Eén van de aardige programma’s van de Nederlandse radio is OVT. Het VPRO programma behandelt elke zondagochtend een aantal onderwerpen uit de geschiedenis, die vandaag de dag nog steeds spelen.
In de zomereditie van OVT werd aandacht besteed aan utopieën, onder de titel “dromers en doemdenkers”. Vooral doemdenkers stonden centraal want het tegendeel van de utopie, de dystopie, kreeg veel aandacht.
In de reeks van zomeruitzendingen werd geen aandacht besteed aan de financiële crisis van tien jaar geleden. Dat zou gemakkelijk kunnen, want het heeft bij met name politici geleid tot utopistische gedachten.
Rand van de afgrond
Het financiële systeem scheerde als gevolg van de crisis langs de rand van de afgrond. Banken dreigden als dominosteentjes om te vallen en daarmee de (Westerse) samenleving terug te schoppen naar het stenen tijdperk. Nou ja, bij wijze van spreken dan.
In ieder geval kon het effect van een dergelijke ineenstorting moeilijk overschat worden. “De tijd dringt om de juiste lessen te trekken uit de vorige crisis en de fouten uit het verleden niet te herhalen”. Dat schrijft Alman Metten in het Financieele Dagblad van 19 augustus. Metten is economisch onderzoeker en oud- lid van het Europese Parlement voor de PvdA.
De onderzoeker pleit voor het nationaliseren van het betalingssysteem en het oprekken van de Europese begrotingsregels. Dat zijn kennelijk de lessen die we uit de crisis moeten trekken.
Europese begrotingsregels?
Eerst maar eens die Europese begrotingsregels. Volgens Metten leiden die ertoe dat er tijdens crises bezuinigd moet worden, terwijl de economie dan juist vereist dat de uitgaven toenemen.
Het pleidooi om uitgaven te verhogen in tijden van crisis wordt vaak gehoord en vindt zijn rechtvaardiging in de Keynesiaanse economische theorie. Deze theorie wordt echter stelselmatig misbruikt.
Het is zeker waar dat verhoging van overheidsuitgaven tijdelijk een economische crisis kunnen verzachten. Maar dan moet een dergelijk beleid wel mogelijk worden gemaakt. Dat betekent dat in tijden van economische voorspoed de overheidsschulden beperkt behoren te zijn en de overheidsbegroting een overschot laat zien.
Dat is precies waar de politiek in veel landen niet toe in staat is. Het pleidooi van Metten om de begrotingsregels te verruimen, is een megastap in de verkeerde richting en bepaald geen les die aan de burgers van de EU onderwezen moet worden.
De dans ontsprongen
Wat betreft de banken ergert Metten zich eraan dat deze zijn gered met belastinggeld, en beleggers zo de dans ontsprongen. Dit is deels waar. Het is juist dat de belastingbetaler voor de bankenredding moest opdraaien, hoewel in veel gevallen er uiteindelijk flinke winst resteerde.
Feitelijk heeft de belastingbetaler het beleggingsrisico overgenomen, wat uiteindelijk lucratief bleek te zijn. Maar uiteraard is die belastingssteun daarmee nog wel steeds onwenselijk.
Veel beleggers zijn echter helemaal niet gered, zoals Metten beweert. Vraagt u maar eens aan aandeelhouders ING, Fortis, Aegon, SNS en vele andere beursgenoteerde financiële instellingen hoe zij financieel de crisis hebben doorstaan. Beleggers in banken en andere financiële instellingen leden grote verliezen.
Terecht, want wie risicodragend investeert, moet onder slechte omstandigheden op de blaren zitten. Maar de stelling van Metten dat beleggers profiteerden van hoge bankrendementen, maar gered werden toen het fout dreigde te gaan, is gewoon niet waar.
Reddingsvest om
Wie werden er dan wel gered? Dat waren de (risicomijdende) obligatiebeleggers en de spaarders. Als het financiële systeem was geïmplodeerd, zouden zij voor een belangrijk deel hun geld kwijt zijn geraakt. Juist ook spaarders, want tegen een domino effect van omvallende banken zou geen garantiestelsel bestand zijn geweest.
Mettens idee om het betalingssysteem te nationaliseren is als oplossing voor dit probleem nauwelijks werkzaam. Het risico blijft dat spaarders in een echte bankencrisis een groot deel van hun geld kwijt raken, met of zonder een genationaliseerd betalingsverkeer.
Het is inderdaad belangrijk om te leren uit voorgaande crises. Vaak leidt dat ertoe dat oplossingen worden uitgedacht, met de bedoeling een crisis zoals deze zich heeft voorgedaan, geheel uit te sluiten.
In feite is dat ook de achtergrond van het huidige ECB beleid. Middels financiële repressie van spaarders, pensioenfondsen en verzekeraars wordt getracht een door (overheids)schulden (niet door bankfalen!) getriggerde euro-implosie te vermijden.
Een betere les
Steeds meer leidt crisisbestrijding tot een toenemende macht van overheid of, nog erger, niet democratisch gecontroleerde instellingen. De achterliggende idee is het streven naar een financieel Utopia, waarin crises niet meer voorkomen. Zolang de burgers en bedrijven zich maar gedragen volgens de steeds strakkere overheidsregels worden we zo allemaal gelukkig.
Een veel betere les uit de crisis is wat mij betreft dat burgers weerbaarder moeten worden tegen onvermijdelijke crises die, in welk systeem ook, zo nu en dan zich voordoen. Dat begint bijvoorbeeld met de bewustwording dat risico overal bestaat. Dat geldt voor beleggers evenzeer als voor spaarders.
Natuurlijk is het goed te trachten zoveel mogelijk de scherpe kanten van mogelijk toekomstige crises te slijpen. Maar het streven om deze geheel uit te bannen door middel van steeds strakkere overheidsregels voor burgers en veel meer (begrotings)vrijheid voor de overheid zelf, is de kortste weg naar een financieel Dystopia.