Onlangs werd bekend dat Transocean (RIG) zijn Noorse sectorgenoot Songa Offshore overneemt voor 3,4 miljard dollar inclusief schuld (2,2 miljard dollar). De tweede grote overname in deze sector dit jaar. Ter vergelijking: de beurswaarde van Transocean is 3,1 miljard dollar.
Eerder dit jaar deed Ensco een overnamebod op Atwood Oceanics. Dit was een bod volledig in aandelen. De koers van Ensco is in de tussentijd bijna 30% gedaald, waardoor de waarde van het bod met hetzelfde percentage is afgenomen.
Verder is een grootaandeelhouder van Ensco opgestaan die het niet eens is met de deal. Desondanks lijkt het erop dat de overnamepoging wel zal slagen. In de markt wordt gesuggereerd dat grootaandeelhouders, met belangen in beide ondernemingen, de overname door willen drukken om hun verliezen op Atwood te beperken.
De deal heeft dan ook erg veel weg van een bail-out (redding) van Atwood, dat anders waarschijnlijk onder zijn schuldenlast zou bezwijken.
Vissen in de overnamevijver
Eén zwaluw maakt geen zomer, maar nu is er dus nog een tweede grote overname in de sector bijgekomen. Transocean biedt aandeelhouders van Songa Offshore een premie van 37% op de slotkoers van de laatste vijf dagen. Het bod is deels in cash of aandelen Transocean en deels in een convertible.
Transocean denkt de activiteiten van Songa Offshore op termijn toch weer winstgevend te kunnen krijgen. Voor de synergievoordelen van 40 miljoen dollar per jaar hoeft Transocean het namelijk niet te doen.
Het is op z’n minst opmerkelijk dat de grootste en bijkans meest ervaren speler uit de sector een dergelijke overname doet. Zeker in de wetenschap dat de overname van Songa ook nog eens een forse schuldenlast meebrengt.
Momentum om te gaan bodemvissen
De malaise in de oliesector duurt al een tijd voort en het is ondenkbaar dat Transocean dit plan één maand van tevoren heeft bedacht. Het bedrijf ziet nu toch momentum om een dergelijke stap te zetten.
Shell-bestuursvoorzitter Ben van Beurden zei eind vorig jaar in het FD: “Ik denk dat we als samenleving uiteindelijk niet zullen ontkomen aan Arctische olie. Blijkbaar denkt Transocean er net zo over en verzekert zich alvast van een specialist in boren naar olie onder ruige omstandigheden. Daarnaast is Songa Offshore strategisch gevestigd ten opzichte van het Arctisch gebied.
Ook SBM ziet een zeer geleidelijk herstel van de offshore markt: “Whilst final investment decisions are on the increase, clients remain cautious. The offshore services industry is gradually recovering, but with a structurally lower activity level". Oftewel: er is wat verbetering zichtbaar, maar men blijft voorzichtig en oude tijden komen (voorlopig) niet terug.
Langzaam druppelen er her en der orders binnen voor jack-up rigs (boorplatformen geschikt voor ondiep water) en ook enkele voor semi-submersible (voor diepere wateren). Het is op dit moment dan ook orders schrapen vanwege de forse overcapaciteit in de sector. Hierdoor staan ook de dagtarieven onder druk. Het is immers beter een platform break-even te verhuren dan het volledig werkloos aan de kant te leggen.
Waar blijft het herstel?
Samenvattend lijkt het ergste achter de rug voor de drillers, maar tegelijk rekent de sector ook niet op een snel herstel. De kleine overname van het Britse Gardline Group (rechtstreekse concurrent Fugro) door Boskalis past ook bij deze gedachte. Boskalis vermeldde daarbij voorlopig geen positieve bijdrage van de overname aan het bedrijfsresultaat te verwachten, maar wel goed gepositioneerd te zijn wanneer het marktherstel inzet.
Het is erg moeilijk te timen wanneer dit herstel wel inzet, maar ook een stabilisering van de markt kan al zorgen voor een flinke procentuele koerssprong. Een belegging in deze sector vergt het nodige lef en geduld, maar kan op lange termijn ruimschoots de moeite waard zijn.
Disclaimer: Paul Weeteling heeft een longpositie in Transocean (RIG), Noble Corporation (NE) en Ensco (ESV).