij had gewoon 11,3% per jaar verdiend in ogenschijnlijk de slechtste beursperiode van de vorige eeuw. Bijna 170.000 dollar, ofwel een vermogen in die dagen waarmee hij nog lang en gelukkig leefde.
Misschien is 100 dollar geen goed voorbeeld. Ik maak er 10 dollar van. Het gemiddelde jaarsalaris was in 1929 namelijk 1970 dollar (1730 dollar in 1939 - hebt u een idee van de catastrofale deflatie in de jaren dertig). Een huis kostte 7145 dollar (3800 dollar in 1939). Zo had Fivehundred in 1954 17.000 dollar: goed voor twee huizen.
Angstgegner
Eigenlijk is het niet eens zo raar, als u goed kijkt naar de grafiek van de S&P 500 uit die tijd. Op één keer na - oktober 1929 - kocht Fivehunderd al zijn stukken goedkoper in, dan de maand waarin hij cashte. Dat is ook de truc van beleggen zoals u en ik zo goed weten, maar vaak zo slecht doen: laag kopen en hoog verkopen.
Ik heb Black Thursday gekozen, omdat de dit de beurs’ Angstgegner is. Hoewel, deze eeuw kan er ook wat van. Toeval? Tien jaar geleden werd IEX opgericht en de AEX staat nu op dezelfde stand als toen. Dankzij Fivehundred kan ik er echter weer even tegen en doorsta ik fluitend iedere storm. U ook?
Of toch niet... Want wat was er gebeurd als de koersonwikkeling precies andersom was geweest?
Er ontstaat een minder fraai beeld als er in 1929 een enorme rally was geweest
in plaats van een beurskrach gevolgd door vele magere jaren. Fivehunderd had al zijn stukken dan juist duurder gekocht dan september
1954.
Blauwe lijn = echt koersverloop / rode lijn = gespiegeld koersverloop
Oude sok
In plaats van een opbrengst van 17.000 dollar, blijft er dan slechts 2570
dollar over. Daarmee had hij misschien ergens een klein bejaardenflatje kunnen
kopen, maar zeker geen twee huizen. Als Fivehundred zijn geld elke maand
in een oude sok had gestopt, had hij zelfs 430 dollar méér overgehouden.
Blauwe lijn = beleggen / rode lijn = oude sok
Middelen is daarom niet de heilige graal. In de loop van de jaren is winsten veilig stellen noodzaak. Dus toch timing! Het gaat er bij deze tactiek er
vooral om hoe de beurs zich in de laatste paar jaar ontwikkelt. Als ik de staart van de omgekeerde koers tussen 1929 en 1954 vervang door de echte, ontstaat er zo al een veel mooier beeld (groene
lijn).
Eind goed, al goed? Dat weet ik over in principe 28 jaar, mijn theoretische horizon.
Mijn grote dank voor het maken van dit artikel gaat uit naar Excel-wizards Corné Zeijl van SNS en mijn collega Michiel Pekelharing voor al hun rekenwerk.
Arend Jan Kamp is content manager van IEX. Hij belegt
iedere maand vooral zijn pensioen in beleggingsfondsen. Klik
hier voor zijn posities. De informatie in deze column is niet bedoeld als
professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde
beleggingen. Uw reactie is welkom op redactie@iex.nl.