“Waar denkt u dat de olieprijs heengaat?” vragen journalisten regelmatig aan Patrick Pouyanné, de CEO van Total. Zijn antwoord komt meestal op hetzelfde neer: “Ik weet het niet. Maar ik weet wel wat ik wil: lagere kosten voor onze projecten”.
Lagere kosten willen alle grote oliebedrijven. Toch is het niet het enige dat hun keuzes bepaalt. Bij vergelijkbare kosten kiest men het liefst voor een project met een korte terugverdientijd en een relatief lage carbon footprint in een stabiel land (waar de kans dat men halverwege de rit de regels van het spel verandert klein is).
Soms maken majors dezelfde keuzes
Bij de meeste majors zijn Canadese oliezanden dan ook uit de gratie geraakt. Het zijn projecten met een hoge carbon footprint en een lange terugverdientijd.
Qua kosten liggen deze projecten in of iets boven de middenmoot. Een krappe arbeidsmarkt en de beperkte exportcapaciteit van bestaande pijpleidingen spelen daarbij een rol.
Een ander aspect dat overeenkomt voor de meeste majors is een verminderde focus op exploratie en een grotere nadruk op het verder ontwikkelen van bestaande velden. Het grootste lopende project van Chevron is het verder ontwikkelen van het Tengiz veld (Kazakstan). Voor BP is het de tweede fase van het ontwikkelen van Mad Dog (VS, Golf van Mexico).
Soms maken majors verschillende keuzes
Maar er zijn ook veel gebieden waar de keuzes van de majors verschillen. Zij hebben dan ook verschillende sterktes en zwaktes. En zij kunnen er een verschillende kijk op na houden hoe de wereld er over tien of twintig jaar uitziet.
Klik op de afbeelding voor een grote versie
Een bedrijf als ENI, met een goede track record in exploratie, zal eerder geneigd zijn vol te blijven inzetten op exploratie. Een bedrijf als ExxonMobil blinkt uit in het afleveren van complexe projecten zonder grote kostenoverschrijdingen. Het neigt er toe het tijdstip van “peak oil demand” later in te schatten dan Statoil of Shell. ExxonMobil is dan ook de enige van de majors die niet bezig is zich terug te trekken uit Canadese oliezanden.
Opvallend zijn de verschillende keuzes in de Noordzee. Decennia lang waren Shell en BP hier de grootste operators. Juist zij zijn hier aan het afbouwen. Statoil en Total zijn hier ondertussen groter (gedeeltelijk door succesvolle exploratie, gedeeltelijk door acquisities).
VS Schalieolie
De schalieolie industrie in de VS heeft tot nu toe alleen maar verlies heeft gemaakt. Maar als men een wereldwijde analyse maakt waar nieuwe olie (buiten het Midden Oosten) vandaan moet komen dan is de Permian in West Texas een van de twee opties met de laagste kosten (de ander is deepwater Brazilië). En het gaat hierbij om substantiële volumes.
Met name Chevron en ExxonMobil, de Amerikaanse majors, zijn op grote schaal actief in de Permian. Blijkbaar schatten zij de kans dat zij op hun eigen terrein de kosten binnen de perken kunnen houden hoger in dan de Europese majors die tot nu slechts in beperkte mate in de Permian actief zijn. Probleem voor de majors is dat zij in VS schalieolie geen technische voorsprong hebben op de grotere niche operators.
Midden-Oosten
Het lijkt waarschijnlijk dat het aandeel van olie uit het Midden-Oosten op den duur zal gaan toenemen. BP stelt dit in zijn lange termijn scenario’s en merkt daarbij op hoe moeilijk het wordt om buiten het Midden-Oosten nog grote hoeveelheden nieuwe olie te vinden die tegen niet al te hoge kosten ontwikkeld kunnen worden.
Het is er de achtergrond van dat majors zoals BP en Total bezig zijn hun activiteiten in het Midden-Oosten uit te breiden. Shell en ExxonMobil waren recentelijk niet bereid de voorwaarden te accepteren die nodig waren om hun deelnemingen in de grote onshore concessie in Abu Dhabi te verlengen. BP was dat wel en Total was een van de nieuwe partners hier.
Als men zich vooral richt naar het rendement op geïnvesteerd vermogen dat nu behaald wordt ziet het Midden-Oosten er minder goed uit. Het is de reden dat Shell zich nu terugtrekt uit het grote Majnoon veld in Irak. Een consortium van Total, Chevron en PetroChina lijkt Shell’s positie nu te gaan innemen.
LNG/gas
Voor gas spreekt dat het de schoonste fossiele brandstof is. Als er een eind komt aan fossiele brandstoffen zou dat eerst voor kolen moeten gebeuren, dan voor olie en dan pas voor gas. Daarnaast speelt dat het de afgelopen tien jaar een stuk makkelijker is gebleken om nog nieuwe grote gasvelden te vinden dan olievelden.
Tegen met name LNG spreken de relatief hoge kosten. Verder lijkt voor de oliemarkt het ergste nu voorbij te zijn. Voor de gasmarkten (en met name LNG waar de overcapaciteit tot 2020 blijft toenemen) is dat nog maar de vraag.
Voor de majors is er een trend dat de hoeveelheid gas in hun totale productie geleidelijk aan toeneemt. Voor Shell is het aandeel gas nu het grootst; voor Chevron het kleinst.
Deepwater
Juist in deepwater hebben de majors wel een voorsprong op kleine en middelgrote concurrenten. Voor hen is het dan ook niet makkelijk om in deepwater actief te blijven. Sommigen, zoals bv ConocoPhillips, hebben zich hier geheel teruggetrokken. Van de majors hebben Shell en BP een relatief grote focus op deepwater.
Bij een wereldwijde ranking van deepwater projecten springt Brazilië er op het gebied van break even kosten in positieve zin uit. Simpelweg omdat de omvang van de velden er zo groot is. Voor alle majors is Brazilië nu dan ook van het grootste belang.
De grote verliezer hier is deepwater West Afrika (met name Nigeria en Angola). Relatief hoge break even kosten hebben er toe geleid dat nieuwe deepwater projecten hier nu al enige jaren niet meer worden opgezet.
Opvallend is het ontwikkelen van een geheel nieuwe deepwater olie provincie door ExxonMobil in Guyana (grenzend aan Suriname). Als die provincie zich verder uitstrekt naar het Oosten kan dat voor Suriname grote gevolgen hebben. Het is een witte raaf in een tijd van beperkte exploratie successen.
Wie maakt er de beste keuzes?
Dat zullen we over twintig jaar weten. Waarbij mij persoonlijk de strategie van Total wel aanspreekt (met een relatief grote focus op conventionele olie). En waarbij ik verwacht dat de overname van Maersk Oil and Gas (een mix van veelbelovende nieuwe olievelden en winstgevende oudere olievelden) voor Total goed zal uitpakken.
Het bedrijf heeft de reputatie zich in mindere mate te laten leiden door de korte termijn verwachtingen van aandeelhouders. Dat heeft het gemeen met ExxonMobil. Maar voor ExxonMobil vraag ik mij af of de relatief hoge premie uit het verleden (gebaseerd op hun goede project executie) nog steeds in dezelfde mate gerechtvaardigd is in deze veranderende tijden.