Dreigende handelsoorlog, ramkoers met Iran, mogelijk ontslag van een speciale aanklager... De Amerikaanse president Trump blijft de gemoederen verhitten en hij heeft veel speelruimte.
Naderend vuur
Om met speciaal aanklager Mueller te beginnen, Trump heeft indirect het recht hem te ontslaan. Indirect, omdat volgens de meeste lezingen alleen degene die de aanklager benoemd heeft de aanklager kan ontslaan. Dat is onderminister van Justitie Rod Rosenstein.
De president kijkt niet op een ontslag meer of minder, dus het wegsturen van Rosenstein is niet ondenkbaar. Daarbij komt dat sommige prominente juristen menen dat Trump Mueller rechtstreeks mag ontslaan.
Waar bij andere gênante en discutabele dossiers Republikeinse Congresleden meestal achter Trump blijven staan, kan ontslag van Mueller een rode lijn zijn voor veel Republikeinen. Dat wil niet meteen zeggen dat Trump impeachment boven het hoofd hangt, maar Trump zal op z’n minst steun verliezen voor zijn stokpaardjes.
Handelsheisa
Op een ander punt gaf het Congres de laatste decennia steeds meer macht weg aan de president: handelsbeleid. Historisch gezien is het Witte Huis meer voorvechter van vrijhandel dan Capitol Hill.
Het Congres startte in de jaren dertig een handelsoorlog die de depressie verergerde en rekte. Sindsdien zijn handelsbevoegdheden langzaam richting het Witte Huis gegaan.
Voor zijn staal- en aluminiumtarieven gebruikte Trump sectie 232 van de Trade Expansion Act (1962), die het mogelijk maakt om via vage veiligheidsredeneringen het Congres te omzeilen. Het Congres kan Trump wel tegenhouden, maar dan moet het een wet aannemen die veto-bestendig is (twee derde meerderheid in Huis en Senaat). De kans hierop is klein.
Oorlogshitsers
Congresleden kunnen in eerste instantie ook weinig beginnen als Trump het in de oorlogsbol krijgt en besluit met (meer) scherp te schieten op Syrië of Iran. In het verleden permitteerden presidenten als Commander in Chief zich veel vrijheden.
De Grondwet legt het recht om de oorlog te verklaren bij het Congres, maar het Amerikaanse leger ging bijvoorbeeld zonder zo’n verklaring naar Korea en Vietnam. De War Powers Act van 1973 zou presidenten aan banden leggen. In het vervolg moest een president binnen 48 uur na inzet van troepen het Congres op de hoogte brengen. De president zou na zestig dagen de troepen moeten terugtrekken als het Congres niet instemde met verlenging.
Echter, presidenten trokken zich niet veel aan van de War Powers Act. Ook voelde blijkbaar niemand de aandrang om deze koers van presidenten juridisch aan te vechten: het Hooggerechtshof heeft zich er nooit over hoeven uit te spreken.
Terrorismebestrijding?
Na de aanslagen van 11 september 2001 werd het voor Amerikaanse leiders nog makkelijker om de volksvertegenwoordiging links te laten liggen. De Authorization for Use of Military Force against Terrorists (AUMF) opende de deuren voor eindeloze oorlogsvoering mits onder het mom van terrorismebestrijding. Oorlogen in Afghanistan en Irak rolden hieruit voort. Vanaf dat moment is Amerika permanent in staat van oorlog.
President Obama was op het moment dat hij het Witte Huis verliet de enige ‘tweetermijner’ ooit die elke dag van zijn presidentschap in oorlog was. In Obama’s laatste jaar gooiden Amerikanen 26.000 bommen op zeven verschillende landen (3 bommen per uur, 24 uur per dag). Trump zat al na negen maanden op dit aantal.
Overigens kan de president troepen ook zonder veel problemen in eigen land inzetten op basis van de Insurrection Act uit 1807. Deze verleent de president het recht om het leger binnenlands in te zetten om federaal recht uit te oefenen.
In 1878 is geprobeerd die bevoegdheden in te perken via de Posse Comitatus Act. Deze wet weerhield Eisenhower en Obama niet van troepeninzet in 1957 in Little Rock en bij grenscontroles in 2010. Trump doet het nu ook: Arizona, Texas en Californië zetten de Nationale Garde in aan de Mexicaanse grens op verzoek van de president.
Gedwongen vertrek
Wordt de president dan geen strobreed in de weg gelegd? Het Congres heeft wel instrumenten om het Witte Huis in toom te houden, zoals het al dan niet opzetten en financieren van overheidsorganen, goed- of afkeuren van presidentiele nominaties en internationale verdragen en het maken van de begroting (power of the purse).
Het ultieme wapen vis-à-vis de president is impeachment. Een meerderheid in het Huis moet de procedure in gang zetten. De rechtszaak vindt vervolgens in de Senaat plaats waar tweederde van de senatoren moeten stemmen voor afzetting. In het verleden is drie maal een impeachment-procedure gestart. Andrew Johnson werd in 1868 vrijgesproken evenals Clinton eind jaren negentig. Nixon stapte in 1974 zelf op om afzetting te voorkomen.
De kansen op impeachment zijn klein, maar ze zijn er wel. Het starten van de procedure is mogelijk als Democraten in november tijdens de midterms het Huis in handen krijgen. De kans daarop is reëel: zes keer lag de job approval rating van de president onder 50% tijdens de midterms in zijn eerste termijn.
De partij van de president verloor in het Huis daarbij gemiddeld 43 zetels. Democraten hebben 24 zetels winst nodig, maar het wordt veel moeilijker om de Senaat van kleur te veranderen. Uiteindelijk is daar tweederde meerderheid nodig om een afzettingsprocedure tot een succesvol einde te brengen.
Hoosbui
Trump zit dus nog wel even in zijn Oval Office. Het Amerikaanse presidentschap wordt weliswaar op allerlei manieren aan banden gelegd, maar tegelijk geeft de Grondwet de president ontzettend veel macht en gaven opeenvolgende presidenten hun ambt steeds meer gewicht en armslag.
Analisten die beweren dat de checks & balances van het Amerikaanse systeem Trump in bedwang houden als hij volledig over de scheef gaat, kunnen wel eens te optimistisch zijn. Zolang Trump president is, hangt een onzekere, grijze politieke wolk boven financiële markten die op ieder moment een hoosbui kan uitstorten.