Afgelopen week is het instapmodel Tesla 3 gelanceerd: een elektrische auto voor 35.000 dollar. Zoals gebruikelijk bij het bedrijf van Elon Musk, ging de lancering gepaard met een grote mediashow.
Naast het elektrisch rijden biedt deze auto ook vele zelfrijdsnufjes. Hierdoor wordt hij door sommigen al gezien als de opmaat voor een volledig zelfrijdende auto.
Of Tesla echt aan deze hoge verwachtingen zal voldoen en het daadwerkelijk de auto van de toekomst is, moet nog blijken. Het geeft mij wel de gelegenheid terug te kijken op de auto van het verleden: het paard.
Binnen twintig jaar waren er geen paarden meer op de weg
Aan het einde van de negentiende eeuw werd er de International Planning Conference georganiseerd. Belangrijkste onderwerp: paardenpoep. Meer paarden en toegenomen urbanisatie zorgden voor ernstige problemen.
Zo had The Times of London in 1894 geschat dat Londen in 1950 begraven zou zijn onder 2,5 meter paardenpoep. In New York was het zelfs nog erger, daar zou het al in 1930 tot de derde verdieping komen. Reden temeer om steeds hogere gebouwen neer te zetten.
Daarnaast zorgden de vele paardenuitwerpselen en kadavers, want die liet men gewoon op straat liggen, voor gezondheidsproblemen. Ook voedselvoorziening werd steeds lastiger: er is veel meer nodig om een paard te voeden dan een mens.
Introductie van auto’s
Gezien deze problemen was het dus ook niet vreemd dat de introductie van auto’s al snel een succes werd. Zo werden er in de VS in 1900 4.192 auto’s verkocht, in 1912 was dit al gegroeid tot 356.000.
Rond 1910 verschenen er verschillende studies waarin geconcludeerd werd dat auto’s goedkoper en veiliger waren dan paarden. Ze waren ook nog eens beter voor het milieu. Het is wel de vraag hoe de methaanuitstoot van paarden zich verhoudt tot de CO2- en NOx-uitstoot van auto’s.
Vanaf dat moment ging het snel. In 1915 waren er in New York voor het eerst meer auto’s dan paarden. In 1920 werden er meer goederen vervoerd per vrachtwagen dan per paardenkoets. Tien jaar later had de auto van paardrijden een hobby gemaakt. Kunnen we deze exponentieel snelle opkomst van de auto ook verwachten met de introductie van de elektrische auto of later met de zelfrijdende auto’s?
Autopenetratie in de VS
Bron: growth-dynamics.com
Voordelen van elektrische auto’s
Het probleem dat elektrische auto’s oplossen, is vooral het reduceren van emissies in steden. NOx en fijnstof hebben van de meeste grote Chinese steden een onleefbare wereld gemaakt en daarom loopt China voorop in het uitrollen van elektrische voertuigen.
De meeste Chinese stadsbussen zijn in 2020 volledig elektrisch. Een nummerbord krijgen voor een nieuwe conventionele auto duurt in Beijing minimaal drie jaar, voor een nieuwe elektrische auto is het direct af te halen. Ook in Europa zijn er steden die vervuilende oude auto’s weren.
Daarnaast zijn er voorstellen om de verkoop van nieuwe auto’s met interne verbrandingsmotor te verbieden. Noorwegen wil dit bijvoorbeeld al per 2025 invoeren, Frankrijk en Engeland eerder rond 2040. De overheden lijken dus voorstander van de overgang naar elektrisch rijden.
Snelle ontwikkeling
Voordat de consument massaal de stap zal zetten naar elektrisch rijden zullen ook voor hen de voordelen zichtbaar moeten zijn. Daarbij is de prijs vooral een belangrijke drijfveer. Deze is momenteel nog in het voordeel van de interne verbrandingsmotor.
Auto-analisten verwachten dat rond 2022 de prijs voor een elektrische auto vergelijkbaar is met die van klassieke auto’s, dankzij snelle ontwikkelingen in batterijtechnologie. Gevuld met deze nieuwe, goedkopere batterijen zullen auto’s verder kunnen rijden en sneller kunnen opladen.
Gegeven dat elektrische auto’s veel minder onderhoud vergen en het veel goedkoper is om een accu op te laden dan een tank vol te gooien, zullen vanaf 2022 steeds meer mensen voor elektrisch kiezen. Daardoor zal de conventionele auto langzaam verdwijnen.
Maar toch zijn er ook kanttekeningen te plaatsen bij elektrische auto's. Zo komen er bij de productie ervan nog wel emissies vrij. De uitstoot blijft alleen niet in de stad hangen.
De echte revolutie: zelfrijdende auto’s
Elektrische auto’s maken onze steden schoner, maar de echte revolutie is de komst van de zelfrijdende auto. Als er altijd een zelfrijdende en goedkope taxi is, waarom dan nog een eigen auto? Zo veranderen auto’s van een hoge vaste- naar een lage variabele-kostenpost: het wordt een service.
Hierdoor zijn er veel minder parkeerplaatsen nodig en minder auto’s op de weg, die ook efficiënter gebruikt worden. De gemiddelde auto vandaag staat 94% van de tijd stil, de gedeelde zelfrijdende auto zal naar schatting meer dan 50% van de tijd rijden.
Meer mensen zullen door de lage prijs gebruik maken van deze service, want een rijbewijs is niet meer nodig. Het aantal verkeersdoden daalt: 90% van de ongevallen wordt veroorzaakt door menselijke fouten.
Het enige grote risico dat op dit moment nog kleeft aan de zelfrijdende auto, is dat hij mogelijk gehackt kan worden. Zelfrijdende auto’s moeten om de verkeersveiligheid te garanderen met elkaar in contact staan en dat maakt ze kwetsbaar. Het is toch knap vervelend als je denkt dat je vrouw op weg is naar haar werk, maar dat in werkelijkheid haar auto gekidnapt is.
Wanneer?
De sprong naar elektrisch rijden zal in het volgend decennium plaatsvinden, de massale opkomst van zelfrijdende auto’s in het decennium erna. Ik zou niet verbaasd zijn als zelf rijden rond 2040 verboden wordt. Autorijden wordt, net als paardrijden, een hobby.
De eerste echte kennismaking met zelfrijdende auto’s, die beschouwd mag als lakmoesproef, zal al in 2020 plaatsvinden. In dat jaar zijn de Olympische Spelen in Tokyo en ter voorbereiding op deze spelen heeft de Japanse overheid het bedrijf RoboTaxi opgericht.
RoboTaxi wil alle bezoekers aan deze spelen van het vliegveld naar het olympische dorp vervoeren met zelfrijdende RoboTaxi’s. En als de robot-minded en uiterst planmatige Japanners dit van plan zijn, ben ik geneigd te geloven dat ze het gaan halen.
Beleggen in de auto-industrie?
Met de overgang naar elektrisch rijden zal de auto-industrie de eerste grote klap te verwerken krijgen. De grote automerken van vandaag hebben veel van de onderdelen van de auto uitbesteed aan toeleveranciers.
Het enige dat autofabrikanten nog zelf doen, is het bouwen van de verbrandingsmotor en het design en de assemblage van de auto. Dit zal in de toekomst veranderen.
Batterijen zullen waarschijnlijk door de Aziatische batterijenmakers zoals Samsung SDI, LG Chem en de combinatie Panasonic/Tesla worden geleverd en elektrische motoren zijn nu al goedkoop te verkrijgen bij een veelvoud aan Japanse bedrijven.
Veel goedkoper
Een elektrische auto is in essentie veel eenvoudiger dan de huidige auto. Het is eigenlijk een plaat batterijen met wat elektrische motoren en een grote smartphone, met software omhuld door een veilig design-jasje.
Door deze vereenvoudiging zullen er nieuwe autofabrikanten ontstaan die, net als Tesla nu, de bestaande automerken van hun troon willen stoten. De overgang naar zelfrijdende auto’s zal deze concurrentiestrijd alleen maar erger maken.
Net als met de overgang van paard naar auto, zal het heel moeilijk worden om te voorspellen wie de mogelijke winnaar zal worden qua elektrische autofabrikant. Wat toen wel duidelijk was, is dat je short moest gaan, of in ieder geval niet meer moest beleggen, in alles wat te maken had met het paard.
Dat is ook mijn aanpak. Ik vermijd de gevestigde autofabrikanten en zoek naar beleggingsmogelijkheden in de batterijenmakers, lithiummijnbouw en software-ontwikkelaars.